Motivatie tot zoeken van werk

Het was een vroeg opstaan om weer een ervaring rijker te zijn bij de zoektocht naar een baan. Net in pak ging ik rond acht uur op weg naar Utrecht. Rond kwart voor negen was ik bij het gebouw van Capgemini voor de trainingsdag van Cap100. We kregen eerst koffie voorgeschoteld tot dat alle ‘talenten’ aanwezig waren. Met uitzondering van twee of drie, die hadden aangegeven later te komen, gingen we met zijn allen naar boven.

Na een uitleg wat Cap100 is en wat Cap100 als doel heeft werd er verteld wat voor verschillende dagen Cap100 organiseert.  Vandaag was het een dag in het teken van empowerment. Deze dag is gericht op uit te vinden waar je kracht zit tijdens het solliciteren. Hoe kun je het beste aangeven waar jouw positieve punten zitten? Ook, al heeft dat weinig met empowerment te maken, kwam naar voren wat je wel niet zou zeggen tijdens een sollicitatiegesprek. Hoe ga je sollicitatiegesprek in?

Een andere dag wat Cap100 organiseert is een kennismakingsdag met de verschillende organisaties waar een samenwerking mee aangegaan is. De sollicitatieprocedure van de verschillende organisaties ziet er bij elke organisatie weer anders uit. Daarnaast zijn er ook kleinere bedrijven die af en toe een vacature sturen naar Cap100. Deze bedrijven willen gewoon hun vacature vullen met iemand die een handicap heeft terwijl een grotere organisatie denkt aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Voor de werknemers geldt hierbij dat zij het boegbeeld zijn van de gehele samenleving. De verscheidenheid die de samenleving kent moet terug te zien zijn op de werkvloer.

Na een koffiepauze werd vertelt wat Lucille Werner vindt waar je op moet richten als je bepaald doel stelt. Het eerste is: Je moet aankunnen geven dat je de moeite waard bent. Het tweede: Focus op je mogelijkheden en niet op je beperkingen. Als derde: Neem de regie in eigen hand. En als laatste: Durf te dromen.

De organisator die dit verhaal vertelde had een mooi voorbeeld gericht op haar zelf bij het derde punt: Neem regie in eigen hand. Toen zij na het auto-ongeluk op haar zestienden zonder linkerarm kwam te zitten wilde ze zoals vroeger wel weer volleyballen. Dit ging ze doen bij haar oude vereniging, door haar handicap wel een niveau lager. Uiteindelijk werd ze daar gezien door de bondscoach van het zitvolleybalteam. Dit heeft een wereld voor haar open gemaakt en ze heeft de Paralympische Spelen meegemaakt in Beijing. Als ze niet de regie in eigen handen had gehouden had ze dat niet bereikt.

Na wat lekkere bolletjes kaas en ham was het tijd voor het middagprogramma. Het was de bedoeling dat het gevuld zou worden met een sollicitatietraining. We in drie groepjes verdeeld. Wat uiteindelijk betekende dat het een groepje van zeven was. Het was de bedoeling dat het een sollicitatietraining was. Uiteindelijk was er al veel tijd nodig voor het voorstellen van iedereen. Ik kreeg een beetje het gevoel dat ik in een groepje zat met drankproblemen. Het ging namelijk een beetje zo: “Mijn naam is Marnix.” En dat iedereen dan zei: “Dag Marnix”. De acteur die leiding van het groepje had gaf iedereen nog wel persoonlijke adviezen, maar voor echt een sollicitatietraining was geen tijd.

Als afloop moest er nog een foto gemaakt worden met een paarse achtergrond. Dit is de kleur die Cap100 gebruikt. Dit ging sneller dan ik dacht. Je moest namelijk op je beurt wachten en het kosten wel even tijd om goed achter de paarse achtergrond te komen.

In de grote hal van Capgemini was het wachten op de taxi. Het grappige van Capgemini is dat alles groot is en dan de invalide toilet wel erg krap. Wat toch een beetje een contrast is. Maar toen ik met veel moeite toch de toilet heb overwonnen kon de tocht terug naar Amsterdam beginnen. Thuis gekomen was ik moe deze dag. Reden om uit mijn favorieten Thuisbezorgd aan te klikken.

Overal stukken karton

Het is weer woensdag. Weer tijd om uit te pakken. Vandaag letterlijk. Ik ga het namelijk hebben over: pakketjes per post

Het is toch vreemd. Ik ben alweer de tijd vergeten toen internet nog niet bestond. De afgelopen tien jaar lijkt het zelfs dat er niet zonder internet geleefd kan worden In 1998 ging ik zelfstandig leren wonen in een jongerenwoonvorm in Arnhem. Je kreeg een eigen telefoonnummer en elke maand moest je de telefoonrekening betalen en daar zaten de tikken van het internet bij. Hierdoor paste je wel op om niet te veel te interneten. Nu staat het internet continu aan, 24/7.

Dat het internet continu beschikbaar is heeft zijn voor- en nadelen. De oudere generatie, zoals mijn vader, begrijpt niet de hele ophef die ontstond toen bij de BlackBerry de internetdienst niet meer werkte. “Als of er niets anders meer is als er geen internet is. Ik heb meer dan het grootste gedeelte van mijn leven zonder internet geleefd.” Dit soort reacties begrijp ik wel. Tegenwoordig verteld iedereen over elke scheet die hij gelaten heeft op Twitter. Houd sommige dingen maar voor je zelf.

Maar het heeft ook voordelen, zoals producten bestellen. Producten bestellen via internet doe ik dan ook in regelmaat. Natuurlijk voor iedereen is het handig, maar voor mensen die rolstoel gebonden brengt het nog meer gemak met zich mee. Een groter formaat van een product is moeilijk mee te nemen met je rolstoel. De afstand van de winkel naar je huis heeft daar ook mee te maken. Iemand hangt je net gekochte Blu-ray speler achterop je rolstoel. Tijdens je tocht naar huis valt de speler op de   grond en is het handvat van je plasticzak gescheurd. Hierdoor is de speler nog moeilijker mee te nemen en de kans is er dat de speler ook stuk is. Dus daarom bestellen via internet.

Wanneer ik weer eens iets gekocht heb bij mijn favoriete internetwinkel dan heb ik het meestal de dag erna al in huis. Ik ben dan als een kind zo blij en wil het meteen openen. Maar dan begint de ellende. Het pakketje is een kartonnen doos. Er staan allerlei pijlen op de doos die aanwijzen waar je het moet openen. Maar waar wijzen die pijlen naar? Dan maar grof geweld, het gaat niet om de doos. Vaak lukt het wel. Er zijn alleen maar kartonnen stukken. Totaal niet meer als doos te gebruiken.

Maar soms is er ook meters tape om het pakket gestopt dan krijg ik de doos niet open. Dan maar mijn zorg oproepen. Ze zijn nog ergens mee bezig. Maar ik kan niet wachten! Mijn buurman. Ja, hoor is thuis. Toch is weer mijn pakketje opengegaan.

Zo zie je dat er altijd een oplossing is. Ik wil wel altijd meteen mijn nieuwe aanwinst zien. Dit had ik al als klein kind tijdens cadeautjes krijgen meteen kapot scheuren. Van mijn opa moesten we de verpakking netjes open maken. “De verpakking kan altijd hergebruikt worden.” Dat kon mij niets schelen. Ik wil mijn cadeau!

Een week gericht op solliciteren

Ondanks dat ik nu een mooie blog heb waar ik schrijf over verschillende onderwerpen is mijn doel nog steeds om een passende baan te vinden. Dit stond afgelopen week dan ook onder de aandacht. Zo had ik vorige week maandag een gesprek bij Price Waterhouse Coopers (PwC) en woensdag had ik een intakegesprek bij Cap100, de organisatie van Lucille Werner. Zij komt één keer in de zoveel tijd met een selectie van 100 getalenteerde mensen met handicap en introduceert deze mensen aan het bedrijfsleven.

Voor het gesprek met PwC moest ik weer een tocht maken door Amsterdam. Bijna weer aan de andere kant van Amsterdam. Het kantoor van PwC is in de richting van Station Zuid. Toen ik bij de metrohalte was die het meest dichtbij is was het niet ver meer rijden. Dit had het resultaat dat ik een uur te vroeg was. Ik heb namelijk moeite met mijn oriëntatie. Dit zorgt ervoor dat ik vroeger van huis vertrek omdat ik tijd incalculeer voor fouten tijdens het reizen. Als ik eenmaal een plek ken heb ik er geen moeite meer mee. Gelukkig kreeg ik koffie aangeboden en lag er een goede krant in de wachtruimte.

Vlak voor mijn gesprek moest ik toch nog even naar de toilet. Wat er voor zorgde Human Resource Manager al op mij zat te wachten. Na dat ik met de lift naar boven ging was er lange gang naar de bewuste kamer waar ik het gesprek zou hebben. Een organisatie als PwC heeft zelfs een grote lange verdieping over voor Human Resource. Het was een goed gesprek. Ik kon goed duidelijk maken waar mijn kwaliteiten liggen en wat ik in het verleden gedaan heb. Dit was wel een kennismakingsgesprek waaruit gekeken zou worden of er iets voor mij is. Daarnaast wil ze haar netwerk gebruiken om te kijken of collega HR-managers ook iets voor mij zouden kunnen betekenen. Op het einde van het kwam toch nog Marloes langs. Haar ken ik van ’t Vossenhol en zij heeft mij geholpen aan dit gesprek. We kwamen overeen dat zij bij de volgende Vossenholweek niet meer hoefde uit te leggen wat ze doet. Daarna stond weer een terugrit op mij te wachten met de metro.

Twee dagen later had ik alweer een gesprek. Nu met de Cap100 begeleidsters en dit was grappig genoeg bij Capgemini in Utrecht. Het zit in de naam. Cap100 wil steeds een groep van 100 talenten met lichamelijke handicap onder de aandacht brengen aan het bedrijfsleven. Ik weet niet of ik echt zo’n groot talent ben, maar ik zou graag werkervaring willen opbouwen bij een grotere organisatie. Daarnaast denk ik dat ik bij zo’n organisatie veel kan leren.

Alhoewel ik veel te vroeg aanwezig was in Utrecht kon ik vrij snel met gesprek beginnen. De vorige kandidaat was ook vroeger aanwezig waardoor dat gesprek al achter de rug was. Het was weer een goed gesprek. Ik krijg steeds meer ervaring in dit soort gesprekken. Ik voelde dat het een goed gesprek was en ik moet mij nu goed voorbereiden op de trainingsdag van volgende week.

Doordat het gesprek vroeger plaatsvond was het ook langer wachten op de taxi. Gelukkig waren er gezellige medepassagiers. En groep van gepensioneerde Amsterdammers. Dit waren echte Amsterdammers dat kon je horen. Ik vertelde dat ik nu bijna twee jaar in Amsterdam woon en dat mij zo beviel dat ik er nooit meer weg wil. Dat konden zij goed begrijpen. De dames woonden op IJburg en ik vroeg ook of dat beviel en niet waf afgelegen lag van de rest van Amsterdam. Maar ze woonden er prima en je bent zo in de stad. Wat een rit naar Utrecht niet kan opleveren.

Heerlijk, helder, Grolsch

Weer is het woensdag geweest. Maar nu dan toch de rubriek ‘Uitpakken’: Vandaag: De Grolschbeugel

Vanaf mijn zestiende verjaardag mag ik alcoholische dranken drinken. Mijn ouders hadden de afspraak dat wanneer we tot ons zestiende geen alcohol dronken we een mooi geldbedrag kregen. Vanaf de dag dat ik dus mag drinken blijft bier toch mijn favoriete alcoholische drank.

Tijdens examenfeestjes drink je wel verschillende mixjes, maar tijdens je studententijd is er eigenlijk bijna alleen maar de mogelijkheid tot bier en als je daarna nog eens een mixje probeert vind je het allemaal te zoet. Dus blijft het bij mij bij bier. En dan voornamelijk Grolsch. Je favoriete biermerk is namelijk wat jouw sociëteit schonk, volgens mij. En mijn sociëteit schonk Grolsch.

Daarom koop ik, naast dat ik steeds meer Belgische biertjes lekker ga vinden, Grolsch. En wat is er niet mooier dan de Grolschbeugel?  Heel makkelijk los te trekken. In ieder geval als je geen handicap hebt. Er moet toch een bepaalde kracht gezet worden die niet door iedereen gezet kan worden.

Natuurlijk kun je ook bier kopen met bierdoppen  of in blik. Voor bierdoppen zijn er al uitvindingen gedaan om makkelijker de dop eraf te krijgen. Zo is er een apparaat dat je op de dop zet en door er op te drukken trekt het apparaat de dop eraf. Maar ik blijf de Grolschbeugel toch zo iets moois vinden. Ik heb er ook iets op gevonden om de beugel toch los te krijgen. Ik klem de fles tussen mijn rechterarm en dan met mijn linkerhand los trekken. Dan kan ik genieten van een heerlijk biertje uit een Grolschbeugel.

Bron: forum.fok.nl

Gedreven scholieren

Afgelopen week trotseerde ik het weer om een aantal dagen op IJburg te zijn. Als vrijwilliger deed ik namelijk mee aan het project ‘Kan Ik Binnenkomen’. Hierover heb ik al verteld op de blog GeenBeperking.nl, http://www.geenbeperking.nl/Blogs/11-10-12/Schouwen_is_een_kunst.aspx. ‘Kan Ik Binnenkomen’ is een project dat georganiseerd is door gehandicaptenbelangenorganisatie Onbeperkt Oost. De vrijwilligers gaan met een groep VMBO-scholieren mee om openbare gebouwen te schouwen. Zijn de deuren wel breed genoeg? Kan de invalide persoon wel goed bij de balie komen? Maar er wordt ook gekeken naar punten die van belang zijn voor visuele gehandicapten.

In mijn vorige blog hierover schreef ik hoe moeilijk ik het vond om de concentratie vast te blijven houden bij de groep scholieren. Toch moet ik zeggen dat het in de loop van de week beter ging. De scholieren gingen steeds zorgvuldiger te werk. Op het einde van de week waren de formulieren echt goed ingevuld en er waren bijna geen opmerkingen. Waardig om te plaatsen op toegankelijkamsterdam.nl.

Voor mij was dit echt een inspirerende week. Naast dat het voor de scholieren, voornamelijk allochtonen, de eerste kennismaking was met mensen met een handicap maakte deze groep ook indruk op mij. Het is namelijk wel een groep pubers, 14 of 15 jaar, die veel grappen onderling met elkaar uithalen. Toch toonden ze sympathie voor ons. Ze konden zelfs boos worden omdat ze niet snapten dat op sommige punten geen rekening werd gehouden.

Daarnaast zijn de scholieren ook echt gedreven. Ze willen wat van hun leven maken zoals ieder ander. De één wil arts worden en de ander accountant. Maar ze willen er echt voor gaan en dit zag ik ook terug op de laatste dag. Voor hun stage was het ook de bedoeling dat ze een vrijwilliger interviewde. Zo vroegen ze aan mij of ik geïnterviewd mocht worden. De vragen waren echt goed voorbereid en ik moest echt even nadenken over sommige antwoorden. Ook namen ze de tijd om de antwoorden goed op te schrijven.

Na het interview was de stageweek echt voorbij. Je zag ook dat ze opgelucht waren, want de herfstvakantie stond voor de deur. Een weekje uitrusten na alle schoolperikelen. Dit kon ik ook herinneren van mijn schooltijd. Ik kon ook genieten van een weekje vrij. Je hoofd weer leegmaken om de rest van het schooljaar te presteren.

Dit was dan het einde van een indrukwekkende week. De kennismaking heeft aan beide kanten voor sympathie gezorgd. De groep scholieren maken voor het eerst kennis met mensen met een handicap en ik met een groep scholieren die ondanks alle vooroordelen gedreven zijn en het beste uit hun leven te halen. Dat is wat we ook gemeen met elkaar hebben.

Tot laatste uurtjes in stadsdeelkantoor

Het lijkt net of mijn tweede huis het stadsdeelkantoor is. Zo was ik afgelopen dinsdag weer te bewonderen in dit ‘huis’. Zo noemen ze het in ieder geval altijd in de Tweede Kamer. Het kabinet is welkom in het ‘huis’. Alleen was ik deze dag niet alleen aanwezig voor de commissievergadering. Voor de vergadering vond er namelijk een gesprek plaats tussen de fractievoorzitter, secretaris en mij. Zij vroegen af of ik interesse had en of ik het aan kon om de fractie van D66 in dit mooie stadsdeel te steunen.

Het was een open en toegankelijk gesprek. Daardoor kon ik op een vrij makkelijke en rustige manier duidelijk maken waar mijn kwaliteiten lagen. In de mailwisseling met de fractievoorzitter schreef ik steeds geachte en sprak ik haar aan met u. Maar aan het begin werd al meteen duidelijk dat er getutoyeerd mocht worden.  De uitkomst is dat ik de komende maanden steunfractielid ben van D66 in Amsterdam-Oost. Het was strak schema. De fractievoorzitter moest meteen na het gesprek opdraven in de vergaderzaal.

Dit is nu de vierde keer dat ik een vergadering meemaak in het stadsdeel, maar het is de eerste keer dat er zoveel insprekers waren. Voor elke vergadering mag iedereen die maar in het stadsdeel woont zich opgeven om in te spreken. Dit zijn vragen die bewoners hebben op diverse vlakken. Meestal zijn dat maar één of twee personen. Deze keer waren het er een stuk meer. Gevolg was dat de hele vergadering gevuld werd met het laten spreken van de insprekers en het beantwoorden van deze personen.

Bijna alle onderwerpen gingen over participatie. De enige persoon dat een onderwerp aandroeg was een vrijwilliger van een jongerencentrum. Dit jongerencentrum zo een andere locatie krijgen, maar op heden is het nog onduidelijk wat de locatie zal worden van dit jongerencentrum. Daarnaast vind de spreker de communicatie tussen de exploitant, het stadsdeel en het jongerencentrum erg onduidelijk. Dit is misschien de grootste raakvlak die deze spreker heeft met de rest van de sprekers.

Bij participatie gaat het om het actief meedoen, meedenken en meebeslissen van bewoners. De sprekers waren het er over eens dat de plannen die het stadsdeel nu heeft te weinig biedt om te kunnen participeren.  De één vond dat er te veel nadruk lag om te participeren via internet. Volgens deze persoon zou net als vroeger er een contactambtenaar moeten worden aangewezen die hier zorg voor draagt. De ander vond dat ze als jongerenorganisatie te weinig inspraak hadden. Weer een ander vond dat er te weinig informatie naar buiten komt om creatieve activiteiten te ondersteunen.

Toen kregen de raadsleden de mogelijkheid om te antwoorden op de vragen over participatie. De ene partij vond inderdaad dat er weer contactambtenaren moeten worden aangewezen. Weer een andere partij vond dat er meer in buurten moest worden gedacht om participatie beter te realiseren. Maar er waren ook partijen die vonden dat participatie echt wel gerealiseerd kon worden via internet of social media. Eén partij vond dat participatie echt vanuit de burger moet komen.

Zo was het weer een laat en heet avondje in het stadsdeelkantoor. Dit moest afgesloten worden met een echt biertje van Brouwerij ’t IJ. Dit deden we maar bij MuzyQ. Zo verdient het verliesmakende muziekcentrum toch nog wat. En wat betreft participatie. Tot nu toe heb ik het gevoel dat ik daar alle mogelijkheden voor krijg.

Kinderlijk blij met een Amerikaanse droom

Het is weer een week geleden en tijd voor “Uitpakken!”. Vandaag: De ijsemmer van Ben & Jerry’s

Wie houdt er niet van ijs? Natuurlijk ik dus ook. Alleen boodschappen doen is voor mij al een hele opgave, laat staan ook nog eens koeltas meenemen om gekoeld het ijs thuis te brengen. Dat is de reden waarom ik alleen ijs heb wanneer ik bij Thuisbezorgd een pizza bestel.

Eenmaal het ijs in huis hebbend, dan is het meestal Ben & Jerry’s, bewaar ik het vaak voor een andere dag. Dan heb je namelijk nog een leuke verrassing voor de volgende dagen.

Ben & Jerry’s is mijn favoriete ijs.  Het mooie ervan vind ik ook dat het net als de ontwikkelaars van Google en Amerikaanse voorbeelden begint met een droom van jeugdvrienden en daarna wordt het een wereldsucces. Misschien zoals de American Dream bedoeld is.  Het unieke van Ben & Jerry’s zijn de smaken. Deze kom je in geen enkele andere ijssoort tegen. Je zou sommige combinaties ook niet bij elkaar bedacht hebben. Maar Ben en Jerry hebben dat wel bedacht. Cookie Dough vind ik nog wel het meest lekker.

Terug naar de emmer waar het unieke ijs in zit. Op de dag dat ik zin heb in ijs en ik het uit de vriezer heb gehaald, heeft het eerst nog een onhandige strip langs de deksel van de emmer. Nadat die eraf is en de deksel ook verwijderd is ben ik zo gelukkig om ijs te zien dat ik meteen wil scheppen. Maar het ijs is nog zo hard dat je er niet door komt met een lepel. Als het ijs een beetje gesmolten is probeer ik het opnieuw. Je moet het natuurlijk niet eten als het helemaal gesmolten is. Daarom is het nog steeds redelijk hard als ik schep en daarvoor moet ik zoveel kracht zetten waardoor er al een aantal lepels gesneuveld zijn. Maar ik ben zo kinderlijk blij met ijs dat ik dat ik daar gesneuvelde lepels voor over heb.

Nutteloze plasticjes

Deze week in de rubriek “Uitpakken!”: Plastic verpakking om de post heen

Veel post krijg je tegenwoordig niet meer via de brievenbus. Een paar brieven, de tijdschriften waar je op geabonneerd bent, het krantje van je favoriete voetbalclub en wat buurtkrantjes.  Maar dit kleine beetje post zorgt toch voor ergernissen. Deze tijdschriften en krantjes zijn namelijk voorzien van een plasticje.

Waarom wordt er zo’n plastic om tijdschriften en krantjes gestopt?  De enige reden is om de tijdschriften en krantjes mooi te houden. Zonder plastic komt de tijdschrift of het krantje toch ook aan. Daarnaast is het ook nog eens slecht voor het milieu.

Het open maken van deze plastic is ook erg lastig. Zeker als je maar één hand kunt gebruiken. Dit komt er op neer dat ik uiteindelijk mijn tanden moet gebruiken om het plastic los te maken. Naast dat dit niet goed is voor je tanden, komen er ook kleine stukjes plastic in mijn mond. Naar mijn inziend is de enige oplossing dus dat leveranciers de tijdschriften en  krantjes niet meer voorziet van plastic.

Het Lloyd Hotel, prachtig hotel. Maar wonen doe je liever thuis

Omdat het dus deze week de Week van de Toegankelijkheid is volsta ik niet met maar één keer schrijven over toegankelijkheid. In de uitleg van mijn blog schreef ik dat ik Amsterdam een prachtig stad vind en dat deze stad naar mijn mening ook rolstoelvriendelijk is. Dit wil alleen niet zeggen dat Amsterdam perfect is. Geen enkele stad is perfect, dus Amsterdam ook niet. Op gebied van toegankelijkheid zijn er altijd verbeteringen mogelijk.

Al eerder schreef ik over een vriendin die noodgedwongen thuis moest blijven omdat de lift stuk was. Die lift was gerepareerd binnen twee dagen. Deze dagen kon ze niet buitenshuis komen. Je zou denken opgelost. Nu is de lift wel gerepareerd. Niets is minder waar. Deze week moet ze net als een aantal maanden geleden, toen een nieuwe lift werd aangelegd, verblijven in het Lloyd Hotel. De lift wordt nu weer helemaal in orde gemaakt, blijkbaar waren de twee dagen niet genoeg om het op te lossen. Daarnaast krijgt de lift een vloerbedekking. Waarom deden ze dat niet meteen toen de lift werd aangelegd?

Het Lloyd Hotel is mooi hotel liggend aan het IJ. Het is niet vergelijken met andere hotels. Als je binnen komt in de lounge heeft het een mooie bar, met achter de bar zo’n kast dat door loopt tot het plafond. Voor de kast heb je een trap nodig om overal bij te komen. Mazzo, een Italiaans restaurant aan de Rozengracht heeft een vergelijkbare kast. Op de website van Mazzo is de achtergrond zelfs de kast, prachtig.  Daarnaast heeft de lounge van het Lloyd Hotel verschillinde banken opgesteld achterin. Waar een boekenkast bij staat dat niet verkeerd zou staan in elk gemiddeld huis. Dit geeft het hotel ook een huiselijke sfeer.

Maar wanneer je kijkt naar de toegankelijkheid voor een rolstoelgebruiker dan kan er nog redelijk wat verbetert worden aan dit hotel.  Het begint al bij het binnen komen van het hotel. Er is een trap om het hotel binnen te komen, daarnaast is wel een buitenlift. Dit vind ik al ondingen. Mijn hogeschool beschikte ook over een lift als deze. Het is een lift waarbij je aan de binnenkant moet blijven drukken op de knop naar beneden of naar boven te komen. Deze liften gaan snel kapot. Ze lijken meer kapot dan dat ze het doen. De gene die je naar boven moet helpen, dat moet met deze liften, die heeft ook nog wat tijd nodig om de lift te snappen. Want hoe vaak komt er nu iemand met een rolstoel in dit hotel? Eenmaal boven gekomen en naar de lounge gereden zijn de paden in de lounge heel smal. Je moet heel voorzichtig rijden anders kan je links of rechts tegen een tafel komen. Wil je toch weer terug naar het begin van de lounge dan zijn er nauwelijks plekken om te draaien. Ik moet wel zeggen dat de medewerkers van het Lloyd Hotel bereidt zijn om je op alle vlakke te helpen.

Terug naar mijn vriendin. Deze komende dagen moet ze verblijven in dit hotel. Deze vriendin is net als ik rolstoel gebonden. Ze heeft nog wel meer zorg nodig dan ik. Alhoewel de medewerkers aller vriendelijks zijn en alles voor haar willen doen, zijn de kamers in het hotel niet geschikt voor mensen in een rolstoel. De vriendin kreeg in eerste instantie een kamer toegewezen waar niet eens haar tillift in past. Na veel onderhandelen kreeg ze toch een ruimere kamer. Maar het blijft niet ideaal. Zo is het bed niet geschikt voor iemand in een rolstoel en heeft ze alleen maar last van dit bed.

Natuurlijk denkt een woningbouwvereniging dat ze dit goed hebben opgelost. Ze hebben een vervangende kamer geregeld en daarnaast betalen ze nog het eten en de drankjes. Maar ze begrijpen  niet dat het leven van deze personen ook doorgaat en dat ze gewoon het dagelijkse werk moeten doen. Dan komt zo’n verhuizing naar een hotel niet uit. Maar blijkbaar is het moeilijk om een lift snel te laten repareren. Dus moet je geduld opbrengen. Wat je als gehandicapten vaak moet doen.

Week van de Toegankelijkheid zorgt voor overdenking

Afgelopen zaterdag is de Week van de Toegankelijkheid begonnen, 1 t/m 7 oktober. Op dit gebied ben ik daar betrokken bij via het gehandicaptenplatform Onbeperkt Oost. Dit platform geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het stadsdeel. Na dat ik nu langer dan anderhalf jaar in Amsterdam woon leer ik steeds meer mensen uit mijn buurt kennen. Dit komt onder andere door dit platform.

Het was voor mij even wennen hoe zo’n gehandicaptenplatform te werk gaat. Daarnaast kom ik ook vaak genoeg op plekken waar ik als rolstoelgebruiker denk: “Hoe hebben is dit zo kunnen ontwerpen?” Maar ik had mij nooit verdiept in of hier regelgeving voor is en hoe architecten hier mee omgaan. Nu ben ik steeds meer betrokken bij dit platform en lees mij steeds meer in over toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers. Zo is er een “Handboek voor Toegankelijkheid” en heb ik een onderzoekrapportage gelezen over toegankelijkheid bij de Amsterdamse woningbouw.

Het gene wat mij bij het lezen opvalt is dat er niets staat over winkeltoegankelijkheid. Sowieso is het handboek alleen bedoeld als richtlijn en zijn er geen verplichtingen om hier aan te houden. De Verenigde Naties heeft hier wel regels voor opgesteld via Agenda 22. Nederland heeft deze wel ondertekend, maar niet geratificeerd. Dit terzijde genomen wordt er dus in het handboek niet gesproken over winkeltoegankelijkheid. Terwijl er zoveel voorbeelden zijn waarbij de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers het nakijken heeft.

Zo heeft een bekend winkelketen op het gebied huishoudelijk artikelen altijd een vol gezette winkel. Logisch, want op elk gebied van huishoudelijke artikelen willen zij de grootste leverancier zijn. Maar dit zorgt er wel voor minder ruimte in de winkel voor rolstoelgebruikers. Daarnaast zijn de gangpaden ook erg smal in deze winkel. Zodat een rolstoelgebruiker aan beide kanten ergens tegen aan kan stoten. Gelukkig is het personeel altijd wel vriendelijk in deze winkel. Dit zorgt ervoor dat ik bij de kassa vraag of ze het product willen pakken voor mij. Het blijft wel zo dat een rolstoelgebruiker altijd zelfstandig wil zijn en dus hij liever zelf het product wil kunnen pakken.

Terwijl de Week van de Toegankelijkheid gaat over Naar Buiten! En zich meer wil richten op de toegankelijk van straat tot natuur, wilde ik toch aandacht geven aan de winkeltoegankelijk. Zolang er geen richtlijnen zijn op dit gebied is het moeilijk om winkeliers ergens toe te verplichten. Misschien moet er dan eens over deze richtlijnen gedacht worden. Tot die tijd vraag ik aan de winkelier of hij mijn product wil pakken.