Geluk maak jezelf

Tijd gaat snel. De twee maanden proefplaatsing bij Isle Utilities zitten er alweer op. Ik heb besloten daar niet verder te gaan. Het was voor mij een uitdaging. Voor het eerst werken bij zo’n klein bedrijf. Doordat het zo’n klein bedrijf was gaf het mij extra verantwoordelijkheid. Ik was de enige met online kennis naast een applicatieontwerper. Dit gaf toch een bepaalde druk. Naast dat ik helemaal geen kennis had van watermanagement of het onderhoud van pijpleidingen. En dan kwam ook nog het reizen naar Heemstede om de hoek kijken.

Reizen naar mijn werk
Eerst ging ik met mijn rolstoel naar Amsterdam Centraal en daarna nam ik de trein naar Hoofddorp. Vervolgens moest ik weer een bus naar Heemstede nemen. Het kostte in totaal anderhalf uur voor een afstand van 30 kilometer. Ik ben zelfs een keer achterover gevallen met mijn rolstoel toen ik de bus wilde nemen.

Jezelf laten zien
Ondanks dat ik gevallen ben met mijn rolstoel weet ik dat ik niet bang moet worden en ik moet de bus blijven nemen. In Nederland moeten er nog zoveel stappen worden genomen om het openbaar vervoer echt toegankelijk te noemen voor mensen met een beperking. Als je ziet dat in steden als Cardiff en Swansea gewoon elk café invalidentoiletten hebben. Dat je gewoon een taxi kan aanhouden die een rolstoel mee kan nemen. Dan moet ik niet bang worden dat ik uit de bus ben gevallen. Je moet in het openbaar laten zien dat je mee wil doen in de maatschappij en gewoon die bus pakken.

Eerste stappen vooruit
Een eerste stap is al dat vervoersbedrijf RMC de taxi’s die in Groot-Brittannië gebruikt worden willen inzetten in het Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV) in Amsterdam.
Ik zie dit nog steeds als eerste stap, want je krijgt deze taxi alleen als je een rit besteld. Uiteindelijk zouden deze taxi’s gewoon moeten rondrijden in de stad en zou je deze taxi moeten kunnen aanhouden. Een nadeel zal zijn dat deze taxi’s volledig elektrisch zijn. Dat is natuurlijk goed voor het milieu. Maar daardoor heeft het maar een capaciteit van 112 km. Dat is wel erg weinig voor een gemiddeld taxibedrijf.

Zoektocht gaat verder
Nu is de zoektocht weer begonnen naar een nieuwe uitdaging. Een uitdaging die te bereiken is met het openbaar vervoer. Deze uitdaging wil ik het liefst hebben binnen Amsterdam of omgeving. Het kan wel buiten Amsterdam. Als de werkplek maar vlakbij een bereikbaar station zit. Natuurlijk heb ik eerder in deze blog gezegd dat bus wil blijven, maar dat is dan vooral voor privéreizen. Door mijn ervaring bij Isle Utilities ben ik er achter gekomen dat een combi met trein en bus voor werk te veel is.

Geluk moet je nastreven
Geluk is iets waar ieder mens naar opzoek is. Soms duurt het even voor je dat ware geluk gevonden hebt. Ik wil niet zeggen dat ik dat geluk niet gevonden heb bij eerdere banen als Philips en Telfort. Het duurde misschien maar twee jaar en toen moest ik het weer ergens anders zoeken. Daarnaast ligt het geluk van een mens niet alleen bij zijn of haar werk. Alleen zou het voor mij mooi zijn om een wat langer verblijf te vinden waar ik mijn geluk kan vinden. Dit kost veel energie, maar ik ben ervan overtuigt dat ik dat ga vinden. Ik ben pas aan het begin van mijn zoektocht.

Investeren in een waardevolle toekomst!

Na een half jaar werkloos te zijn geweest in de zomer en de herfst heb ik begin deze maand een kans gekregen bij PGGM. PGGM is een grote speler in pensioenen. Mensen die werken in de sector welzijn en zorg zijn vaak aangesloten bij deze uitvoeringsinstantie. Juist dat het om een waardevolle toekomst gaat voor mensen die werken in de zorg sprak mij aan. Zelf ben ik als geen ander afhankelijk van mensen die mij verzorgen. Daarnaast is het een mooi groot bedrijf waar ik veel kan leren. Reizen naar Zeist zag ik daarom als struikelblok die ik moest overwinnen.

Regelen van vervoer
Het was dan ook flink wat regelen om het reizen voor elkaar te krijgen. Maar het UWV was ontzettend behulpzaam. Vanaf 1 december komt er een chauffeur naar mijn huis die mij met mijn auto naar Zeist brengt. Als ik daar ben reist hij met het openbaar vervoer weer naar een andere opdracht of naar huis. Om kwart voor vijf staat de chauffeur weer netjes klaar om mij naar huis te brengen.

Wennen aan reizen
Na ruim vier jaar te hebben gewerkt binnen Amsterdam is het even wennen om met een auto te reizen. Natuurlijk kostte het reizen naar Sloterdijk ook veel tijd wanneer je lijnbus 22 nam via Centraal Station. Het duurde vrij lang om de volgende halte te bereiken door de drukte van toeristen. Maar binnen drie kwartier kon je wel in Sloterdijk komen of weer terug in Oost. Als het druk was kon het een uur duren. Maar reizen naar Zeist is toch wel een ander verhaal. Beide richtingen op is het vaak druk. Er zijn veel mensen die voor hun werk ongeveer dezelfde kant opgaan. Het kan in een uur, maar als je echt pech hebt ben je zo twee uur bezig.

Goed opgevangen
Tot nu toe is het wel de moeite waard. Bij de afdeling Interne Communicatie ben ik goed opgevangen. Tijdens mijn eerste werkdag werd ik gelijk betrokken bij de nieuwe opbouw van de site voor de Human Resources-gedeelte. Dit is het gedeelte waar een werknemer alles kan regelen op gebied van zijn werk. Zoals verlofaanvragen, declaraties, nevenactiviteiten. Dit is erg vergelijkbaar met het bouwen van de User Guided Search bij Telfort. Voor de rest is er ook veel nieuw voor mij. Zo leer ik een goed nieuwsbericht schrijven voor op intranet. En ook ben ik betrokken bij Narrowcasting. De berichten die op televisieschermen te lezen zijn door het hele kantoorgebouw heen.

Blijven leren
Op dit moment is het goed dat ik blijf leren. Dat ik de nieuwe ervaringen in mijn rugzakje stop. Wat voor mogelijkheden ik verder krijg bij PGGM zie ik later. De komende dagen, tussen kerst en Oud en Nieuw, is het erg rustig op mijn afdeling. Ik zal met veel schrijfoefeningen aan de slag gaan. Daarnaast zal ik de tijd gebruiken om PGGM beter te leren kennen. Ik ga bij PGGM investeren in mijzelf. Investeren in een waardevolle toekomst!

Reizen met een beperking. Een natuurlijkheid

6195161973_8ea76630e7_z

Het is een vrijdagavond eind juni. Ik ben op weg naar een zomerborrel van D66. De borrel is op het Science Park. Hier kom ik weer de mensen tegen waarmee ik in het campagneteam gezeten heb voor de gemeenteraadsverkiezingen. Daar hoorde ik dat deze zomer er weer aan de Noord/Zuidlijn zou worden gewerkt. Hierdoor kon je maar tot Station Zuid met de metro. Om dus naar mijn werk te komen in Sloterdijk moest ik dus weer de bus nemen.

Vorige zomer werd er ook al aan de Noord/Zuidlijn gewerkt en kon je ook maar tot Station Zuid. Toen nam ik ook de bus en was het voor de chauffeurs vrij nieuw dat iemand in een elektrische rolstoel de bus wilde nemen. Soms werd ik helemaal geweigerd. Of ze zeiden dat een rolstoeltaxi voor mij bedoeld was. Hierdoor had ik vorig jaar ook al over dit onderwerp geschreven. Dit leidde er toe dat mijn blog onder ogen kwam van Inge Vermeulen, directeur Operatie van het GVB. Zij wilde naar aanleiding van mijn stuk graag een gesprek met mij.

Het was een goed gesprek. Zij heeft destijds duidelijk gemaakt dat ik gewoon met de bus mee mag. Zie de blog van begin dit jaar. Daarnaast heeft ze nog meegereisd met de bus naar mijn huis. Toch koos ik ervoor om na die zomer gewoon weer met de metro te reizen. Dit omdat ik dan geen discussie had met de chauffeurs of ik mee mocht. Afgelopen zomer was ik weer gedwongen de bus te nemen. En ik moet zeggen het ging heel goed. De meeste chauffeurs wilden mij meenemen. Ze vonden het daarnaast niet gek dat ik mee wilde. De oude bussen, waarmee je met de hand de plank moest uitleggen, waren daarnaast uit het straatbeeld verdwenen. De chauffeurs hoeven nu alleen via een knop bij hun stuur de plank elektronisch uit te laten klappen.

Het komt erop neer dat ik ook na de werkzaamheden aan de Noord/Zuidlijn er gewoon voor koos met de bus te blijven reizen. En dat gaat heel goed. De meeste chauffeurs zijn vriendelijk. Niet altijd weten ze hoe ze de plank uit moeten leggen. Dan geef ik aan dat je de motor moet starten. Deur dicht dan schuift de plank eruit en daarna deur weer open.

Chauffeurs hebben het moeilijk. Allerlei reizigers die boos worden op ze. Dit moeten ze ook maar verdragen. Ondanks dat willen ze mij graag helpen en willen ze ervoor zorgen dat iedereen mee kan met de bus.

Vijftien jaar geleden was ik in de Verenigde Staten en toen zag ik al hoe ver ze daar waren. In Portland kon ik gewoon de trein inrijden zonder dat er een plank uitgelegd hoefde te worden en in New York nam ik de bus. Medereizigers vonden het niet vreemd. Het koste tijd om mij in te laden, maar dat accepteerden de reizigers. De bus in New York koste toch tijd en als ze haast hadden moesten ze maar een ander vervoermiddel kiezen. Mijn vader zei dat Europa zo’n tien jaar achterliep op dit gebied. Wat bleek is dat het wel wat langer duurde.

Tegenwoordig in Nederland merk ik dat het wel nieuw is voor mijn medereizigers. Niet iedereen verwacht dat iemand in een elektrische rolstoel mee wil met een bus. Maar als ze dan eenmaal het elektrische plankje uit zien schuiven zijn ze verbaast en vinden het mooi dat dit kan.

Ik hoop dat in de toekomst er veel meer vervoersmiddelen toegankelijk worden voor mensen met een beperking. Onder andere dat je geen plank meer nodig hebt om de trein te nemen en dat er meer stations zijn waar je op kan stappen. Het moet voor iedereen een natuurlijkheid worden dat deze mensen willen reizen met het openbaar vervoer. Ik kijk er naar uit hoe dit zich gaat ontwikkelen in de toekomst.

Sporten is leuk, maar betekent ook haasten

Na dat ik één seizoen geen rolstoelhockey gespeeld heb begon het afgelopen zomer toch weer te kriebelen. Jaren was ik lid van Kennemer Keien een club in de buurt van Haarlem. Sinds ik twee jaar geleden naar Amsterdam ben verhuisd ben ik er achter gekomen dat het moeilijk was om op de zaterdagen tien uur aanwezig te zijn in de sporthal. Daarnaast waren de spelers waarmee ik speelde een stuk jonger. Hierdoor besloot in de zomer van 2010 om te stoppen bij mijn geliefde club. Afgelopen zomer begon het toch te kriebelen en ik besloot lid te worden van een club uit Zaandam.

Afgelopen zaterdag was de eerste competitiedag van het seizoen. En ik kwam er meteen weer achter wat dat betekent: haasten. Om kwart over 8 bel ik op om op te staan. Er bleken al oproepen voor mij te zijn, dus daarom moest ik wachten. Dit duurde wel drie kwartier. En ik werd steeds zenuwachtiger in mijn bed. Om 9 uur werd ik eindelijk geholpen. Dit betekende dat ik maar een kwartier had om op te staan. Half 10 had ik namelijk al een taxi. En ja hoor, om kwart over 9 ging de bel en stond de taxichauffeur voor de deur. Zonder te douchen, tanden te poetsen of te eten ging ik mee. Wel knap dat ik dat in een kwartier gered heb.

Toen ik in de taxi zat was er al een ander hockeygenootje in de taxi en daarna moesten we nog iemand ophalen.  Nadat die persoon opgehaald was konden we richting de sporthal. De eerste competitiedag was bij mijn oude vertrouwde club in De Tetterodehal. Rond 10 uur hadden wij al bij de sporthal kunnen zijn, maar er waren veel wegen afgesloten. Hierdoor moesten we omrijden en waren we half 11 bij de sporthal. Goed genoeg, een half uur voor de eerste wedstrijd. Maar ondertussen begon mij maag wel te rommelen. Doordat ik weer oude bekenden zag moest ik even weer iedereen dag zeggen en had ik te weinig tijd om nog wat te eten.

Eigenlijk zou ik de tweede helft pas in het veld staan, maar omdat een teamgenootje te laat was moest ik haar plaats innemen. Uiteindelijk mocht ik de hele wedstrijd spelen. Dit betekende dat ik pas na de eerste wedstrijd wat kon eten. En ja hoor, half 12 en eindelijk kon ik wat eten bestellen. Het was ook niet druk aan de bar. Waarschijnlijk omdat er weer andere wedstrijden aan de gang waren. Lekker een broodje worst! Maar voor ik dat broodje zo goed en wel achter mijn kiezen had begon de volgende wedstrijd al.

En zo ging de hele dag door. Na die wedstrijd kwam snel de laatste wedstrijd. En na de laatste wedstrijd van ons moesten teamgenootjes nog fluiten. Ik wilde na afloop van de dag nog een drankje doen. Dit om mijn nieuwe teamgenootjes beter te leren kennen. Het drankje lukte, maar een kwartier later stond de taxi al klaar om mij naar huis te brengen. De sport rolstoelhockey is een leuke sport. Maar haasten van de ene wedstrijd naar de andere en weer naar taxi was iets wat ik even vergeten was.

Toeristisch solliciteren

Nog steeds ben ik erg hard bezig om een geschikte baan te vinden. Het sollicitatieproces is bij mij dus nog steeds in volle gang. Het leuke aan solliciteren is dat ik steeds meer plekken in Amsterdam leer kennen. Een dag van te voren zit ik dan ook echt uit te zoeken hoe ik het beste kan reizen. Ov9292.nl is hierdoor ook een favoriete site van mij, al heb ik soms het gevoel dat deze site mij ook wil zeggen: “Ik geef jou niet de snelste route naar je bestemming, maar zo zie je nog eens wat”.

Zo had ik afgelopen dinsdag een sollicitatiegesprek bij Dam Architecten. Dit bureau zit vlakbij Station Lelylaan om precies te zijn op de Schipluidenlaan. Ov9292 gaf aan om met de tram te gaan. Op zich prima. Bij Rietlandpark nam ik tram 10 naar het Leidseplein en daar stapte ik over op tram 1 naar Derkinderenstraat. Op zich liep alles op rolletjes. Maar toen ik in tram 1 aan de conducteur vroeg om bij Derkinderenstraat weer de plank uit te leggen gaf ze aan dat deze halte niet rolstoelvriendelijk was en dat ik beter tot Statoin Lelylaan kon gaan. In gedachten zat ik dan al dat ik dan beter de metro had kunnen nemen.

Het maakte voor het gesprek niet uit. In een eerdere blog heb ik al aangegeven dat ik voor het reizen ruim de tijd neem. Hierdoor was ik weer een uur te vroeg op mijn gesprek. Het grappige was dat meneer Dam dat niet eens wist en het gesprek kon eigenlijk meteen beginnen. Mevrouw Bisseling was ook bij het gesprek. Zij werkt voor de public relations bij Dam Architecten. Meneer Dam was erg onder de indruk van mijn curriculum vitae. Daar word ik altijd erg verlegen van. Zelf heb ik het gevoel dat ik nog niets bereikt heb en dat ik mij nog moet bewijzen.

Het was een kennismakingsgesprek en dat betekent dat er niets belooft kan worden . Maar altijd goed om zo’n gesprek aan te gaan. Zo leren ze mij kennen. Er was wel een brainstormgedachten over een project waar ik aan zou kunnen werken. Na het gesprek kreeg ik nog een rondleiding door het bureau. Het ontbreekt de medewerkers van dit bureau aan niets. Zo is het eetgedeelte heel relax. Met mooie stoelen en een echte bar, die niet zou misstaan in een hotel als het Hilton. Maar dan is het ook echt hard werken bij een bureau als Dam Architecten.

Het kwam er weer op aan om aan de terugrit te beginnen. De gedachten om de metro te nemen was ik al weer vergeten. En ik zag dat bij Station Lelylaan twee trams vertrokken, tram 1 en tram 17. Eerst kwam tram 17 langs en er stond dat deze uiteindelijk ook zou eindigen bij het Centraal Station. Hierdoor dacht ik dat ik net zo goed deze tram kon nemen. Dit heeft ervoor dat ik echt een City tour door Amsterdam kreeg. Heel Oud-West heb ik gezien en de Kinkerbuurt vind ik altijd wel mooi om doorheen te rijden. Vanaf Centraal Station is het toch maar even een kort stukje langs het IJ. Zo heb ik een sollicitatiegesprek gecombineerd met een toeristische trip.

Ajax here we come!

In eerdere blogs heb ik al eens verteld over mijn ervaringen met reizen met tram en metro  (http://wijreddenonswel.nl/werk-ervaring-marnix-brockmeier-deel-2/). Reizen naar een voetbalwedstrijd is weer een hele andere ervaring. Op elkaar gedrukt ga je de metro in. Dit omdat iedereen op het zelfde moment de Arena verlaat. Het verschil tussen reizen met de metro en reizen met de tram is dat ze mij minder vreemd aan kijken. Mensen roepen: “Even doordrukken, er moet nog een rolstoel bij.” Dan sta ik daar tussen de bezwete mede-supporters. Zo dicht op elkaar dat de geuren van elkaar te ruiken zijn. Je weet wat ze voor de wedstrijd gedronken en gegeten hebben.

Gisteren nam ik weer de trip naar de Arena om onze jongens naar een overwinning te schreeuwen tegen geelzwarten uit Arnhem. Met mijn vriend Pieter had ik afgesproken om voor de wedstrijd nog een hapje te eten. Na het hapje eten gingen we naar het Grolsch Café om met de andere rood-wit gekleurden al te drinken op de overwinning. Want dat is onze Amsterdamsche bluf, we gaan er al vanuit dat we al gewonnen hebben.

Dan druppelen de supporters de Arena in. De landskampioenschap van vorig jaar heeft de Amsterdamsche bluf weer laten leven. Er wordt weer gezongen als ’95. Alsof we elke week weer 7, 8-0 winnen. Onze jongens hebben het de eerste helft moeilijk. Maar we blijven ze aanmoedigen en de tweede helft leidt dit tot het juiste resultaat.

De terugreis is weer aangebroken en ze maken weer ruimte voor mij in de metro. Dat is het teken dat ik erbij hoor. Allen voor één, één voor allen! De geuren van zweet zijn weer te ruiken. En de man naast mij heeft een shoarmatje op dat goed met knoflook gevuld was.  Maar ik zit er niet mee. Dit is de geur van overwinning. Wij zijn Ajax en wij zijn de beste!