Verbeteringen beginnen lokaal

We zijn alweer een eindje op weg in 2018. Sinds begin deze maand heb ik een jaarcontract bij de gemeente. Daarnaast zijn er weer bijna de gemeenteraadsverkiezingen. Er zijn volop debatten en en wordt weer campagne gevoerd. Kortom ik kan mij niet beter voelen. Vorige week vrijdag was ik bij de lijsttrekkersdebat van De Balie. Het zegt toch wat over de stad Amsterdam dat de nationale lijsttrekkers hier komen om het over Amsterdamse onderwerpen te hebben.

Republiek Amsterdam
Ze zeggen wel eens dat Amsterdam een republiek is. En misschien is dat ook wel een beetje zo. Ze hebben hun eigen politiek, dat vaak anders gekleurd is dan de nationale politiek. De komende tijd zijn er in de stad weer veel debatten tot aan de verkiezingen op 21 maart. Dit leeft in Amsterdam als in geen enkele andere stad. Zo is er aanstaande dinsdag het verkiezingsdebat van Cliëntenbelang. In Hotel Arena verzamelen kandidaatsraadsleden van twaalf verschillende partijen om te debatteren over gelijke kansen voor iedereen, een toegankelijke en inclusieve stad en goede betaalbare zorg.

Hoe ver zijn we?
Het is nu twee jaar geleden dat de Tweede Kamer besloten heeft het VN-verdrag inzake rechten voor personen met een handicap te ratificeren. Vanaf 14 juli 2016 is het verdrag in werking. Maar wat wordt er nu werkelijk gedaan om aan de eisen te voldoen dat dit verdrag stelt? Hoe ver zijn we als stad? Dit zijn belangrijkere vragen. Naar verwachting komt dit zeker aan de orde tijdens het debat. Twee jaar geleden was ik ontzettend blij toen het verdrag geratificeerd zou worden. Ik denk nog steeds dat het ratificeren van dit verdrag leidt naar veel positieve veranderingen. Dat openbaar gebouwen toegankelijker worden, dat reizen met het openbaar vervoer nog makkelijker gaat en dat iedereen evenveel kansen heeft op onderwijs en werk.

Een kwestie van een lange adem
Natuurlijk kan Nederland en Amsterdam niet van de één op de andere dag voldoen aan de eisen van dit verdrag. Hiervoor moet je ook een lange adem hebben van wel jaren. En ik geloof ook werkelijk dat we uiteindelijk aan de eisen gaan voldoen die het verdrag stelt. Maar in oktober vorig jaar was ik bij de thema-avond ‘Stad zonder grenzen’. Hier sprak wethouder Eric van der Burg en het klonk redelijk vrijblijvend. Het zou nog wel tientallen jaren duren voordat Amsterdam echt aan de eisen voldoet wat het verdrag stelt. Hij gaf ook niet echt doelstellingen.

Langzaam stappen vooruit
Op de site van het College van de rechten van de Mens staat dat een VN-comité zal rapporteren over het implementeren van het verdrag. De eerste keer zal dat zijn in juni van dit jaar. Daarna zal dit elke vier jaar gebeuren. Maar ik ben natuurlijk geen jurist en op papier zal dit allemaal wel kloppen. Ik kan dus alleen zien wat er in de praktijk gebeurd. En dan vind ik het toch langzaam gaan en kan ik niet begrijpen waarom sommige dingen tientallen jaren moeten duren.

Het begint lokaal
Begrijp mij niet verkeerd. Ik heb een fantastisch leven en in een stad als Amsterdam kom je overal met tram, metro en bus. Maar soms kan het in Nederland zo lang duren om een besluit te nemen. En dan zie je dat landen om ons heen toch op ons voorlopen. Zoals de toegankelijkheid van toiletten van cafés en restaurants in Groot-Brittannië. Ik ben ervan overtuigd dat de beste manier om hier verandering in te brengen je naaste omgeving is. De mensen in jouw omgeving er bewust van laten worden. Daarom zet ik mij ook graag in voor Onbeperkt Oost en vind ik de lokale politiek zoveel interessanter dan de nationale politiek. Daarom kijk ik uit naar alle mooie debatten die deze stad nog in het vooruitzicht heeft. Als eerste het debat van Cliëntenbelang aanstaande dinsdag.

D66: Kansen voor iedereen

Nog een paar dagen voor de verkiezingen en de spanning stijgt. De Landelijke bustour van D66 is beland in mijn stadsdeel. De bus parkeert op het Javaplein. Zo’n grote bus heeft ook meteen de aandacht van de mensen op straat. Die komt niet zo vaak op dit plein. Door de mensen uit de bus hebben we nog nooit zo’n grote groep gehad die meedoen aan een flyeractie. Uit de bus komen onder andere kandidaten voor Tweede Kamer Ingrid van Engelshoven en Vera Bergkamp rollen. De grote stoet vergezellen de kandidaten door de Javastraat naar de Dappermarkt.

Het is het einde van de middag. Iedereen wordt overdondert door de grote stoet. Er zijn minder mensen op de markt dan campagnevoerders. Wij staan met onze flyers maar een beetje mee te lachen als de kandidaten in gesprek zijn met de kiezer. De marktkooplui ruimen hun kraampjes al op. Wij gaan richting de Meevaart. Hier houden verschillende mensen hun pitches waar Vera en Ingrid naar luisteren. Heel verrassend voor mij was dat Thiandi een pitch hield over inclusief onderwijs.

Thiandi is een bijzonder persoon die ik ongeveer vijf jaar geleden heb leren kennen bij een evenement over inclusiviteit georganiseerd door de Vrije Universiteit. Hier vertelde ze voornamelijk haar levensverhaal en promoten haar boek “Doe Normaal”. Ondanks dat ze continu geluiden maakt en niet rustig haar verhaal kan vertellen is ze wel slim en afgestuurd. In Nederland kreeg ze niet de mogelijkheid om het onderwijs te volgen die ze aan kon. Dus koos ze voor Italië, waar ze dat wel kon krijgen. Nu hield ze een pitch voor de twee dames van D66 waarin ze vertelde dat het onderwijs in Nederland nog steeds niet inclusief genoeg is.

D66 is voor kansen voor iedereen en goed onderwijs. Ik denk dat deze twee dames er echt voor staan om onderwijs echt inclusief te maken. Maar om dit werkelijkheid te maken heb je een lange adem nodig. Veel mensen in onze samenleving hebben weinig te maken met iemand met een beperking en weten daardoor niet wat het betekent om een beperking te hebben en wat daarbij komt kijken. Ik ben er dan ook van overtuigt dat mensen met een beperking zich mogen laten zien in de samenleving. Als je dat doet worden mensen er bewuster van en begrijpen beter wat het betekent. Dan kan er verandering komen. Met het onderteken van het VN-verdrag zijn we pas aan het begin.

Vandaag was ik weer vroeg bij het Amstelstation om kiezers nog op het laatste moment te overtuigen voor goed werk, goede zorg en goed onderwijs. Na ’s ochtend nog even een koffie te hebben genomen is het alleen nog maar met een lach een flyer in de hand drukken. Vertellen dat je vooral moet stemmen. Vanmiddag ga ik ook nog even naar het Amstelstation. De meeste mensen zullen hun stem dan al hebben uitgebracht. Maar al is het alleen maar om nog zichtbaar op straat te zijn. Eén ding is duidelijk de afgelopen twee maanden was D66 Amsterdam-Oost aanwezig.

Dan volgt als laatst hopelijk nog een feestje. Het zal nog lang onrustig zijn in P96 op de Prinsengracht. Morgenochtend zal ik weer met kleine oogjes aanwezig zijn op mijn werk. Maar dat maakt niet. Dat is het waard. Ik heb mijn burgerplicht gedaan. Ik stem vandaag D66. Nu maar afwachten.

Een mooi land als Nederland verdient goede zorg

Het is een donderdagavond en ik kom terug van een werkdag in Zeist. Na dat ik meer weet over het duurzaam beleggen, wat het pensioenfonds voor mensen in de zorg doet, houdt het ’s avonds niet op. In buurthuis Archipel organiseert D66 een thema-avond over laagdrempelige zorg en de diversiteit die daarbij hoort.

Terwijl ik vlakbij het buurthuis woon ben ik er nog nooit geweest. Misschien komt dat door het beeld wat ik heb bij buurthuizen. Als ik rond half 8 binnen kom is het nog vrij rustig. Ik word vriendelijk uit mijn jas geholpen. Na dat mij een koffie is aangeboden zoek ik een plekje in het publiek. Zoals ik van D66’ers gewend ben druipen ze rustig binnen. Zelfs een kwartier na de afgesproken tijd. Maar dat geeft ook een ontspannen sfeer.

Het is toch tijd om de avond af te trappen. Salima Belhaj, Tweede Kamerlid, opent de avond. Ze geeft het woord aan Raisa Hehenkamp. Raisa is politicoloog en houdt zich bezig met diversiteit in de zorg. Heel belangrijk hierbij is dat Nederland, en zeker Amsterdam, veel verschillende culturen kent. Maar daarnaast zijn er nog talloze verschillen. Zoals seksuele voorkeuren of sociale achtergrond. Eigenlijk is elk persoon wel verschillend. Zo kennen we dus ruim 17 miljoen diversiteiten in Nederland. En iedereen heeft in zijn leven wel een keer zorg nodig. Dus zijn er 17 miljoen verschillende zorgvragen. We zouden eigenlijk meer moeten kijken naar deze zorgvragen en daar het zorgaanbod op aanpassen. Nu is het vaak andersom.

Astrid Wenneker is steunfractielid in Doetinchem en heeft een bedrijfje dat thuiszorg levert voor oudere mensen. Zij vertelt dat ze rekening houdt met de diversiteit van haar klanten. Zo neemt zij vooral 50-plussers aan omdat deze mensen meer raakvlakken hebben met haar klanten. Haar klanten kunnen hierdoor onder andere het Doetinchemse dialect blijven spreken. Een ander voorbeeld is een Surinaamse mevrouw met dementie dat verzorgt wordt door een Surinaamse. Als je lijdt aan dementie keer je vaak terug naar je kinderjaren. Deze verzorgster zorgde ervoor dat ze liedjes uit de jeugd van mevrouw zong waardoor ze weer opbloeide.

Maar hoe graag wij ook willen dat het zorgaanbod zich aanpast aan de zorgvraag. Het is moeilijk om dat ook werkelijk te realiseren. Zo heeft zorginstelling Cordaan een veel groter aantal klanten dan het bedrijfje van Astrid Wenneker. Om aan ieder zorgvraag te voldoen is dan moeilijk. Daarom ontwikkelt Cordaan samen met Philips een techniek om de klanten te volgen wat hij/zij doet de hele dag vertelt Eelco Damen, CEO van Cordaan. Met deze data kan je de behoefte van de klanten vastleggen. Een moeilijke vraag hierbij is: hoe waarborg je de privacy? Maar het is wel de toekomst dat we deze technieken gaan gebruiken.

De avond werd afgesloten door schrijfster Ronit Palache. Zij sloot af met een mooi verhaal over haar oma. Een verzorgster zag het als handig dat haar telefoonnummer getatoeëerd was op haar arm. Niet wetend dat het om een identificatienummer ging die ze kreeg in het concentratiekamp. Een pijnlijke situatie dat haar oma goed oppakte. Daarom is het zo belangrijk om er hard voor te zorgen dat het zorgaanbod zich aanpast aan de zorgvraag. Nederland is namelijk een mooi land. Iedereen verdient hier een waardig en mooi leven tot het eind. Hier moet wij voor knokken. Al kost het vele jaren.

Meer verantwoording voor gemeenten. Een hele zorg

DSCN0016

Terwijl 19 maart steeds dichterbij komt maakt Amsterdam zich op voor steeds meer debatten. Afgelopen week zat vol met debatten over de zorg. En dat is belangrijk want na 19 maart zijn gemeenten meer verantwoordelijk voor de zorgtaken. Het begon afgelopen dinsdag. In de hol van de leeuw durfde ik het aan om met mijn D66-vest bij een zorgdebat te zitten van Abvakabo. Ik realiseerde mij niet dat dit vooral een debat voor de leden was. Ik dacht dat er ook meer aanhang zou zijn van andere partijen. Maar het was voor de Abvakabo-leden die dit geen debat noemde, maar actie!

De rit naar de Burcht van Berlage vind ik een hele mooie route. Je rijdt dan via de Sarphatistraat langs de Plantage Middenlaan voorbij Artis. Altijd mooie planten en parkjes midden in het hartje van Amsterdam. Net als ik de Henri Polaklaan in rijd kom ik Meltem op de fiets tegen. In ieder geval weet ik dat ik goed zit. Bij de ingang van de Burcht is het even zoeken naar de ingang voor mij. Een gigantische trap naar boven ziet er niet heel uitnodigend uit voor mij. Uiteindelijk blijkt er naast de trap een afritje naar beneden te zijn die de toegang biedt voor een rolstoel.

Eenmaal binnen kom je er achter dat de Burcht gebouwd is in de bouwstijl uit het einde van de 19e eeuw. Het is een erg statisch gebouw, waar Berlage ook wel om bekend staat. In één van de zalen binnen de dikke muren zal straks het debat plaatsvinden. De Abvakabo-leden zitten er al klaar voor. Met hun Abvakabo-sjaals, petjes en ondertekende petities in hun hand zullen ze de debatdeelnemers straks even flink de waarheid vertellen. Eén van de leden komt op mij af om te vragen of ik de petitie wil onderteken. Als ik mijn jas uit doe en ze ziet mijn D66-vest er onder deinsde ze weg.

Natuurlijk was dit debat georganiseerd door de Abvakabo, dus dat er veel van hun leden aanwezig waren is logisch. Maar ik dacht dat er meer achterban zou zijn van de verschillende politieke partijen de uitgenodigd waren. Uiteindelijk stond ik een beetje alleen in mijn D66-vest. Gelukkig was Meltem er ook en die laat zich altijd wel horen, dus voelde ik mij niet helemaal alleen. Toen het debat verder vorderde bleek het al snel dat het een vakbondsgehalte te hebben.

Zo was er een stelling die er al vanuit ging als je voor bezuinigen was op de zorg je automatisch ook voor verslechtering van de zorg was. Het debat werd geleid door Lilian Marijnissen, een rasechte SP’er. Dus de bezorgde verzorgers kregen ruimschoots het  woord. Daarnaast was er een ronde met verschillende stellingen. Als je eens was met de stelling moest je een groen bordje omhoog houden en wanneer je niet met de stelling eens was een rood bordje. Ruimte voor nuance, zoals D66 het graag ziet, was er niet. De bezorgde verzorgers begrepen daarnaast ook niet dat over sommige onderwerpen de landelijke politiek gaat en dat de gemeente daar niets over te zeggen heeft.

De volgende dag was er een nieuw debat in Hotel Arena. Dit werd georganiseerd door Cliëntenbelangen Amsterdam. Dit debat werd aan elkaar gepraat door Frenk van der Linden. Het had een veel ruimere invalshoek. Terwijl het debat van Abvakabo echt gericht was op de verzorging was het debat van Cliëntenbelangen ook gericht op de participatie-wetgeving en toegankelijkheid. Je zag ook echt dat Frenk van de Linden ervaring had met debatten leiden als journalist. Hij stelde de juiste vragen waardoor je als antwoordgever moeilijk kon afwijken van de vraag. Daarnaast letten hij goed op de tijd.

De eerste aftrap van de zorgdebatten heeft vorige week plaatsgevonden. Aanstaande woensdag is er nog één zorgdebat. In de Meevaart in de Balistraat. Daarna moet de kiezer beslissen. En er valt wat te kiezen nu de gemeenten meer verantwoording moeten dragen voor de zorg. De spanning stijgt. Wordt D66 eindelijk eens de grootste in Amsterdam?

Week vol congressen

tram

Twee weken geleden had ik twee congressen in één week, dat kun je wel een week vol congressen noemen. Het begon met het stadscongres van D66. Een mooi moment om de kandidaten te presenteren op voor de Amsterdamse gemeenteraad. Voor mij was dit een hele tocht van het oosten naar het westen van de stad. Het grappige is wel dat je deze tocht kan maken zonder over te stappen met de tram. Ik kan opstappen op het Javaplein en uitstappen bij Admiraal De Ruijterweg. Eenmaal daar aangekomen kon de weg toch niet helemaal vinden. Ik ken Amsterdam-West ook niet zo goed en kaartkijken is ook niet mijn beste eigenschap. En als ik dan aan mensen ga vragen waar Midwest is, terwijl ik denk dat het een hotel is en het blijkt een buurthuis te zijn, dan kom je ook niet veel verder.

Aangekomen bij het buurthuis blijkt het gebouw niet erg toegankelijk te zijn voor rolstoelen. Gelukkig ben ik een bekend gezicht aan het worden bij D66 in Amsterdam en vinden wat partijgenoten het helemaal niet vreemd om mij een handje te helpen. De openingsspeech van onze lijsttrekker, Jan Paternotte, was in het sporthalletje waar in klein trappetje naar leiden. Dit vroeg nog niet om zoveel tileigenschappen als wat later een uitdaging zou blijken. Jan Paternotte kondigde met trots de eerste dertien kandidaten op de lijst aan. Want zoveel, daar gaan we allemaal vanuit, komen straks in de raad.

Sinds ik actief ben voor D66 in Amsterdam ben ik er achter gekomen dat D66’ers niet zo heel tijd bewust zijn. Alles loopt uit, zo ook dit congres weer. Toen ik twee jaar geleden fractie-assistent was voor stadsdeel Oost en we hadden om acht uur een fractievergadering dan kwamen de meeste pas om kwart over acht binnen druppelen. In het begin was ik er al om tien voor acht om dat ik gewoon op tijd wilde zijn. Later kwam ik gewoon acht uur binnen dan was ik ook op tijd.  Maar ik vind het ook niet erg. Dat ze overal de tijd voor nemen betekent dat ze een gezellige en betrokken partij zijn.

Maar nu was toch echt de tijd aangebroken voor de eerste workshop. Nu werd wel wat van de tileigenschappen verwacht van mijn partijgenoten. De workshop Welzijn en Zorg was namelijk op de eerste verdieping en er was geen lift. Eigenlijk wel grappig dat ze de workshop Welzijn en Zorg boven hadden geplaatst, hierdoor dachten ze niet aan hun eigen welzijn, maar aan de andere kant hebben ze daarna wel weer zorg nodig.

Er was veel interesse voor de workshop Welzijn en Zorg. Maar ondanks deze interesse was de workshop wel goed georganiseerd. De mensen die aanwezig waren werden in groepjes van vier, vijf man verdeeld. Op papier stonden verschillende standpunten en als groepje moest je over de standpunten discussiëren. Je moest als groepje aangeven met welke twee standpunten je minder eens was en over welke standpunten je erg positief was. Op het einde van de workshop verkondigde dan één persoon van het groepje de uitkomsten van hun groepje.

Er stonden redelijk wat standpunten bij waar ik mij in kon vinden en wat naar mijn mening een logisch D66-geluid is. Zo was een heel goed standpunt een vrijere markt voor zorgverleners. Dat patiënten meer vrijheid krijgen om hun eigen zorgverlener te kiezen. Al dacht ik dat daar al een grotere vrijheid in was. Sinds staatssecretaris Terpstra in 1998 de PGB (Persoonsgebonden Budget) heeft geïntroduceerd zou er toch juist meer keuzevrijheid daar in moeten zijn. Daarnaast waren er wat negatieve geluiden over de mantelzorg. Veel mensen denken dat zij later hun oudere familieleden moet verzorgen, maar volgens mij kun je samen afspraken maken dat iemand die in de buurt woont daarvoor zorgt.

Na de workshop was er nog tijd voor wat koffie voordat de tweede workshop begon.  Het was weer in het kleine sporthalletje, dus dat vergde wat minder tilwerk. Ik nam deel aan de workshop Inkomen en Participatie. Het was een heel wat kleinere groep dan de workshop Welzijn en Zorg. Deze workshop ging over participeren in de samenleving. Ook als je werkloos bent moet je gemotiveerd worden om mee te doen in de samenleving. In het groepje zaten veel meer mensen die hier verstand van hadden dan ik, dus ik luisterde voornamelijk geïnteresseerd mee.

Het congres werd gebruikelijk afgesloten met een borrel. Voor eind september was het nog opvallend mooi weer, dus de borrel werd buiten gehouden. Nog even wat na kletsen met mensen die ik goed ken en afspraken maken om het te hebben over actiepunten voor de campagne. Ik was niet lang bij de borrel, want ik moest nog de hele reis terug maken naar oost. De volgende reis zou nog verder zijn. Helemaal naar Eindhoven voor het WGP-congres. Daar over vertel ik later.