Een flinke scheut voetbal en toegankelijkheid!

DSCN0180

Op de maandag- en vrijdagavond kijk ik graag naar Voetbal International of zoals het nu heet Voetbal Inside. Al ben ik het vaak niet eens met de mensen die aanschuiven aan de tafel. Daarnaast zijn ze ontzettend platvloers. Maar je krijgt het gevoel dat je in je huiskamer aan tafel zit met deze mensen of net alsof je met ze in de kroeg zit. Lekker een avond lullen over voetbal. Wat wil een man nog meer? Kortom een avond vol voetbal!

Dat is waar het in mei ook allemaal om draaide. 14 mei vlogen mijn broers, zwager en vader naar Cardiff om een wedstrijd te bekijken uit de grootste competitie van de wereld, de Premier League! Bij een vakantie is het altijd dat de vakantie begint wanneer je de auto instapt of in dit geval wanneer we op het vliegveld arriveren. Zeker met het inchecken van een elektrische rolstoel ben je al twee uur van te voren op het vliegveld. Als je eenmaal je rolstoel hebt afgegeven heb je daarna nog wel redelijk wat tijd te doden. Maar geen probleem. We begonnen onze mannenweekend hoe we de rest van dagen ook zouden besteden met eten. Met een dikke vette hamburger en friet. Daarna was het toch echt tijd om aan boord te gaan. Voor het eerst in mijn leven ging ik met een Cityhopper. En omdat dat vliegtuig niet aansluit op een slurf moest ik met een duwstoel dat trede voor trede over de vliegtuigtrap naar binnen ging.

Eenmaal aangekomen in Cardiff ging het allemaal veel sneller, want het vliegveld van Cardiff is niet zo groot. Mijn elektrische rolstoel stond zelfs al bij de gate. Floris moest wel mijn rolstoel in elkaar zetten. Bij Schiphol hadden ze namelijk alle onderdelen die los konden los gemaakt. Het vliegveld is echt zo klein dat we zo door de douane konden en bij de uitgang stonden. Meteen hoorde we een chauffeur dat Jolyon’s riep. We hadden in eerste instantie verwacht dat onze naam geroepen zou worden, maar gelukkig hadden we snel door dat het ons hotel was waar we in Cardiff zouden overnachten. Onze chauffeur heette Jazz en hij zou ons alle dagen vervoeren. Jazz was een vrolijke chauffeur met Indische roots. Hij wist van alles over Cardiff en kon niet stoppen met praten over de Ethiopisch immigrantenstroom waar Cardiff mee te maken heeft.

We kwamen half 11 lokale tijd aan in ons hotel. Toen we onze tassen in onze kamer zetten kwam Jochem een spierbundel in pak met oortjes in tegen die tegen hem zei stil te zijn. We deden met ze alle nog rustig een biertje en gingen daarna naar bed. De ochtend daarna bij het ontbijt vertelde een personeelslid met trots, dat de prime-minister, David Cameron, vannacht in hun hotel heeft overnacht. Onze eerste gedachten was dat het een sterk verhaal was. Toen we later op de dag via internet op Cardiff en David Cameron zochten, kwam er toch een foto naar voren van personeelsleden waar we al door geholpen waren met de prime-minister. Toch vond ik het apart. Ons hotel was prima, maar niet extreem luxe waarvan je verwacht dat een prime-minister in zal overnachten. Maar ik kan nu altijd zeggen dat ik in het zelfde hotel heb overnacht als de prime-minister van Groot-Brittannië. Dit verklaarde dus ook de spierbundel die Jochem tegen kwam.

Tijdens nog steeds dezelfde dag gingen we Cardiff bezichtigen. De stewardessen tijdens de heen vlucht hadden gelijk. Cardiff is werkelijke een prachtige stad waar je goed en uitgebreid kan winkelen. Cardiff heeft inderdaad redelijke grote shopping malls, winkelcentra. Met giga winkels van Lego, Disney en Super Dry. Dit soort grote winkels zijn zelfs in Amsterdam niet te vinden. In de middag gingen we richting het strand. Het strand van Cardiff stelt niet veel voor. Na, echt Brits, fish & chips te eten zijn we weer naar het centrum gegaan. We gingen bij ons hotel even rusten Aan het begin van de avond gingen we bij een pub kaarten. Het was volgens de pub van het Welsh rugby team. Aan de muur hing de hele geschiedenis van het Welsh rugbyteam. Na het potje kaarten gingen naar Burgers & Lobster. Hier kon je zoals de naam al zegt hamburgers en kreeften eten. Je kon kiezen tussen een hele hamburger, hele kreeft of een halve hamburger en een halve kreeft. Een hele aparte formule. We dachten misschien iets voor Nederland. Vooral mijn zwager heeft altijd veel ondernemingsideeën.

Na nog een kaartje te hebben gelegd in ons hotel stond Jazz de volgende dag klaar om ons naar Swansea te brengen. De rit van Cardiff naar Swansea duurde iets langer dan een uur. Tijdens deze rit zagen we weilanden met schapen waar Wales bekend om staat. We gingen van de ene stad naar de andere stad. Toen wij aankwamen bij ons hotel was het even wachten voordat we onze sleutels kregen. Uiteindelijk gingen we al naar het Liberty Stadium, het stadion van Swansea City, en zouden we de sleutels later krijgen. Bij het Liberty Stadium benuttigde wij ons zoveelste vette hap. Na het eten gingen we naar de fanshop om allemaal een shirt te kopen als aandenken aan deze fantastische trip.

Daarna was het tijd voor de rondleiding door het stadion. John van Zweden gaf de rondleiding. Het verhaal van John van Zweden is mooi. In Nederland staat John van Zweden bekend als behangkoning, doordat hij eigenaar is van het grootste behangbedrijf van Nederland. Daarnaast is hij een groot voetbalfan waardoor hij als echte Hagenees met zijn behangbedrijf ADO Den Haag sponsort. Maar hij is ook liefhebber van het Engelse voetbal waardoor hij als tiener penvriend werd met een Swansea City-supporter. Doordat de vriendschap hechter werd, wordt hij ook Swansea City-supporter. Als in 2002 Swansea City degradeert naar het allerlaagste professionele voetbalniveau besluiten zes trouwe supporters, waaronder hij, de voetbalclub te kopen van de toenmalige eigenaar. Hierdoor is John van Zweden nu mede-eigenaar van Swansea City. De nieuwe eigenaren boeken successen. Met als hoogte punt het promoveren naar de Premier League in 2011.

IMG_1648

In de dug-out met mijn broers en vader

Het Liberty Stadium is één van de kleinste stadions in de Premier League. Het was een grotere groep Nederlanders dan ik dacht die de rondleiding mee liepen. Bij de ingang van het stadion vertelde John iets over het stadion. Het stadion staat er sinds 2005. De gemeente van Swansea financiert het voor een symbolisch bedrag van een pond per maand. Het wordt zowel door Swansea City gebruikt als de plaatselijke rugbyclub. We gingen eerst door een tunnel waar aan de muren foto’s hingen van de huidige spelers. De tunnel liep door totdat we bij het veld aankwamen. Het veld lag er mooi bij, zoals bijna elk veld in de Premier League. Het veld bestond uit een combinatie van gras en gravel. Bij het veld werden foto’s gemaakt van ons in de dug-out. We gingen daarna naar boven waar de persruimte was. We mochten op de stoelen zitten waar de trainers ook de vragen beantwoorden van de pers. Nog iets hoger was een ruimte waar gasten uitgenodigd konden worden voor een maaltijd voor de wedstrijd. Hiervoor hebben wij niet gekozen, maar we mochten wel even zien hoe het eruit ziet. Daarna kwamen we in een ruimte waar John wel erg trots op leek te zijn. Dit was een ruimte met een luxe bar en stoelen waar de eigenaars van de clubs van de tegenstander worden uitgenodigd. Hier zou hij de volgende dag de wedstrijd bekijken. Plagerig zei hij dat wij het ‘maar’ moesten bekijken op de tribune.

IMG_1650

“Bafetimbi Gomis staat morgen in de spits. Maar dat is logisch.”

Daarna namen we een taxi terug naar ons hotel. Het mooie van de taxi’s die wij zagen in Cardiff en Swansea is dat er gewoon ook taxi’s rond rijden die een rolstoel meenemen. In Nederland moet je specifiek een rolstoeltaxi bestellen. Als er dus niemand in een rolstoel is die ze mee kunnen vervoeren dan vervoeren ze willekeurige andere klanten. Iets waar we in Nederland nog van kunnen leren.

Toen wij aankwamen in ons hotel maakten we ons klaar om wat te eten. We gingen naar de uitgaansstraten van Swansea. Dat waren maar twee straten, maar ze gaven wel veel lawaai. We kozen voor een echte Engelse pub waar het voetbal al op meerdere schermen te zien was. Er kon worden gedard en de inwoners maakten zich klaar voor een zaterdagavondje uit. Twintigers die gekleed gingen als vrouwen. Uiteindelijk hebben we daar wat drankjes gedronken en de wedstrijd van Arsenal uitgekeken. We besloten na alle uitgaansstraten te hebben bekeken toch in ons hotel te eten. We sloten de avond af met weer potje boerenbridge.

De volgende dag was de dag van de wedstrijd. Iedereen verheugden zich op de wedstrijd. Al was Floris weer aan het voorbereiden voor de vlucht terug naar Nederland. Hij kon geen dag later vertrekken omdat hij de dag erna echt moest werken. Na weer een stevige English breakfast kwam de spanning van de wedstrijd bij mij in ieder geval een beetje. Karel dronk de spanning een beetje weg door ’s ochtends vroeg al een whiskey te bestellen. Na wat samenvattingen van de wedstrijden van gisteren te hebben gekeken gingen we toch maar naar de bushalte om de bus naar het stadion te nemen. Omdat we een bus moesten laten lopen duurde het toch lang voordat de volgende bus kwam. We besloten daarom maar een taxi naar het stadion te nemen. Een Manchester City-fan, die ook lang op de bus zat te wachten, vroeg of hij de kosten van een taxi mocht delen. Uiteindelijk bleek het een hele gezellige man. Die vertelde dat hij dertig jaar geleden nog in Rotterdam had gewerkt.

Het mooie van toen wij dichterbij het stadion kwamen was dat wij Swansea City- en Manchester City-fans door elkaar zagen lopen naar het stadion. Dat zou je niet voor kunnen stellen in Nederland, waarbij de uitsupporters met hulp van de ME apart het stadion in worden gebracht. Eigenlijk erg jammer dat dit niet kan in Nederland.

Versie 2

Bij het stadion was er een aparte ingang voor mij. Mijn broers en vader moesten wel door de poortjes. Eenmaal door de poortjes kwamen we in een sfeer dat je in een Amerikaanse honkbalfilm vaak ziet. Je zat ongeveer onder het voetbalveld en kon daar nog je snacks of souvenirs aanschaffen. We moesten opschieten, want de wedstrijd begon bijna. We gingen naar de lift die ons naar boven bij het veld zou brengen. Als ik het vergelijk met de liften in de Arena was het opvallend dat het een liftje was voor één rolstoel. In Amsterdam klagen wij al dat onze liften maar drie rolstelen mee kan nemen. Nu moet wel gezegd worden dat de Arena in totaal maar vier liften heeft. Twee aan de noordkant en twee aan de zuidkant. Er waren  volgens mij veel meer van dit soort kleine liftjes in het Liberty Stadium. Ik moet zeggen dat we relatief snel boven waren, terwijl het in de Arena soms wel een half uur kan duren voordat je boven of beneden bent.

Toen we boven waren zagen we dat de rolstoelplekken redelijk dicht bij het veld waren. Sinds 2002 kun je in de Arena ook achter het doel zitten. Als trouwe seizoenkaarthouder werd toen mij de mogelijkheid geboden om daar te gaan zitten. Ik had daar geen interesse in. In De Meer heb ik ooit dicht bij het veld gezeten en kwam ik tot de ontdekking dat het wel leuk is dat je de spelers bijna kan aanraken, maar een overzicht over het veld heb je niet meer. Omdat de rolstoelplekken in het Liberty Stadium toch iets verder van het veld staat is het overzicht er nog wel. Je kon het spel juist heel goed overzien.

En wat was er veel goed te overzien. Wat wil je ook als je naar een competitiewedstrijd gaat van de grootste competitie ter wereld. Hier gaan echt miljarden per jaar in om. Manchester City heeft echt heel veel geld te besteden. Je zag dit ook werkelijk terug in het spel. Yaya Touré en Sergio Agüero waren zo magnifiek. Je zag echt dat Yaya Touré ontzettend belangrijk is voor Manchester City. Hij was echt de leider op het veld. Hij gaf echt de instructies en bepaalde de lijnen. Al was Swansea City echt niet veel slechter, je zag duidelijk dat Manchester City beter was. Het was zo’n hoog tempo. In Nederland zou dit echt onvoorstelbaar zijn. Het aparte was echt zo dat Swansea City ook echt goed was. Gylfi Sigurdsson en Bafetimbi Gomis waren ook zo belangrijk voor Swansea City. Wat een beer fan een vent is die Gomis. Bony zullen ze echt niet meer missen. Toen Bony aan het einde van de wedstrijd nog wat speelminuten kreeg van Manchester City was het toch opvallend dat hij niet uitgefloten werd door het Swansea-publiek, maar applaus kreeg. Alleen toen hij nog een kans miste reageerden het publiek daar natuurlijk wel op. Uiteindelijk won Machester City met 2-4. Het publiek accepteerden de uitslag, want Swansea City had wel mooi spel laten zien.

Het ging er extreem vriendelijk aan toe. Ook toen we het stadion weer verlieten. Het stadion uitkomen ging vrij snel, maar daarna wachten op een bus die ons weer naar het hotel kon brengen duurde langer. De bussen zaten namelijk extreem vol. Uiteindelijk was er een vriendelijke chauffeur met Indische afkomst die beloofde wanneer hij de mensen die hij nu in zijn taxi had had afgezet weer terug te komen. En hij hield aan zijn woord. Hij werd nog wel aangesproken door de politie omdat hij ons oppikte op een plek waar alleen bussen mochten komen. Maar de politie streek over zijn hart.

IMG_1676

Toen we eenmaal aankwamen in ons hotel maakten we ons klaar voor onze laatste avond van onze trip. Morgen zouden weer terugvliegen naar Amsterdam. We gingen onze laatste avond besteden in een pub kijkend naar de wedstrijd van Manchester United. De sfeer in een pub in Engeland is geweldig. Zoals het in pubs of cafés in Amerika echt om het honkbal kan draaien draait het hier echt om het voetbal. Engelsen of Welshmen zijn ook ontzettend vriendelijk. Iedereen praat met iedereen en iedereen mag zijn mening verkondigen over de wedstrijd. Zo kwamen we aan de praat met een Engelsman, die wel in Swansea woonde. Hij was ook voor Swansea City, maar voornamelijk voor Manchester United. Toen hij er achter kwam dat wij Nederlanders waren kon hij niet stoppen met praten over Van Gaal en Van Persie. Maar voornamelijk over Van Gaal. Hij verkondigde wat de Engelsen over Van Gaal dachten. Ze hadden toch meer respect voor hem dan ik dacht met al die toch vreemde uitspraken die Van Gaal doet in de Engelse media. Maar volgens mij dikken programma’s als Voetbal International/Voetbal Inside het ook een beetje aan. Naar mijn mening overdrijven ze het ook echt in dit programma. Van Gaal blijft voor mij altijd een held na wat hij gedaan heeft bij Ajax in 1995. Na de wedstrijd, die Machester United maar net won, gingen wat eten in de pub. Na het eten besloten we toch weer terug te gaan naar ons hotel. Het was toch een indrukwekkende dag.

De volgende dag stond onze trouwe Jazz klaar om ons naar Bristol te brengen waar we weer een vlucht naar Amsterdam hadden. Het liep vrij soepel allemaal. Natuurlijk duurde het weer wat langer door het inchecken met een rolstoel, maar dat was ingecalculeerd. Aan het eind van de middag waren we weer in Amsterdam. Het waren maar vijf dagen, maar het heeft bij mij veel indruk gemaakt.

Het was mooi om een andere voetbalcultuur te leren kennen. In Engeland draait het toch meer om voetbal. Ze praten en kijken er in de pubs graag naar. Ze discussiëren meer over voetbal ook al ben je voor een andere club. Ze vechten veel minder met elkaar. Natuurlijk waren er veel hooligans en vechtpartijen twintig jaar geleden, maar door onder andere zwaardere straffen is de hele sfeer veranderd. Nederland zou een voorbeeld moeten nemen aan Engeland. Ook vond ik het mooi om te zien hoe hier met toegankelijkheid omgegaan wordt voor mensen met een beperking. Dat in een pub gewoon een invalide toilet is of dat je een taxi kan aanhouden die ik gewoon kan nemen. Natuurlijk is Amsterdam op de goede weg met de bussen, trams en metro die toegankelijk zijn. Maar er kan nog veel verbeterd worden. Daarnaast ben ik ook een beetje een Swansea City-fan geworden. Wat een fantastische start dit seizoen. Come on, Swansea!

Op een toegankelijk 2015!

13191733415_5c68050798_z

Al iets meer dan een half jaar zoek ik mijn weg naar Sloterdijk voor mijn werk. Toen ik net bij Telfort begon schreef ik al een stukje over de obstakels tijdens het reizen naar mijn werk met het openbaar vervoer. Dit is onder ogen gekomen bij Laura Steur accountmanager bij het GVB. Zij hebben mij uitgenodigd om te spreken over deze obstakels. Dit is natuurlijk een hele mooie gelegenheid om de knelpunten tijdens het reizen met een beperking kenbaar te maken aan het vervoersbedrijf. Aan het einde van november was dan ook werkelijk het gesprek met Laura Steur en Inge Vermeulen, directeur Operatie.

Op deze woensdagmiddag vertrok ik eerder van mijn werk om de weg te vinden naar de Arlandaweg. Het grappige is dat ik, bij vertrekken uit het KPN-gebouw, meteen de goede kant op reed. Toch ik zag nergens het naambordje. Daardoor kwam ik iets verder op terecht bij Station Sloterdijk. Daar wat rondgehangen en zoekend kwam ik er uiteindelijk weer. Het was heel vreemd dat ik er voorbij reed, want GVB stond groot op de gevel. Daar aangekomen dacht ik dat ik een pijl zag dat de ingang voor mindervaliden aan de achterkant was. Maar de portier rende al achter mij aan en ik kon wel gewoon via de voorkant erin. Door dit gedoe was ik al een beetje laat. De assistente van Inge Vermeulen leiden mij naar de kamer waar ik het gesprek zou hebben.

Ik kreeg het gevoel dat het beetje later komen niet zo erg was. Na dat koffie werd aangeboden en een lekkere koek gingen we van start. Ik vertelde over mijn ervaring van afgelopen zomer. Dat het voor de buschauffeurs niet duidelijk is of ik met mijn elektrische rolstoel de bus mag nemen. Dat de buschauffeurs, die rijden in oudere bussen, niet weten dat of hoe ze de plank uit moeten leggen. En zelfs het verhaal dat een chauffeur mij erop wees dat ervoor mensen zoals ik er gewoon rolstoeltaxi’s zijn. Ook vertelde ik over eerdere ervaringen met de tram. Dit ging meestal wel goed. Maar ik heb ook gehad dat er gevraagd werd of ik natte of droge accu’s had. Rolstoelen met natte accu’s mogen namelijk niet mee met de tram. Of ik werd geweigerd omdat ze er al vanuit gingen dat mijn rolstoel natte accu’s heeft. Maar rolstoelen met natte accu’s worden al zo’n twintig jaar niet meer gemaakt. Daarnaast vertelde ik dat ik vrienden heb die sowieso niet met de tram durven, omdat ze bang zijn dat ze er niet meer uitkomen. Daar schrokken Inge en Laura wel van. Ze bevestigden namelijk dat het openbaar vervoer van het GVB voor iedereen toegankelijk moet zijn.

Daarna ging ik op pad met Inge om te laten zien welke obstakels ik tegen kom tijdens het reizen. We namen de bus die ik van de zomer ook nam toen de metro maar tot Station Zuid reed. Je zal dan net zien dat deze keer alles wel goed liep. Het was een oude bus waarbij de plank met de hand opengeklapt moet worden. De buschauffeur was vriendelijk en hielp mij goed. We namen de bus tot het Azartplein, redelijk vlakbij mijn huis. Daar namen we nog een stukje de tram om te laten zien hoe dat gaat. Terwijl dat meestal goed gaat werd ik hier juist geweigerd. De conducteur dacht dat mijn rolstoel een scootmobiel was. Toen ik wilde uitleggen dat ik in een elektrische rolstoel zat en niet in een scootmobiel kwam Inge al tussenbeide.

Dit is namelijk ook waar het GVB het meeste aan kan veranderen. De buschauffeurs, conducteurs en trambestuurders bewust maken van de regels. Op het Azartplein zag Inge namelijk ook de tramhalte die de andere kant op ging. Deze had een te smalle stoep om werkelijk op te komen met je rolstoel en de abri stond ook nog eens in de weg. Deze halte was dus totaal niet geschikt om te op te stappen met een rolstoel. Maar de gemeente is weer verantwoordelijk voor de toegankelijkheid van de tram- en bushaltes.

Uiteindelijk is het hartstikke mooi dat ik op gesprek mocht komen bij Inge Vermeulen en Laura Steur. Zij benadrukken dat het GVB toegankelijk moet zijn voor iedereen. Het is daarom goed dat buschauffeurs en trambestuurders bewuster worden van wie wel en niet mee mogen met bus of tram. Nu moet de gemeente nog het GVB helpen en de tram- en bushaltes toegankelijk te maken. Zeker als straks Agenda 22 wordt geratificeerd. We zullen zien wat de toekomst brengt. Voor nu een gelukkig en toegankelijk 2015!

Participeren geldt straks niet alleen tijdens vakanties

DSCN0107IMG_1289

September was voor mij een vakantiemaand. Eerst ging ik weer zeilen op ’t Vossenhol en daarna heb ik de zon opgezocht in Zuid-Frankrijk. Als ik op vakantie ga moet ik mij altijd bewust zijn van hoe toegankelijk de plek is waar ik naar toega. ’t Vossenhol heeft al ruim 40 jaar ervaring met het organiseren van een zeilweek voor mensen met een beperking. Al werken ze met vrijwilligers die over het algemeen geen ervaring hebben in de zorg tijdens hun dagelijkse werk. Veel vrijwilligers komen al jaren naar deze week en hebben daardoor ook ervaring opgebouwd.

Voor mij is de week zeilen op ’t Vossenhol een traditie. Als je op de parkeerplaats komt van ’t Vossenhol staan de vrijwilligers al enthousiast je op te wachten en helpen met het aannemen van je tassen. De week voor mensen met een beperking is maar één week van de in totaal tien weken die ’t Vossenhol tijdens de zomer organiseert. De andere weken zijn weken voor de jeugd of weken om instructeur te worden. ’t Vossenhol wordt daarom altijd speciaal verbouwd om het hol toegankelijk te maken voor ons. Zo worden er planken over de drempels gelegd zodat wij binnen kunnen komen. Daarnaast bouwen ze een hele oprit over de trappen naar de slaapkamers. Ook hebben ze planken gelegd over de hoger gelegen delen van de hol. Zodat wij ook op dat podium kunnen vertoeven.

De eerste dag van de week is nog wat kennismaken met de nieuwe gezichten en er achter komen hoe het met de oude bekenden gaat. Maar de dagen daarna gaat het echt om het zeilen. Na dat we ontbeten hebben gaan we ons rustig voorbereiden op de zeildag. We krijgen nog koffie op steiger. Op de steiger is een tillift gebouwd. Via deze lift worden de mensen die het nodig hebben in de boot getild. Met twee vrijwilligers en één ander vakantieganger gaan we het water op De Kaag onveilig maken. Tegen de tijd dat we gaan lunchen keren we of weer terug naar het hol of we gaan ergens onderweg ergens lunchen. Een Noorlander, een wat grotere boot, zorgt ervoor dat de duwstoelen dan ter plaatsen zijn.

Er wordt vaak vreemd gekeken als mensen zien dat we met zo’n grote groep een eetcafé onveilig willen maken. Maar het is hartstikke goed dat er mensen bestaan die dit mogelijk willen maken. Het zelfde geldt voor het vliegen met rolstoel naar Nice. Bij Transavia kon ik dit geweldig online regelen. Ik stuurde nog netjes een mailtje na met alle maten van mijn rolstoel. Breedte, lengte, hoogte, gewicht. Je krijgt netjes een mail terug met: “Dank je wel voor mailtje. We hebben het geregistreerd.” Maar als je dan op de dag zelf met je rolstoel aankomt zie je zenuwachtige gezichten. “Wat moeten we hiermee?” Uiteindelijk regelen ze wel alles en kom ik heelhuids aan in Nice.

Terwijl Frankrijk helemaal niet tot een toegankelijk land gerekend mag worden, zeker niet Zuid-Frankrijk, heb ik het voorrecht dat mijn moeder architect is geweest en mijn ouders de financiële mogelijkheden hebben om aan één van de mooiste stukjes aan de kust een rolstoeltoegankelijk huis te bouwen. Het hele terrein is rolstoelvriendelijk. Overal zijn hellingbanen gemaakt en bij het zwembad heb ik de beschikking over een lift die op waterdruk werkt. In het huis kan ik alleen maar komen op de begane grond, waar mijn kamer ook is. Op mijn kamer heb ik de beschikking over een tillift en een hoog/laag bed. Kortom de ideale ingrediënten om een fantastische vakantie te hebben met mijn familie.

Toegankelijkheid en het openstaan voor mensen met een beperking is de keyword in dit stukje. En als straks vanaf 1 januari 2015 de participatiewet werkelijk zijn intrede maakt wordt dit ook verwacht van de samenleving. Naar mijn mening komt deze wet er te vroeg zolang de toegankelijkheid nog niet goed geregeld is en zelfs Agenda 22 niet is geratificeerd. Maar op dit moment moeten we genieten van zulke vakantiemomenten en maar zien wat de toekomst ons geeft.

Een toegankelijke zomerdag in de stad

zomerwandelingmarnix

Het is zomer in de stad. Joe Cocker kan daar mooi over zingen, maar de hitte waar hij over zingt is ver te zoeken in Amsterdam. Misschien de juiste tijd om een mooie zomerwandeling te maken in het centrum. Georganiseerd door D66 gaan een groep mensen wandelend door de straten om te zien hoe toegankelijk het is.

De start van deze wandeling was bij de Stopera. Er zijn daar al enige tijd werkzaamheden, waardoor je al meteen obstakels hebt. Maar de plek waar we hadden afgesproken, vlakbij restaurant Amstelhoeck, was goed bereikbaar. Toen we de eerste stoep af moesten zagen we al meteen hoe ontoegankelijk het kan zijn. De scootmobiel en ik in mijn rolstoel konden geen verlaagde stoeprand vinden. Dan moet je heel langzaam van een verhoogde stoeprand af zodat de klap niet te groot is. Er volgde een brug waar je aan de ene kant wel op kan, maar aan de andere kant waren trappen. Daarnaast zijn er stoepranden die wel verlaagd zijn en bedoeld zijn om de stoep af kunnen gaan met rolstoel of scootmobiel, maar die te stel zijn gemaakt. Hierdoor ga je nog steeds met een klap te stoep af en je zou kunnen kieperen met je rolstoel of scootmobiel als je de stoep op wil.

Elk punt met enige obstakels kreeg intensieve aandacht. En dat is goed. Naar mijn mening moet iedereen gelijkwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen. Ook mensen met een functiebeperking. De Verenigde Naties deelt deze mening en heeft al in 2006 een verdrag opgesteld met regels om dit doel te bereiken. Dit verdrag heeft de naam Agenda 22, omdat het 22 regels heeft. Nederland heeft dit verdrag ondertekend en volgend jaar wil Nederland het verdrag ratificeren. Daarom is deze intensieve aandacht erg belangrijk. Om aan het verdrag te voldoen moeten, zeker in het centrum van Amsterdam, nog veel plekken toegankelijker.

Het gevolg van de intensieve aandacht was wel dat de wandeling ontzettend werd ingekort. Uiteindelijk kwamen we maar tot de Nieuwmarkt. Wat echt vanaf de Stopera een heel klein stukje is. Maar dit was niet erg. Er waren namelijk genoeg punten waarmee kon worden aangetoond met wat voor een obstakels mensen met een beperking te maken heeft. Hopelijk nemen de raadsleden die meeliepen dit mee. Het was ook leuk om te zien dat redelijke wat mensen die meeliepen nooit beseften dat sommige punten een obstakel kunnen zijn. Dit helpt bij de bewustwording van dit probleem.

Terwijl organisator Alexander Hammelburg naar een volgende afspraak ging op het Leidseplein, ging de rest van de groep nog een na-borrel doen bij een bijzondere plek. We namen namelijk een biertje bij Brouwerij De Prael. Hier werken mensen die moeite hebben om een reguliere baan te vinden en daardoor een afstand hebben op de arbeidsmarkt. Dit was een mooie afsluiting van een inspirerende wandeling. Het heeft ook de ogen van sommige mensen geopend en daarom was het resultaat goed. Kortom, een mooie, nuttige zomerdag. Al was die niet zo heet als in het liedje van Joe Cocker.

Speciale dank wil ik geven aan Ronald Blonk en Caroll Sastro van Platform Gehandicapten Zuidoost. Ronald’s foto heb ik gebruikt en samen met hun kon ik de obstakels tonen.

Gedreven scholieren

Afgelopen week trotseerde ik het weer om een aantal dagen op IJburg te zijn. Als vrijwilliger deed ik namelijk mee aan het project ‘Kan Ik Binnenkomen’. Hierover heb ik al verteld op de blog GeenBeperking.nl, http://www.geenbeperking.nl/Blogs/11-10-12/Schouwen_is_een_kunst.aspx. ‘Kan Ik Binnenkomen’ is een project dat georganiseerd is door gehandicaptenbelangenorganisatie Onbeperkt Oost. De vrijwilligers gaan met een groep VMBO-scholieren mee om openbare gebouwen te schouwen. Zijn de deuren wel breed genoeg? Kan de invalide persoon wel goed bij de balie komen? Maar er wordt ook gekeken naar punten die van belang zijn voor visuele gehandicapten.

In mijn vorige blog hierover schreef ik hoe moeilijk ik het vond om de concentratie vast te blijven houden bij de groep scholieren. Toch moet ik zeggen dat het in de loop van de week beter ging. De scholieren gingen steeds zorgvuldiger te werk. Op het einde van de week waren de formulieren echt goed ingevuld en er waren bijna geen opmerkingen. Waardig om te plaatsen op toegankelijkamsterdam.nl.

Voor mij was dit echt een inspirerende week. Naast dat het voor de scholieren, voornamelijk allochtonen, de eerste kennismaking was met mensen met een handicap maakte deze groep ook indruk op mij. Het is namelijk wel een groep pubers, 14 of 15 jaar, die veel grappen onderling met elkaar uithalen. Toch toonden ze sympathie voor ons. Ze konden zelfs boos worden omdat ze niet snapten dat op sommige punten geen rekening werd gehouden.

Daarnaast zijn de scholieren ook echt gedreven. Ze willen wat van hun leven maken zoals ieder ander. De één wil arts worden en de ander accountant. Maar ze willen er echt voor gaan en dit zag ik ook terug op de laatste dag. Voor hun stage was het ook de bedoeling dat ze een vrijwilliger interviewde. Zo vroegen ze aan mij of ik geïnterviewd mocht worden. De vragen waren echt goed voorbereid en ik moest echt even nadenken over sommige antwoorden. Ook namen ze de tijd om de antwoorden goed op te schrijven.

Na het interview was de stageweek echt voorbij. Je zag ook dat ze opgelucht waren, want de herfstvakantie stond voor de deur. Een weekje uitrusten na alle schoolperikelen. Dit kon ik ook herinneren van mijn schooltijd. Ik kon ook genieten van een weekje vrij. Je hoofd weer leegmaken om de rest van het schooljaar te presteren.

Dit was dan het einde van een indrukwekkende week. De kennismaking heeft aan beide kanten voor sympathie gezorgd. De groep scholieren maken voor het eerst kennis met mensen met een handicap en ik met een groep scholieren die ondanks alle vooroordelen gedreven zijn en het beste uit hun leven te halen. Dat is wat we ook gemeen met elkaar hebben.

Het Lloyd Hotel, prachtig hotel. Maar wonen doe je liever thuis

Omdat het dus deze week de Week van de Toegankelijkheid is volsta ik niet met maar één keer schrijven over toegankelijkheid. In de uitleg van mijn blog schreef ik dat ik Amsterdam een prachtig stad vind en dat deze stad naar mijn mening ook rolstoelvriendelijk is. Dit wil alleen niet zeggen dat Amsterdam perfect is. Geen enkele stad is perfect, dus Amsterdam ook niet. Op gebied van toegankelijkheid zijn er altijd verbeteringen mogelijk.

Al eerder schreef ik over een vriendin die noodgedwongen thuis moest blijven omdat de lift stuk was. Die lift was gerepareerd binnen twee dagen. Deze dagen kon ze niet buitenshuis komen. Je zou denken opgelost. Nu is de lift wel gerepareerd. Niets is minder waar. Deze week moet ze net als een aantal maanden geleden, toen een nieuwe lift werd aangelegd, verblijven in het Lloyd Hotel. De lift wordt nu weer helemaal in orde gemaakt, blijkbaar waren de twee dagen niet genoeg om het op te lossen. Daarnaast krijgt de lift een vloerbedekking. Waarom deden ze dat niet meteen toen de lift werd aangelegd?

Het Lloyd Hotel is mooi hotel liggend aan het IJ. Het is niet vergelijken met andere hotels. Als je binnen komt in de lounge heeft het een mooie bar, met achter de bar zo’n kast dat door loopt tot het plafond. Voor de kast heb je een trap nodig om overal bij te komen. Mazzo, een Italiaans restaurant aan de Rozengracht heeft een vergelijkbare kast. Op de website van Mazzo is de achtergrond zelfs de kast, prachtig.  Daarnaast heeft de lounge van het Lloyd Hotel verschillinde banken opgesteld achterin. Waar een boekenkast bij staat dat niet verkeerd zou staan in elk gemiddeld huis. Dit geeft het hotel ook een huiselijke sfeer.

Maar wanneer je kijkt naar de toegankelijkheid voor een rolstoelgebruiker dan kan er nog redelijk wat verbetert worden aan dit hotel.  Het begint al bij het binnen komen van het hotel. Er is een trap om het hotel binnen te komen, daarnaast is wel een buitenlift. Dit vind ik al ondingen. Mijn hogeschool beschikte ook over een lift als deze. Het is een lift waarbij je aan de binnenkant moet blijven drukken op de knop naar beneden of naar boven te komen. Deze liften gaan snel kapot. Ze lijken meer kapot dan dat ze het doen. De gene die je naar boven moet helpen, dat moet met deze liften, die heeft ook nog wat tijd nodig om de lift te snappen. Want hoe vaak komt er nu iemand met een rolstoel in dit hotel? Eenmaal boven gekomen en naar de lounge gereden zijn de paden in de lounge heel smal. Je moet heel voorzichtig rijden anders kan je links of rechts tegen een tafel komen. Wil je toch weer terug naar het begin van de lounge dan zijn er nauwelijks plekken om te draaien. Ik moet wel zeggen dat de medewerkers van het Lloyd Hotel bereidt zijn om je op alle vlakke te helpen.

Terug naar mijn vriendin. Deze komende dagen moet ze verblijven in dit hotel. Deze vriendin is net als ik rolstoel gebonden. Ze heeft nog wel meer zorg nodig dan ik. Alhoewel de medewerkers aller vriendelijks zijn en alles voor haar willen doen, zijn de kamers in het hotel niet geschikt voor mensen in een rolstoel. De vriendin kreeg in eerste instantie een kamer toegewezen waar niet eens haar tillift in past. Na veel onderhandelen kreeg ze toch een ruimere kamer. Maar het blijft niet ideaal. Zo is het bed niet geschikt voor iemand in een rolstoel en heeft ze alleen maar last van dit bed.

Natuurlijk denkt een woningbouwvereniging dat ze dit goed hebben opgelost. Ze hebben een vervangende kamer geregeld en daarnaast betalen ze nog het eten en de drankjes. Maar ze begrijpen  niet dat het leven van deze personen ook doorgaat en dat ze gewoon het dagelijkse werk moeten doen. Dan komt zo’n verhuizing naar een hotel niet uit. Maar blijkbaar is het moeilijk om een lift snel te laten repareren. Dus moet je geduld opbrengen. Wat je als gehandicapten vaak moet doen.

Week van de Toegankelijkheid zorgt voor overdenking

Afgelopen zaterdag is de Week van de Toegankelijkheid begonnen, 1 t/m 7 oktober. Op dit gebied ben ik daar betrokken bij via het gehandicaptenplatform Onbeperkt Oost. Dit platform geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het stadsdeel. Na dat ik nu langer dan anderhalf jaar in Amsterdam woon leer ik steeds meer mensen uit mijn buurt kennen. Dit komt onder andere door dit platform.

Het was voor mij even wennen hoe zo’n gehandicaptenplatform te werk gaat. Daarnaast kom ik ook vaak genoeg op plekken waar ik als rolstoelgebruiker denk: “Hoe hebben is dit zo kunnen ontwerpen?” Maar ik had mij nooit verdiept in of hier regelgeving voor is en hoe architecten hier mee omgaan. Nu ben ik steeds meer betrokken bij dit platform en lees mij steeds meer in over toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers. Zo is er een “Handboek voor Toegankelijkheid” en heb ik een onderzoekrapportage gelezen over toegankelijkheid bij de Amsterdamse woningbouw.

Het gene wat mij bij het lezen opvalt is dat er niets staat over winkeltoegankelijkheid. Sowieso is het handboek alleen bedoeld als richtlijn en zijn er geen verplichtingen om hier aan te houden. De Verenigde Naties heeft hier wel regels voor opgesteld via Agenda 22. Nederland heeft deze wel ondertekend, maar niet geratificeerd. Dit terzijde genomen wordt er dus in het handboek niet gesproken over winkeltoegankelijkheid. Terwijl er zoveel voorbeelden zijn waarbij de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers het nakijken heeft.

Zo heeft een bekend winkelketen op het gebied huishoudelijk artikelen altijd een vol gezette winkel. Logisch, want op elk gebied van huishoudelijke artikelen willen zij de grootste leverancier zijn. Maar dit zorgt er wel voor minder ruimte in de winkel voor rolstoelgebruikers. Daarnaast zijn de gangpaden ook erg smal in deze winkel. Zodat een rolstoelgebruiker aan beide kanten ergens tegen aan kan stoten. Gelukkig is het personeel altijd wel vriendelijk in deze winkel. Dit zorgt ervoor dat ik bij de kassa vraag of ze het product willen pakken voor mij. Het blijft wel zo dat een rolstoelgebruiker altijd zelfstandig wil zijn en dus hij liever zelf het product wil kunnen pakken.

Terwijl de Week van de Toegankelijkheid gaat over Naar Buiten! En zich meer wil richten op de toegankelijk van straat tot natuur, wilde ik toch aandacht geven aan de winkeltoegankelijk. Zolang er geen richtlijnen zijn op dit gebied is het moeilijk om winkeliers ergens toe te verplichten. Misschien moet er dan eens over deze richtlijnen gedacht worden. Tot die tijd vraag ik aan de winkelier of hij mijn product wil pakken.