In eerdere blogs heb ik al eens verteld over mijn ervaringen met reizen met tram en metro (http://wijreddenonswel.nl/werk-ervaring-marnix-brockmeier-deel-2/). Reizen naar een voetbalwedstrijd is weer een hele andere ervaring. Op elkaar gedrukt ga je de metro in. Dit omdat iedereen op het zelfde moment de Arena verlaat. Het verschil tussen reizen met de metro en reizen met de tram is dat ze mij minder vreemd aan kijken. Mensen roepen: “Even doordrukken, er moet nog een rolstoel bij.” Dan sta ik daar tussen de bezwete mede-supporters. Zo dicht op elkaar dat de geuren van elkaar te ruiken zijn. Je weet wat ze voor de wedstrijd gedronken en gegeten hebben.
Gisteren nam ik weer de trip naar de Arena om onze jongens naar een overwinning te schreeuwen tegen geelzwarten uit Arnhem. Met mijn vriend Pieter had ik afgesproken om voor de wedstrijd nog een hapje te eten. Na het hapje eten gingen we naar het Grolsch Café om met de andere rood-wit gekleurden al te drinken op de overwinning. Want dat is onze Amsterdamsche bluf, we gaan er al vanuit dat we al gewonnen hebben.
Dan druppelen de supporters de Arena in. De landskampioenschap van vorig jaar heeft de Amsterdamsche bluf weer laten leven. Er wordt weer gezongen als ’95. Alsof we elke week weer 7, 8-0 winnen. Onze jongens hebben het de eerste helft moeilijk. Maar we blijven ze aanmoedigen en de tweede helft leidt dit tot het juiste resultaat.
De terugreis is weer aangebroken en ze maken weer ruimte voor mij in de metro. Dat is het teken dat ik erbij hoor. Allen voor één, één voor allen! De geuren van zweet zijn weer te ruiken. En de man naast mij heeft een shoarmatje op dat goed met knoflook gevuld was. Maar ik zit er niet mee. Dit is de geur van overwinning. Wij zijn Ajax en wij zijn de beste!