Rolstoel laten repareren kost veel energie

Voorbeeld van een elektrische rolstoel. Niet de rolstoel van Diederik

Diederik kreeg een ongeluk op zijn 35ste. Sinds die tijd, zo’n 9 jaar geleden, is hij gebonden aan een elektrische rolstoel. In het begin had hij niet veel problemen met de leverancier van zijn hulpmiddelen. Alleen op het moment dat zijn rolstoel stuk is, heeft hij leenrolstoel nodig. Hij is langer dan 2 meter en daarom is er geen leenstoel beschikbaar. Hierdoor heeft hij een slechte houding in de leen stoel voor de periode dat zijn rolstoel gerepareerd wordt.

Richten op een baan

Diederik had voor zijn ongeluk de studie bouwkunde afgerond. Daar probeert hij nu ook een baan in te zoeken. Alleen de problemen met de leverancier van zijn rolstoel zorgen ervoor dat hij zijn aandacht daar niet vol op kan richten. Als zijn rolstoel stuk is is hij helemaal gebonden aan bed. Dan kan hij niet naar buiten voor boodschappen of andere zaken.

Problemen rolstoel worden niet opgelost

Diederik heeft de laatste tijd veel problemen met zijn rolstoel. Zo zit hij al ruim 10 weken in een rolstoel met slechte motoren en accu’s. Hierdoor zit hij al die tijd aan zijn huis gekluisterd. De eerste reparateur zei dat de motoren kapot waren, maar Diederik had een half jaar geleden net nieuwe motoren gekregen. Dus daarom mocht hij geen nieuwe motoren. De oplossing zou zijn om de motoren schoon te maken. Maar dit heeft helemaal niet geholpen. Dan mocht hij toch wel nieuwe motoren. Drie weken later vroeg Diederik hoe het stond met de nieuwe motoren. Het bleek dat toen de motoren nog helemaal niet besteld waren. Een andere reparateur vond dat het daar helemaal niet aan lag, De motoren werden toen wel met spoed besteld.

Gebonden aan bed

Inmiddels zijn we zeven weken verder. Ze zijn nu niet gekomen bij de motoren, maar bij de accu’s. Deze worden gewisseld. Diederik moet een hele dag op bed liggen. Pas aan het einde van de dag komt er iemand die met een computer de accu kan uitlezen. Hulpmiddelencentrum, de leverancier waar Diederik bij zit, gebruikt hele goedkope slechte accu’s.

Goedkoop inkopen

Volgens Diederik wil Hulpmiddelencentrum onderdelen van een rolstoel zo goedkoop mogelijk inkopen. Hierdoor kan Hulpmiddelencentrum zoveel mogelijk winst maken met het budget wat Hulpmiddelencentrum krijgt van de gemeente. Of dit werkelijk de reden is is natuurlijk moeilijk te achterhalen. Feit is wel dat het enorm lang duurt voordat onderdelen geleverd zijn en de kwaliteit van de accu’s ondermaats zijn.

Niet mee kunnen doen

Inmiddels moet Diederik heel lang wachten. Hierdoor kan hij niet voluit meedoen en participeren. Dit wordt wel van hem gevraagd en hij wil dit ook graag. Het solliciteren op banen kost hem hierdoor meer energie dan anders. Hij moet zijn energie richten op andere dingen. En hoe ga je naar een sollicitatiegesprek met een rolstoel die slechts twee kilometer kan rijden? Dat is toch niet hoe participeren eruit ziet volgens onze regering?

Simone Dalgety, een pittige tante die voor de klas staat

Simone Dalgety is geboren in Suriname. Op jonge leeftijd is ze verhuisd naar Nederland. Door een vorm van spierziekte had ze op haar achtste een handbewogen rolstoel nodig. Op haar tiende kreeg ze een elektrische rolstoel. In die tijd ervaarde ze nog geen problemen met de leveranciers van hulpmiddelen.

Thuisblijven als rolstoel stuk is

Tegenwoordig werkt Simone als docent bij de afdeling Pedagogisch Werk van het ROC. Een baan dat je echt niet kan uitoefenen vanuit huis. Dus als haar rolstoel stuk is moet ze echt haar werk afzeggen. Een situatie waar een werkgever natuurlijk ook niet blij van wordt. Op haar werk zijn veel aanpassingen gemaakt. Deze zijn afdoende. Als Simone’s haar rolstoel stuk is is ze gebonden aan haar handbewogen rolstoel. Ze kan dan helemaal niet naar buiten en is afhankelijk van familie om iets wezenlijks als boodschappen in huis te krijgen. Laat staan dat ze andere activiteiten kan ondernemen om te kunnen ontspannen.

Extreem lang voor dat alles goed is

Het laatste half jaar heeft ze niet zo heel veel problemen met haar hulpmiddelen, maar daarvoor had ze wel redelijk wat mot met haar leverancier, Welzorg. Het heeft onder andere 10 tot 11 maanden geduurd voordat een reparatie aan haar rolstoel helemaal naar tevredenheid was. Een ander geval was een nieuwe douchestoel dat geleverd was. Het heeft anderhalf jaar geduurd voordat deze douchestoel helemaal goed was om mee te kunnen douchen. In de tussentijd moest haar oude douchestoel gebruiken en stond de nieuwe douchestoel maar in een hoek te verpieteren.

Meer regie

Simone vindt dat de klant zelf meer eigen regie moet krijgen over haar hulpmiddelen. Naar haar gevoel is ze toebedeeld aan Welzorg. Je kan alleen wisselen van leverancier op het moment dat je een nieuw hulpmiddel aanvraagt. De reparaties van haar rolstoel en douchestoel hebben extreem lang geduurd. Ondanks dat de klachtenafdeling geraadpleegd is, duurde de reparaties veel langer dan de termijn die ervoor staat. Vroeger kon je via de WMO de ombudsman raadplegen, maar dit heeft de WMO wegbezuinigd. Nu spreekt de WMO alleen de leverancier en is het net zo’n grote klacht als jezelf in kan dienen. Je hebt niet het gevoel dat de leverancier hierdoor harder gaat lopen. Je voelt je machteloos en niet serieus genomen.

Geen klantgerichtheid en service

De rolstoel die Simone nodig heeft zijn haar benen. Als ze zoveel maanden moet wachten voordat haar hulpmiddelen gerepareerd zijn kan ze niet haar leven leiden zoals zij dat wil. De klantgerichtheid en service van de leverancier is gewoon ronduit slecht. Daarnaast heeft de leverancier geen goede dossiervorming. Bij de overdracht gaat veel mis. Zo komt een reparateur meerdere malen met de verkeerde beensteunen die nodig waren.

Voorbeeld van participatie

Simone is het voorbeeld van participatie. Met een rolstoel voor de klas staan. Dan moet je echt een pittige tante zijn om al die MBO-studenten aan te kunnen. Een baan ook waarbij het echt belangrijk is dat je rolstoel het doet. Het kan namelijk voorkomen dat haar werkgevers studenten naar huis moet sturen alleen omdat de rolstoel van Simone stuk is. Kortom weer een schoolvoorbeeld waarbij hulpmiddelen van levensbelang zijn.

Tijd voor verandering bij hulpmiddelen

Het leven lacht mij toe de laatste tijd. Ik heb een mooie baan bij de gemeente Amsterdam. Ik woon in een mooi stukje van Amsterdam. De Indische Buurt heeft veel leuke tentjes en gelegenheden tot vermaak. De Linnaeusstraat is ook een mooie plek om uit te gaan. Sinds februari dit jaar heb ik zelfs een vast contract. ‘Wat wil je nog meer?’ zou je zeggen. En toch kost dit voor iemand in een rolstoel veel energie om dit te behouden en misschien het leven nog leuker te maken.

Afhankelijk van rolstoel

Sinds mijn vijfde levensjaar zit ik in een elektrische rolstoel. Deze rolstoel en andere hulpmiddelen, aangepast bed, douchestoel en tillift, zijn ontzettend belangrijk om het leven te kunnen leiden dat ik nu leid. Als één van deze hulpmiddelen stuk is is het ook meteen een stuk lastiger om je dagelijkse activiteiten te blijven doen. Ik woon zelfstandig. Als je geen rolstoel hebt betekent het kortweg dat je geen boodschappen kan doen, niet naar je werk kan gaan en in je bed moet blijven liggen. Vergelijk het met een reparatie van een auto. Daarvan kan je verwachten dat als je je auto wegbrengt naar een garage dat je aan eind van de dag je auto weer gerepareerd op kan halen. Bij een rolstoel is het blijkbaar normaal dat een reparatie vijf weken duurt, terwijl wij volgens mij meer afhankelijk zijn van een rolstoel dan een automobilist van zijn auto.

Weinig respect van leveranciers

Je bent afhankelijk van een leverancier om je hulpmiddel te laten repareren. Het contact met deze leveranciers was de afgelopen 32 jaar niet bepaald altijd rozengeur en maneschijn. Reparaties duren soms lang, je moet de leverancier continu achterna bellen en als een reparateur bij je langs komt heb je soms te maken met een slecht humeur. ‘Wat doe je met je rolstoel?’ is een vraag die ik al duizend keer voorbij heb zien komen de afgelopen jaren. ‘Bungeejumpen, nou goed.’ was wat ik de laatste keer maar antwoorden.

De aanbieders in Amsterdam

Amsterdam is natuurlijk één van de grootste steden van ons land. Met ruim 800.000 inwoners heeft het de meeste inwoners. Dan heeft het natuurlijk ook een groot aantal inwoners met een beperking. Hierdoor heeft Amsterdam wel vier leveranciers van hulpmiddelen waar de cliënt uit mag kiezen. Dit zijn Welzorg, Medipoint, Meyra en Hulpmiddelencentrum. Zelf zit ik bij Hulpmiddelencentrum. Een paar jaar geleden zat ik nog bij Welzorg, maar uit onvrede ben ik overgestapt naar Beenhakker, wat later overgenomen werd door Hulpmiddelencentrum. In het wooncomplex waar ik woon heb ik verschillende vrienden die weer bij andere leveranciers zitten. Zo zit er ééntje bij Meyra en een ander weer bij Welzorg. Maar uiteindelijk ervaren ze allemaal ongeveer dezelfde problemen.

Lange wachttijd op reparatie blijft

Al eerder gaf ik aan dat reparaties soms erg lang duren. De afgelopen tijd, zeker dit jaar, lijken de reparaties nog langer te duren. Voor zelfs soms op het oog kleine reparaties. Zo wacht ik op het moment al bijna zes weken op een reparatie van mijn rolstoel. Mijn armleuning is afgebroken. Je zou zeggen dat je die er weer aan kan lassen, maar dat kan blijkbaar niet. Ze hebben een onderdeel nodig en dat onderdeel is tot op heden nog niet geleverd.

Onderdelen bestellen

De vrienden die in mijn wooncomplex wonen ervaren dus ongeveer hetzelfde als ik. Dus het ligt niet bij één leverancier. Wat ik hoor is dat de leverancier een potje met geld krijgt om de onderdelen aan te schaffen voor de reparaties. Wat ze daar precies mee doen weten we niet. Maar blijkbaar is het moeilijk om de onderdelen te bestellen. Het duurt in ieder geval erg lang voordat onderdelen geleverd zijn en het duurt daardoor erg lang voordat een reparatie is uitgevoerd.

Ervaringen van anderen

De komende weken ga ik mijn vrienden interviewen die in mijn wooncomplex wonen en die met dezelfde problemen te maken hebben. Zo krijg je een vijftal blogs die gespreid worden geplaatst. Dit stuur ik naar de verschillende raadsleden van Amsterdam die gaan over zorg. Zo blijven ze herinnerd worden aan dit probleem en dat ze weten dat hier nu echt iets aan gedaan moet worden. Wij hebben namelijk nu lang genoeg gewacht. Er moet nu iets veranderen. Van ons wordt gevraagd om te participeren. Dat willen we allemaal, maar dan zijn goede hulpmiddelen met goede service van levensbelang.

Gegroeid naar een echte supporter

Het seizoen is alweer een tijdje afgelopen. Het volgende voetbalseizoen gaat weer bijna beginnen. Ik woon nu al bijna een decennium in onze hoofdstad Amsterdam. En in die tijd ben ik echt een Amsterdammer geworden. Al vanaf jongs af aan ben ik ook een groot Ajax-fan. En sinds ik in Amsterdam woon is die liefde alleen maar groter geworden. Het eerste volle seizoen dat ik in deze stad meemaakte, 2010 – 2011, was dan ook een groot succes. Na jaren geen landskampioen te zijn geweest was het weer eens zo ver. Halverwege dat seizoen kwam Frank de Boer aan het roer bij Ajax en we stonden op dat moment een straatlengte achter op concurrent PSV. Maar tijdens de laatste speelronde werden we toch kampioen.

Succesvolle seizoenen

De drie seizoenen daarna kenden we het zelfde succes. En ik kon het allemaal meebeleven in de mooiste stad op aarde. Ik ging niet meer met de auto naar de Arena, maar nam elke wedstrijd de metro. En dat is een beleving. De sfeer zit er al aardig goed in bij de supporters die de metro nemen. Soms een beetje te goed. Dan hebben ze al het één en ander gedronken in de stad. Maar voor mij is de metro echt een uitkomst. Je bent zo in de Arena. Je hoeft de auto niet meer kwijt onder de Arena. En als je de metro neemt met een rolstoel maken de medereizigers altijd ruimte in de metro.

In Caddy naar Rotterdam

Nu ik bijna een decennium in Amsterdam woon maak ik voor het eerst een reis naar Rotterdam. Voor de bekerfinale tegen Willem II. Met een groep vrienden rijden we in de Caddy naar De Kuip. Omdat ik rolstoelgebonden ben hoef ik niet met zo’n combiregeling met bus of trein. Wanneer wij De Kuip naderen kunnen wij met het tonen van mijn Gehandicaptenparkeerkaart parkeren op een parkeerplaats super dichtbij het stadion. We zijn ruimschoots op tijd en nemen eerst nog even een patatje. De ingang die ik moet nemen is ook super dichtbij. Als ik met mijn vriend, Jeroen, naar binnen ga worden we eerst geleidt naar het platform waar de Willem II-supporters opstaan met een beperking. Daarna helpt een steward ons naar het platform achter het doel waar wij mogen staan. Het is erg dicht achter het doel en het doet mij denken aan mijn eerste wedstrijd in De Meer.

Liederen en spandoeken

De clubliederen worden gespeeld van beide clubs, Willem II en Ajax. Bij Ajax zijn dat meerdere liederen. Van de Ajax-marsch tot ‘Dit is mijn club’. Bij Willem II is dat maar één nummer. Zo vaak hebben zij ook niet de kans om iets te winnen. Daarna lieten beide supporters hun spandoeken zien. Dit zijn hele grote doeken en er zit altijd heel veel werk in. Ik vond dit keer de doek van Willem II veel indrukwekkender. Het shirt van Willem II, wat ik een ontzettend mooi shirt vind, was heel groot weergegeven op het doek.

Gespannen gezichten

Voor Willem II is deze finale nog bijzonderder. Zij staan niet zo vaak in een finale. Je ziet het ook aan de gespannen gezichten van de supporters die ik langs zag komen buiten het stadion. De wedstrijd begint. Beide teams beginnen wat aftastend. Maar de supporters, zowel van Ajax als Willem II, niet. Terwijl de wedstrijd meer dan een half uur eigenlijk geen goed voetbal is, steken een aantal supporters van Ajax fakkels aan. Ik vraag mij af hoe ze die naar binnen hebben gekregen. Aan het einde van de eerste helft is er toch een corner voor Ajax en Tadic geeft een mooie pass aan Blind die tegendraads in kan koppen. De bal gaat wel via de keeper. De ban is dan gebroken. Twee minuten later kan Huntelaar alweer scoren door een hele mooie opgebouwde aanval.

Opperbeste stemming

Tijdens de rust blijkt het vrij druk te zijn bij de drankjes. Gelukkig heeft Jeroen voor de rust al wat drankjes voor ons geregeld. De Ajax-fans zijn tijdens de rust natuurlijk in opperbeste stemming. Met de stewards, die komen van de Arena, bespreek ik nog de doelpunten. Omdat een 0-2 voorsprong al redelijk is begint Ajax relatief rustig aan de tweede helft. Pas rond de 65ste minuut komt het derde doelpunt. Huntelaar kan zijn tweede maken van de middag. Hij schiet de bal in een leeg goal omdat Willem II helemaal wordt weggespeeld. Wat is die ‘oude’ Huntelaar nog goed. Ik dacht dat hij het niet meer in zich had na zijn laatste jaren bij Schalke 04, maar bij Ajax is hij weer helemaal opgebloeid. In de 75ste minuut kan Kristensen nog de vierde maken. Hij scoort niet zo vaak. Zijn schot wordt nog aangeraakt door de keeper, maar hij kan het doelpunt niet voorkomen. Aan het einde van de wedstrijd laten de Ajax-supporters nog hun ruggen zien aan de overkant en zitten ze te springen.

Afsluiten met burger

We bekijken nog hoe Tomas Galasek de KNVB-beker aan De Ligt overhandigt. Nadat we even gezien hebben hoe de Ajacieden de beker hebben ontvangen verlaten we toch vrij snel het stadion. We pakken op de snelweg richting Amsterdam nog een Burger King. Een welverdiende snack. Daarna gaan we toch echt richting huis. Als ik thuis word afgezet ben ik moe, maar wel bevredigend.

Trip van mijn leven

Het is maandagochtend. Normaal gesproken maak ik mij klaar voor een nieuwe werkdag, maar vandaag staat er iets anders op het programma. Vandaag vlieg ik naar Madrid. Een droom wordt werkelijkheid. Ik ga onze jongens aanmoedigen in een Europese uitwedstrijd. Vliegen is voor mij niet iets wat ik dagelijks doe. Ik maak mij ook weken voordat ik ga vliegen druk of alles goed gaat. Ik moet toch mijn rolstoel meenemen. Maar ik had alles goed van te voren geregeld, Misschien maak ik mij ook veel te druk?

Op weg

Rond 9 uur was mijn moeder bij mij. Ik was nog niet helemaal klaar met aankleden, maar wel bijna. Mijn moeder zorgde ervoor dat de laatste dingetjes in mijn koffer zaten. Nog snel even tanden poetsen en dan snel weg. Rond half 10 zat ik in de auto naar Schiphol. Ik moest rond 11 uur bij de incheckbalie zijn dus we waren wel op tijd. Al was er wel een file naar Schiphol, dus het was wel verstandig vroeg te vertrekken. We waren nog voor elven op Schiphol. We stonden bij de juiste incheckbalie en terminal. De grondstewardess was al bezig om labels te maken voor mijn rolstoel en toen kwam Philip er ook aan.

Rolstoel tot de gate

Samen met grondstewardess gingen we naar de assistentie voor mensen in een rolstoel. Eerst ging ik even naar de toilet. Toen we terugkwamen gaf de assistentie aan dat ze geen transfer zouden maken naar een stoel waar ik onderuit zou zakken. Er moest een schaarwagen komen zodat ik tot de gate in mijn eigen rolstoel kon blijven zitten. Na heel wat overleg is dat ook wat er gebeurde. Doordat onze vlucht echt wat vertraging had was de schaarwagen er ook op tijd. Uiteindelijk vertrokken we een uur later dan de oorspronkelijke vertrektijd. Het vliegtuig zat vol met Ajax-supporters die ook naar de wedstrijd gingen. Een goede reden om door het vliegtuig de Ajax Marsch te laten horen. Zo komen we lekker in de stemming. Toen we uiteindelijk vlogen ging de vlucht ook snel. Een beetje een boekje lezen: Ik, Zlatan. Lekker over voetbal lezen om nog meer in de stemming te komen. En natuurlijk de voorpret met Philip door al over de wedstrijd van morgen te praten.

Taxi naar hotel

Rond kwart voor 5 landen we in Madrid. We zijn weer de laatste die uit het vliegtuig gaan. Door Spanjaarden die geen woord Engels konden spreken werd ik uiteindelijk uit het vliegtuig getild. Toch eerst een transfer naar een andere duwstoel. Bij de rolband van de ruimbagage was ook mijn elektrische rolstoel. Later bleek dat mijn ruimbagage nog in Amsterdam was. Maar hij was al meegenomen met de volgende vlucht naar Madrid. Bij het vliegveld zouden ze ervoor zorgen dat mijn koffer bij het hotel gebracht zou worden. Wij moesten nu een taxi naar ons hotel hebben. De taxibedrijf dat ik kon bellen bleek toch niet (zo snel) een rolstoeltaxi te hebben. Daarnaast sprak ook niemand Engels. Gelukkig werden wij geholpen door de mensen bij het vliegveld. Eerst zouden we dan maar de bus nemen naar ons hotel, maar de vrouw bij het toeristenwinkeltje ging toch maar bellen voor een rolstoeltaxi. Het zelfde taxibedrijf bleek ons nu toch te kunnen brengen naar ons hotel.

Even bijkomen

Eenmaal in ons hotel legden we onze spullen in onze kamer. Het was een goed aangepast kamer. Het had een douchestoel aan de muur in de badkamer en die kon je verschuiven langs de muur. Na het bezichtigen van onze kamer namen we een welverdiende drankje aan de bar van ons hotel. Heel even bijkomen van onze vlucht. Daarna gingen we rustig kijken waar we konden eten. We gingen op stap. Een paar straten van ons hotel was een winkelcentrum. In Nederland zou je verwachten dat een winkelcentrum gesloten was. Maar in Madrid waren ze nog open omdat ze hier ook nog vol zitten met restaurants.

Eten op zijn Spaans

Uiteindelijk vonden we een restaurant, waar ik naar mij gevoel ook naar Spanje voor kwam, waar je tapas kon krijgen. In Spanje heerst een heel ander eetcultuur. Eten in Spanje is iets wat je samen doet. Daarom is tapas waarschijnlijk uitgevonden door Spanjaarden. Kleine hapjes eten samen met vrienden verdeeld over de hele avond. Wij Nederlanders willen graag eten om standaard 6 uur ’s avonds en we schrokken het binnen maximaal een half uurtje naar binnen. We hadden ook geen tijd om er de hele avond over te doen, want 11 uur was mijn verzorger bij mijn hotel om mij in bed te leggen. En morgen was het matchday en moesten we er ook niet al te laat uit. We namen eerst twee tapas gerechten. Eén hele lekere Spaanse ham, iberico-ham. Na de twee tapas namen we toch een vast gerecht. Ik een entrecote en Philip een hamburger met de iberico-ham. Die ham moet ik onthouden.

Vriendelijke verzorger

Daarna moesten we echt weer naar ons hotel. Tien voor 11 waren we bij ons hotel. Bruno, mijn verzorger voor de komende dagen was er al. Bruno is een vriendelijke man. Het was duidelijk dat we even aan elkaar moesten wennen. Uiteindelijk had hij mij vrij snel in bed. Bruno wilde toch nog even aangeven op een kaart wat we volgens hem echt moesten zien van Madrid. Erg vriendelijk maar uiteindelijk waren we hier maar drie dagen waarvan maar één volledige dag. En die dag stond in het teken van voetbal.

Moeizaam opstaan

De volgende ochtend kwam Bruno toch een uur eerder dan afgesproken. Het ontbijt was namelijk tot half 11. Dat wil zeggen je moest voor half 11 in de ontbijtzaal zijn. Het was maar goed dat Bruno er eerder was, want het bleek zo te zijn dat de tillift niet onder het bed kon komen. Uiteindelijk lukt het met veel moeite om mij onder de douche te krijgen. Het aankleden daarna duurde ook al langer en uiteindelijk waren we na half 11 klaar. We gaven aan dat we later zouden zijn en gelukkig maakte het hotel een uitzondering voor ons. Het waren vriendelijke mensen van het hotel. Bij de receptie zouden ze ook een taxi terug regelen naar het vliegveld voor morgenochtend.

Waar we voor kwamen

Toen was het echt tijd om naar de plek te gaan waarvoor we kwamen. Rond 12 uur vertrokken we naar Estadio Santiago Bernabéu. Het was iets langer dan een half uur lopen. Toen wij in de buurt kwamen van het stadion zagen we nog meer Ajax-fans. Het winkelcentrum waar we de kaarten moesten ophalen was daardoor makkelijk te vinden. Nu nog een juiste ingang voor de rolstoel. Er waren stewards meegekomen om te helpen. Uiteindelijk waren we in het afgelegen zaaltje waar we de kaarten moesten ophalen. Er was een rij, maar met mijn rolstoel mocht ik er vrij snel doorheen. Nu hadden wat we vanavond echt nodig hadden: de kaarten!

Voorpret rondom het stadion

Wat gingen we nu doen? Het was nog 8 uur voor de wedstrijd. We konden misschien met de metro toch naar het centrum? We wisten niet precies hoe we het snelst daar kwamen. En door de drukte van het centrum was het ook moeilijk om weer terug te komen bij het stadion. We wilden toch 2 uur voor de wedstrijd weer bij het stadion zijn om ook rustig nog wat te eten. We besloten rondom het stadion te blijven.

Estadio Santiagio Bernabéu

Het eerste wat we gingen doen is bekijken wat onze ingang is bij het stadion. Er kunnen ruim 80.000 toeschouwers in het Estadio Santiago Bernabéu. Dat zijn ruim 20.000 toeschouwers meer dan de Johan Cruijff Arena. Toch kent de Bernabéu meer ingangen. Om het hele stadion zijn allemaal luiken gemaakt. Hierdoor kunnen de toeschouwers veel sneller het stadion in en uit. Dit zou vanavond ook blijken.

Onze jongens steunen

Tijd om even de Adidas-shop bij het stadion in te gaan. Zelf had ik de gedachten om een Real Madrid-shirtje aan te schaffen. Maar het bleek echt helemaal de officiële shirt en die zijn zelfs 100 euro. Iets te gortig. Daarnaast was ik hier als Ajacied en was Real Madrid onze tegenstander vanavond. Dat moest ik ook tonen. Onze jongens hadden mijn steun nodig vanavond.

Drankjes drinken

We moeste nu de tijd doden. We gingen maar een drankje doen bij het winkelcentrum waar we net onze kaarten hadden opgehaald. Even een een fotootje maken van de kaarten en showen aan onze vrienden en familie. Daarna maar weer even langs de Bernabéu en op de foto bij de hoofdingang. Ook is er bij de Bernabéu het Real Madrid-café. Hier deden we ook een drankje. Al was het daar wel duur. Maar vanuit dat café had je een heel mooi uitzicht over het hele stadion. Misschien ook een idee voor de Johan Cruijff Arena.

Moeilijk om eettentje te vinden

Het liep al tegen zessen. Tijd om een tentje op te zoeken om wat te eten. Eerst vonden we een tentje vlakbij het winkelcentrum. We namen maar eerst een biertje. Nadat we rustig ons biertje dronken en Philip al aan zijn tweede biertje was begonnen vroegen we of wij ook iets konden eten. Wat bleek is dat de keuken pas om half 9 open ging. Ik vertelde al dat Spanjaarden veel later eten dan Nederlanders en het is ook rustig en genieten met elkaar. Maar vanavond hadden we daar geen tijd voor. Er wacht een wedstrijd op ons. Toen vonden we tapasbar vlakbij het stadion. Het was nog rustig maar we konden er wel eten.

Mede-Ajacieden

Toen wij rustig onze eerste twee tapas-gerechten bestelden en daarna zelfs een tweede ronde bestelden werd het drukker in het restaurant en juist drukker met Ajacieden. Het was een grote groep. Ze waren op de Puerta del Sol geweest. Ze lieten zien hoe groot de groep Ajacieden was die daar waren. Er was al een goed sfeertje.Het liep nu tegen achten. We besloten nu naar het stadion te gaan. Bij het stadion zagen we dat de luiken nu open stonden. De supporters konden inderdaad vrij snel naar binnen. Het luik waar wij naar binnen moesten stond ook al open en je was echt sneller binnen dan in de Arena. Je hoefde ook geen lift te nemen. Opvallend was dat ik niet de enige in een rolstoel was die de reis vanuit Nederland heeft genomen. Er waren drie andere Ajacieden in een rolstoel.

Voorbereiding

Vanuit de locatie waar wij zaten kon je het veld goed zien. Al leek het stadion vanuit onze hoek niet zo groot, terwijl er 80.000 toeschouwers in kunnen. De keepers van Ajax warmde zich al op en wij kregen het gevoel dat het nu echt ging beginnen. We maakten meer filmpjes en foto’s dan tijdens de thuiswedstrijden van Ajax. Dat is ook een belevenis dat je de rest van je leven bij zal blijven.

Start wedstrijd

Het clublied van Real Madrid werd afgespeeld en je zag beelden van het grote verleden van Real Madrid. Nu begon dan eindelijk de wedstrijd. Real Madrid begon sterk. Varane had in de eerste minuten een kopbal op de lat. We dachten dit wordt een ongelofelijke moeilijke avond. Ajax had nog geen kans gehad en opeens had Ziyech de kans om 0-1 te maken. Dat gebeurde. Een paar minuten later gaf Tadic een mooie pass aan Neres. Hij ging om de keeper en maakte 0-2. Onvoorstelbaar, we staan 0-2 voor in Bernabéu. Maar er was pas 20 minuten gespeeld. Real Madrid had nog genoeg tijd om in de wedstrijd te komen.

Geërgerde Real-supporters

De tijd ging voorbij, maar Real Madrid kwam nog niet in de wedstrijd. Het was bijna rust. En de Real Madrid-spelers gingen zich steeds meer ergeren. Ze maakten ook steeds meer overtredingen. Naast ons zat een Real-supporter in een rolstoel. Philip kan redelijk Spaans en vertelde dat ‘onze vriend’ naast ons redelijk kwaad was en alles wat Real deed was verkeerd.

Drankje om bij te komen

Het was rust en Philip ging kijken of hij ergens wat te drinken kon regelen. Hij bleef de hele rust weg. Net als wedstrijden in de Arena zal het wel hartstikke druk zijn bij de tentjes voor wat drinken en eten. Even later kwam hij terug met twee cola’s. Het is een Champions League-wedstrijd, dus er is alleen alcoholvrij bier. Dan is cola lekkerder.

Gemor op tribune

De tweede helft begint. Real zet nu echt druk. Je krijgt het gevoel dat Ajax dit niet vol gaat houden. Maar Onana staat goed zijn mannetje. De tijd verstrijkt en Ajax lijkt het toch een beetje onder controle te krijgen. Je hoort gemor van Real-supporters op de tribune. Dan is er in de 60ste minuut weer een razendsnelle aanval van Ajax. Mazraoui zorgt ervoor dat de bal net niet uitgaat en de bal wordt snel doorgespeeld naar Tadic en die heeft toch een schot, 0-3. Wie dit vooraf gezegd zou hebben verklaarde ik voor gek. 0-3 tegen Real Madrid! Daarna gaan er een aantal minuten voorbij. De scheidsrechter wil echt weten of de bal die Mazraoui net niet uit liet gaan ook werkelijk niet uit was. Het duurt qua gevoel eindeloos. En het wordt onrustig op de tribunes. Maar het verlossende fluitsignaal. De goal wordt goedgekeurd!

Geen geloof meer

Nu heeft Real het erg moeilijk. Ze hebben minder dan een half uur om 3x te scoren. Het gaat tegen de 70ste minuut. Asensio doet iets terug, 1-3. Real-supporters die eigenlijk wilden vertrekken keren toch nog even terug. Maar een paar minuten later is het geloof in een terugkeer in de wedstrijd weer verdwenen. Ajax krijgt een vrije trap en Schöne schiet de vrije trap net in een moeilijke hoek. Maar de bal gaat met een boog over de lange Courtois. Wat een doelpunt, 1-4.. Het is de 75ste minuut maar Real-supporters vertrokken al uit het stadion. Ook onze kwade vriend naast ons.

Thuiswedstrijd Ajax

De laatste tien minuten lijkt wel een thuiswedstrijd voor Ajax. Er is geen Real-supporter meer te vinden. De tijd verstrijkt en de Real-spelers lijken het ook op te geven. Dan klinkt het laatste fluitsignaal. Uit alle hoeken komen Ajacieden. Ongelofelijk, we hebben gewonnen van Real Madrid! Philip en ik gaan uit onze dak. Dit zullen we onze hele leven niet meer vergeten. De spelers gaan helemaal uit hun dak. Er wordt gezongen: “90 minuten lang. Gekkenhuis op de tribune.”

Terug naar ons hotel

Na een kwartier worden we toch door de stewards vriendelijk gevraagd het stadion te verlaten. Ik moet er toch aan wennen dat ik zo buiten ben. In de Arena was ik nog drie kwartier bezig geweest. Wanneer we weer buiten staan is het even oriënteren welke kant we op moeten gaan om terug te keren naar ons hotel. Ik app Bruno om te vertellen dat we van plan zijn weer terug te keren naar ons hotel. Als we de juiste richting gekozen hebben komen we een groep Real-supporters tegen die voor een camera aangeven dat voorzitter Valentino Perez moet opstappen. Ik probeer een lage stoep te vinden om op de weg te komen. Die blijkt daar niet te zijn. Nu moet ik weer helemaal terug rijden.

De terugweg

Tijd om weer dezelfde weg terug te rijden als begin van de middag. Nu in het donker lijkt de weg toch iets ongezelliger. Al maakt de overwinning van Ajax alles goed. Na een tijdje merken we dat we uit het gespuis van supporters wegkomen. We zien geen politie meer. We komen in een buurt waar op verschillende hoeken restaurantjes zijn. Het is half 12 ’s avonds en de restaurantjes zitten nog vol met mensen. Ongelofelijk.

Laatste maal in Spanje

Rond 12 uur waren we bij ons hotel. Bruno zat in de lobby al op ons te wachten. Hij vond het apart dat we vandaag rond de Estadio Santiago Bernabéu zijn gebleven. Maar het was al laat en morgenochtend moesten we er weer 8 uur uit. Toen Bruno ’s morgens terug kwam waren wij nog steeds in euforie. Het ging deze ochtend sneller dan gisteren. En we haalden alles nog uit onze hotelkamer. Bruno wilde mij nog helpen bij het ontbijt. Terwijl zijn tijd er al op zat. Heel erg vriendelijk en hierdoor ging misschien ook het ontbijten sneller. Waarschijnlijk hou ik nog contact met Bruno. Volgend jaar wil hij in ieder geval naar Amsterdam komen.

Snel op luchthaven

Om 10 uur stond er inderdaad een taxi klaar om ons naar de luchthaven Barajas te brengen. Ik kreeg ervaring en ik wist nu hoe ik moest inchecken met een rolstoel. Het ging veel sneller. Onze vlucht terug naar Amsterdam ging om half 2. Om 11 uur waren we al door de douane en hoefden we alleen nog te wachten op onze vlucht. Philip kocht nog goedkoper een geurtje. Ik telefoneerde nog met pappa. Heb volgens mij nog nooit zolang met hem getelefoneerd. Hij was ook helemaal onder de indruk wat er gisteren was gebeurd.

Kuddedieren

De vlucht naar Amsterdam had, net als de vlucht naar Madrid, vertraging. Maar het maakte mij niet uit. Ik zat daar te wachten met een ontzettend gelukkig gevoel. Toen de passagiers uit het vliegtuig kwamen waar wij even later in zouden gaan bedacht ik wat een kudde mensen vliegen alleen al per dag van Amsterdam naar Madrid. Wat hadden deze mensen toch allemaal voor een doel? Elke dag weer.

Thuis nagenieten

We vlogen terug naar Amsterdam. Ik was weer de laatste die het vliegtuig zou verlaten. Maar het duurde weer een stuk langer omdat er geen schaarwagen klaar stond. Er gingen al passagiers naar binnen omdat dit vliegtuig verder zou vliegen naar Berlijn. Uiteindelijk konden we eruit. Pappa zat al te wachten op mij. We liepen met Philip tot de plek waar hij de trein zou nemen. Ik ging met pappa naar huis.

Een avontuur om nooit te vergeten

Wat een avontuur met Philip. Dit zal mijn hele leven bij blijven. Ik voel mij nog meer een Ajacied en een Amsterdammer. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik mij nog meer verbonden voel met de stad. Werken voor Amsterdam, wonen in Amsterdam. Eens een Ajacied, altijd een Ajacied. Eens een Amsterdammer, altijd een Amsterdammer.

De Noord / Zuidlijn op de proef

Vanaf 22 juli rijdt eindelijk de Noord / Zuidlijn. Het heeft heel lang geduurd voordat de Noord / Zuidlijn in gebruik genomen kon worden. Toen ik in 2003 begon aan mijn HBO-opleiding was één van mijn eerste vakken Ontsluiting. Het onderwerp wat wij moesten ontsluiten ging over de Noord / Zuidlijn. Hieraan kan je al zien hoe lang het geduurd heeft.

Een toegankelijke lijn

Terwijl iedereen genoten heeft van een heerlijke vakantie afgelopen zomer heb ik de zomer door gewerkt. Ik heb een weekje vrij genomen in september, maar ik ben in de mooiste stad op deze aardbol gebleven. Deze week heb ik gebruikt om de Noord / Zuidlijn als rolstoelgebruiker uit te proberen.

Een Russisch kunstpaar

Het was woensdagochtend rond een uur of elf. Mijn ouders kwamen naar mij toe en namen hun Russische vrienden mee. Dit Russische paar waren kunstenaars uit St. Petersburg. Eerder waren ze bij mijn tante in Domburg. Zowel mijn tante als mijn moeder hebben een kunstachtergrond. Mijn tante heeft haar eigen museum in Domburg en mijn moeder is op latere leeftijd nog afgestudeerd aan de kunstacademie. In Rusland krijgt het paar niet zoveel opdrachten dus zijn ze een redelijk deel van het jaar in Europa. Zowel in Domburg als bij mijn ouders heeft vooral de man veel geschilderd. In ieder geval ging het paar mee naar Amsterdam. Na een koffie gingen zij hun weg.

Op pad met de metro

Mijn ouders en ik namen bij Rietlandpark de tram naar Centraal Station. Daar namen we de lift een flink stuk naar benden om lijn 52 te nemen, de Noord / Zuidlijn. We gingen eerst maar naar Noord. Er zijn tussen Centraal en Noord maar twee metrohaltes, Noorderpark en Noord. Je bent vrij snel in Noord. De raarste gedachten tussen Centraal en Noorderpark is dat je zo diep ’t IJ onder gaat. We stapten uit op Noord. Daar moet nog veel komen. Er staat een winkelcentrum, maar daar zitten nog weinig winkels in. En natuurlijk is daar ook het stadsdeelkantoor van Noord. Ik moet mijn collega’s daar nog steeds bezoeken. Omdat er voor de rest daar (nog) niet zoveel te beleven is namen we metro maar naar Zuid.

De Gordon Gekko’s van Amsterdam

Het mooie is dat je binnen twintig minuten in Zuid bent vanaf Noord. Wat best snel is. In Zuid zitten natuurlijk de zakenmensen van de Zuidas. Het is een doordeweekse dag. Dus iedereen is bezig met hun werk. Dat merk je heel erg bij dit station. De Zuidas is erg gericht op de werkende vrouw en man. De mensen lijken geen aandacht te hebben voor een ander. Het is hier net de Wall Street van Amsterdam. Ik krijg hier altijd het beeld van Gordon Gekko. Juist een plek om goed te kunnen lunchen.

Archeologische vondsten

Metrostation Rokin zou heel bijzonder moeten zijn. Onder de grond was hier namelijk archeologische vondsten gevonden en een deel zijn te bezichtigen in de muren van dit station. Maar het bleek dat de lift naar de Noord / Zuidlijn stuk was, dus we moesten lijn 51 nemen. Toen we eenmaal bij de Weesperplein waren besloten we toch maar naar huis te gaan. Halverwege deze maand heb ik voor de tweede keer de Noord / Zuidlijn genomen. Het was naar het stadsdeelkantoor van Zuid. Deze keer had ik geen problemen met de lift. Het was voor mijn werk, dus ik had geen tijd om station Rokin te bezoeken. Dat wordt nu een goede voornemen voor 2019. Naast het bekijken of alle stations goed toegankelijk zijn. Hierbij wens ik jullie allemaal dan ook een gezond 2019!

Een Super Helden-dag voor super leerlingen

De zon komt een beetje door mijn gordijnen in mijn slaapkamer. Ik word wakker. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat het half 8 is. Ik heb nog een half uur voordat ik op mag roepen. Vandaag ga ik niet naar mijn werk, maar ik heb wel een andere activiteit waarvoor ik er 8 uur uit moet. App-berichtjes poppen op mijn telefoon. Mijn zus is jarig en wordt door verschillende familieleden gefeliciteerd. Ik gooi er ook een felicitatie uit. Hierdoor is het toch al snel 8 uur.  De verzorgster helpt mij onder de douche. Terwijl ik douche maakt zij mijn brood klaar. Een luxe die niet veel mensen hebben.

Op naar Aerdenhout
Op het moment dat ik in mijn rolstoel zit word ik gebeld. De taxicentrale. De taxi die ik besteld had om kwart over 9 komt wat later, nu iets over half 10. Ik ga rustig eten en daarna poets ik mijn tanden en doe mijn haar. Wanneer ik daarmee klaar ben krijg ik een berichtje op mijn telefoon. De taxi is bijna gearriveerd. De taxi is toch nog iets later. Net voor tienen zit ik in de taxi. Ik app Wessel dat ik onderweg ben. Rond half 11 ben ik bij Antoniusschool in Aerdenhout.

Glimlach doorgeven
Vandaag ga ik een verhaal vertellen aan de leerlingen van groep 7 en 8 van deze school. Over een kleine maand hebben zij een sportdag. Deze dag zal mede worden georganiseerd door stichting Kieteman. Deze stichting is opgericht door mijn schoonzus en broer. Mijn neefje Kiet heeft een jaar op deze mooie wereld mogen zijn, maar toonde in dat jaar zijn glimlach meer dan menigeen. Deze glimlach willen mijn schoonzus en broer nu doorgeven aan kinderen die het iets moeilijker hebben. Zo organiseert de stichting dagen voor kinderen van vluchtelingen, zodat ze de dingen die ze in eigen land hebben meegemaakt en de moeilijkheden die ze daardoor hier nog ervaren even vergeten. Dat ze een glimlach op hun gezicht krijgen. Daarnaast financiert de stichting een kamp voor kinderen waarbij de ouders niet genoeg geld hebben om hun kinderen een vakantie te bieden. Een ander project is de Parel Parade.

Terug in de tijd
De Parel is mijn oude basisschool in Haarlem. Toen ik nog op deze school zat heette het nog De Regenboog. Het is een mytylschool. Het is een school voor kinderen met een beperking. Het kan zo zijn dat het kind in een rolstoel zit net als ik. Maar het kan ook zo zijn dat slecht ter been zijn. Maar ook een kind met een verstandelijke beperking kan er terecht. Deze kinderen hebben wat extra aandacht nodig. Zo heeft elke klas een assistent die deze aandacht kan geven. Zowel bij het schoolwerk in de klas als assisteren bij naar het toilet gaan. Of het begeleiden naar hun fysiotherapeut of ergotherapeut.

Enthousiaste kinderen
De leerlingen van groep 7 en 8 gaan hun sportdag houden samen met de leerlingen van groep 7 en 8 van De Parel. Samen met Wessel, een vader van een leerling van de school en lid van de ouderraad, maak ik de leerlingen warm voor deze sportdag. Een geslepen filmpje van snowboardster en Paralympics-kampioen Bibian Mentel hielp mee. Ik vertelde de leerlingen over de stichting en De Parel. De leerlingen werden erg enthousiast. Na afloop hadden ze nog vele vragen. Eén van de leukste vragen was wel: ‘Wat zou je doen als je één dag kon lopen?’ Ik moest hier wel even over denken. Eigenlijk wel grappig toen ik jong was heb ik daar zeker over nagedacht. Als kind had ik zelfs de hoop om profvoetballer te worden. Nu weet je dat het toch nooit gebeurd en denk je aan de dingen die je wel kan. Ik antwoorden dat ik die dag veel zou sporten.

Een bijzondere dag
Het was mooi om het enthousiasme te zien. Toen ik met mijn taxi weer naar huis ging werd er door de leerlingen ook uitgebreid ‘Dag, Marnix’ gezegd vanuit het schoolplein. Met een tevreden gevoel ging ik dan ook naar huis. Nu kijk ik uit om het enthousiasme terug te zien op 22 juni. Dan zal ik zeker aanwezig zijn bij deze bijzondere Super Helden-sportdag.  

Verbeteringen beginnen lokaal

We zijn alweer een eindje op weg in 2018. Sinds begin deze maand heb ik een jaarcontract bij de gemeente. Daarnaast zijn er weer bijna de gemeenteraadsverkiezingen. Er zijn volop debatten en en wordt weer campagne gevoerd. Kortom ik kan mij niet beter voelen. Vorige week vrijdag was ik bij de lijsttrekkersdebat van De Balie. Het zegt toch wat over de stad Amsterdam dat de nationale lijsttrekkers hier komen om het over Amsterdamse onderwerpen te hebben.

Republiek Amsterdam
Ze zeggen wel eens dat Amsterdam een republiek is. En misschien is dat ook wel een beetje zo. Ze hebben hun eigen politiek, dat vaak anders gekleurd is dan de nationale politiek. De komende tijd zijn er in de stad weer veel debatten tot aan de verkiezingen op 21 maart. Dit leeft in Amsterdam als in geen enkele andere stad. Zo is er aanstaande dinsdag het verkiezingsdebat van Cliëntenbelang. In Hotel Arena verzamelen kandidaatsraadsleden van twaalf verschillende partijen om te debatteren over gelijke kansen voor iedereen, een toegankelijke en inclusieve stad en goede betaalbare zorg.

Hoe ver zijn we?
Het is nu twee jaar geleden dat de Tweede Kamer besloten heeft het VN-verdrag inzake rechten voor personen met een handicap te ratificeren. Vanaf 14 juli 2016 is het verdrag in werking. Maar wat wordt er nu werkelijk gedaan om aan de eisen te voldoen dat dit verdrag stelt? Hoe ver zijn we als stad? Dit zijn belangrijkere vragen. Naar verwachting komt dit zeker aan de orde tijdens het debat. Twee jaar geleden was ik ontzettend blij toen het verdrag geratificeerd zou worden. Ik denk nog steeds dat het ratificeren van dit verdrag leidt naar veel positieve veranderingen. Dat openbaar gebouwen toegankelijker worden, dat reizen met het openbaar vervoer nog makkelijker gaat en dat iedereen evenveel kansen heeft op onderwijs en werk.

Een kwestie van een lange adem
Natuurlijk kan Nederland en Amsterdam niet van de één op de andere dag voldoen aan de eisen van dit verdrag. Hiervoor moet je ook een lange adem hebben van wel jaren. En ik geloof ook werkelijk dat we uiteindelijk aan de eisen gaan voldoen die het verdrag stelt. Maar in oktober vorig jaar was ik bij de thema-avond ‘Stad zonder grenzen’. Hier sprak wethouder Eric van der Burg en het klonk redelijk vrijblijvend. Het zou nog wel tientallen jaren duren voordat Amsterdam echt aan de eisen voldoet wat het verdrag stelt. Hij gaf ook niet echt doelstellingen.

Langzaam stappen vooruit
Op de site van het College van de rechten van de Mens staat dat een VN-comité zal rapporteren over het implementeren van het verdrag. De eerste keer zal dat zijn in juni van dit jaar. Daarna zal dit elke vier jaar gebeuren. Maar ik ben natuurlijk geen jurist en op papier zal dit allemaal wel kloppen. Ik kan dus alleen zien wat er in de praktijk gebeurd. En dan vind ik het toch langzaam gaan en kan ik niet begrijpen waarom sommige dingen tientallen jaren moeten duren.

Het begint lokaal
Begrijp mij niet verkeerd. Ik heb een fantastisch leven en in een stad als Amsterdam kom je overal met tram, metro en bus. Maar soms kan het in Nederland zo lang duren om een besluit te nemen. En dan zie je dat landen om ons heen toch op ons voorlopen. Zoals de toegankelijkheid van toiletten van cafés en restaurants in Groot-Brittannië. Ik ben ervan overtuigd dat de beste manier om hier verandering in te brengen je naaste omgeving is. De mensen in jouw omgeving er bewust van laten worden. Daarom zet ik mij ook graag in voor Onbeperkt Oost en vind ik de lokale politiek zoveel interessanter dan de nationale politiek. Daarom kijk ik uit naar alle mooie debatten die deze stad nog in het vooruitzicht heeft. Als eerste het debat van Cliëntenbelang aanstaande dinsdag.

De stad waar alles kan

De feestmaand is net begonnen. En voor mij zal het echt een feestmaand worden. Na drie maanden werkloos te zijn geweest heb ik weer een baan. Het meest ideale is dat ik iets meer dan twee kilometer woon van mijn werkplek. Ik zal elke dag reizen naar de Weesperstraat. Daar ga ik werken voor het communicatiebureau van de gemeente als webredacteur voor de pagina’s van de stadsdelen.

Reizen is omslachtig voor mij
Het afgelopen jaar had ik banen in respectievelijk Zeist en Heemstede. Alhoewel Heemstede niet zo ontzettend ver van Amsterdam ligt was het wel omslachtig om er te komen. De vorige jaren had ik met Philips en Telfort ontzettend veel geluk dat ik woonde en werkte in de zelfde stad. En dat wilde ik ook weer het liefst na mijn ervaringen van werken in Zeist en Heemstede. En nu mag ik dan weer wonen en werken in deze prachtige stad. Ik ga zelfs voor de stad werken.

Grote stad is één grote ontdekking
Ik krijg bij Amsterdam altijd het gevoel als de series en films die zich afspelen in New York. Je woont en leeft in één stad. Iets anders ken je niet. Je zoekt je weg via het openbaar vervoer zoals de metro. Ik kijk tijdens dat reizen ongelofelijk veel naar andere mensen en vind de verscheidenheid leuk. Alhoewel ik in Heemstede ben opgegroeid voel ik mij steeds meer Amsterdammer. Ik vind het heerlijk om rond te struinen in deze stad en maanden niet over de stadsgrenzen te komen. Misschien is dat een vorm van arrogantie. Maar dan wordt dat maar zo gezien. Ik wil werken en wonen in een stad die bruist.

Leven naast elkaar
In een stad als Amsterdam wonen zoveel mensen dat je heel erg naast elkaar leeft. Zo woon ik vlakbij de Indische Buurt. Hier wonen ongelofelijk veel nationaliteiten en culturen naast elkaar. Toch trek ik meer op met mensen met mijn achtergrond.
Misschien is dat niet erg, maar ik kwam er laatst wel achter dat ik niet eens weet wat er speelt bij mensen met een andere achtergrond. Zo zat ik laatst in een bus met een chauffeur met een islamitische achtergrond. Ik vertelde dat ik naar de doop van mijn nichtjes ging. Hij wist niet wat een doop was. Na dat ik het uitlegde wat het was kwam een heel verhaal over hoe de wereld was ontstaan volgens ‘zijn boek’ de koran. Toen ik vertelde dat ik zelf atheïstisch was begreep hij er al helemaal niets meer van. De hele rit bleef hij mij ervan overtuigen dat wat in ‘zijn boek’ stond het juiste was.

Inleven in een ander
Misschien is het toch goed om elkaar beter te begrijpen. De komende tijd stel ik het doel om mij in te leven in andere mensen. Al is dat heel moeilijk omdat je altijd je eigen mening vormt. Tijdens mijn studie heb ik ook geleerd dat objectiviteit niet bestaat. Zelfs het journaal is niet 100% objectief. Maar je kunt altijd proberen om je in te leven in een ander. Zo wil ik de komende tijd de bijbel en de koran gaan lezen. Al heb ik een versie van Kader Abdolah en weet ik niet helemaal precies of dat het zelfde is. Dit is misschien een goede eerste stap om een ander te begrijpen. Uiteindelijk is de stad van elke Amsterdammer en elke Amsterdammer moet zijn of haar weg vinden op de site van deze prachtige stad.

Geluk maak jezelf

Tijd gaat snel. De twee maanden proefplaatsing bij Isle Utilities zitten er alweer op. Ik heb besloten daar niet verder te gaan. Het was voor mij een uitdaging. Voor het eerst werken bij zo’n klein bedrijf. Doordat het zo’n klein bedrijf was gaf het mij extra verantwoordelijkheid. Ik was de enige met online kennis naast een applicatieontwerper. Dit gaf toch een bepaalde druk. Naast dat ik helemaal geen kennis had van watermanagement of het onderhoud van pijpleidingen. En dan kwam ook nog het reizen naar Heemstede om de hoek kijken.

Reizen naar mijn werk
Eerst ging ik met mijn rolstoel naar Amsterdam Centraal en daarna nam ik de trein naar Hoofddorp. Vervolgens moest ik weer een bus naar Heemstede nemen. Het kostte in totaal anderhalf uur voor een afstand van 30 kilometer. Ik ben zelfs een keer achterover gevallen met mijn rolstoel toen ik de bus wilde nemen.

Jezelf laten zien
Ondanks dat ik gevallen ben met mijn rolstoel weet ik dat ik niet bang moet worden en ik moet de bus blijven nemen. In Nederland moeten er nog zoveel stappen worden genomen om het openbaar vervoer echt toegankelijk te noemen voor mensen met een beperking. Als je ziet dat in steden als Cardiff en Swansea gewoon elk café invalidentoiletten hebben. Dat je gewoon een taxi kan aanhouden die een rolstoel mee kan nemen. Dan moet ik niet bang worden dat ik uit de bus ben gevallen. Je moet in het openbaar laten zien dat je mee wil doen in de maatschappij en gewoon die bus pakken.

Eerste stappen vooruit
Een eerste stap is al dat vervoersbedrijf RMC de taxi’s die in Groot-Brittannië gebruikt worden willen inzetten in het Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV) in Amsterdam.
Ik zie dit nog steeds als eerste stap, want je krijgt deze taxi alleen als je een rit besteld. Uiteindelijk zouden deze taxi’s gewoon moeten rondrijden in de stad en zou je deze taxi moeten kunnen aanhouden. Een nadeel zal zijn dat deze taxi’s volledig elektrisch zijn. Dat is natuurlijk goed voor het milieu. Maar daardoor heeft het maar een capaciteit van 112 km. Dat is wel erg weinig voor een gemiddeld taxibedrijf.

Zoektocht gaat verder
Nu is de zoektocht weer begonnen naar een nieuwe uitdaging. Een uitdaging die te bereiken is met het openbaar vervoer. Deze uitdaging wil ik het liefst hebben binnen Amsterdam of omgeving. Het kan wel buiten Amsterdam. Als de werkplek maar vlakbij een bereikbaar station zit. Natuurlijk heb ik eerder in deze blog gezegd dat bus wil blijven, maar dat is dan vooral voor privéreizen. Door mijn ervaring bij Isle Utilities ben ik er achter gekomen dat een combi met trein en bus voor werk te veel is.

Geluk moet je nastreven
Geluk is iets waar ieder mens naar opzoek is. Soms duurt het even voor je dat ware geluk gevonden hebt. Ik wil niet zeggen dat ik dat geluk niet gevonden heb bij eerdere banen als Philips en Telfort. Het duurde misschien maar twee jaar en toen moest ik het weer ergens anders zoeken. Daarnaast ligt het geluk van een mens niet alleen bij zijn of haar werk. Alleen zou het voor mij mooi zijn om een wat langer verblijf te vinden waar ik mijn geluk kan vinden. Dit kost veel energie, maar ik ben ervan overtuigt dat ik dat ga vinden. Ik ben pas aan het begin van mijn zoektocht.