Voetbal in coronatijd

De coronatijd is een aparte tijd. Alles stond maanden stil. Zo ook mijn blog. En ook het voetbal in Nederland. De competitie is wel weer begonnen. Ajax heeft ervoor gekozen om de eerste vier thuiswedstrijden te verloten onder de seizoenkaarthouders. Zo heeft elke seizoenkaarthouder kans om één van die vier wedstrijden op de tribune te zitten.

Opvallend rustig

Ik was ingeloot voor de wedstrijd tegen RKC. Ik had echt het gevoel: “Eindelijk weer in het stadion.” Het was toch een aparte sfeer. Eerst nam ik de tram naar het Weesperplein. Bij de metrohalte op het Weesperplein wachtte ik op Philip. Hij had nog zijn tram gemist. Dus het duurde even voor hij op het Weesperplein was. Ik was ruimschoots op tijd. Dus ik kon wel wachtte op Philip. Het was toch gezelliger om samen de metro te nemen. Toen we de metro namen was het opvallend rustig in de metro voor een voetbalwedstrijd.

Na maanden weer de metro

Toen we metrohalte Strandvliet bereikt hadden zei Philip dat hij deze halte echt al maanden niet gezien had. Je kreeg echt het gevoel dat je op weg was naar een stadion waar je nog nooit geweest was. Het gevoel dat je had als klein jongetje toen je voor het eerst naar Ajax ging. Alles is nieuw en spannend. Dat is een gevoel dat ik al jaren niet meer kende. Het was de normaalste zaak van de wereld geworden om naar Ajax te gaan.

Geen tijdslot

Samen met Philip reed ik naar de ingang van het stadion. Daar vroegen we aan een steward waarom ik geen tijdslot had op mijn kaarten. De kaarten gaan vanaf dit seizoen gescand worden via de Ajax-app. En op die kaart zou je moeten zien in welk tijdslot jij het stadion in mag, maar op mijn kaarten stond niets. De steward wist het niet. We moesten het vragen bij de kassa. Daar vertelde ze dat er voor gehandicapten geen tijdslot is.

Een keer een andere plek in het stadion

We waren ruimschoots voor de wedstrijd aanwezig. Dus gingen nog rondom het stadion een patatje halen en cola. Omdat ik een andere plek in het stadion had dan normaal gingen Philip en ik toch drie kwartier voor de wedstrijd naar binnen. Uiteindelijk kwamen we vrij snel op onze plek. Met de lift gingen we naar de eerste verdieping. We kwamen terecht op een gedeelte van de parkeergarage onder het stadion. We werden begeleid naar onze plek. We moesten over een hellingbaan en kwamen daarna terecht achter het doel aan de noordkant van het stadion.

Eigen plek beter

Ik moet zeggen dat mijn vaste plek in het stadion beter was. Je zit hoger in het stadion en kan daardoor het veld beter overzien. Maar we moeten niet klagen. Dat je in deze coronatijd naar het stadion mag is al speciaal. Op de plek achter het doel kan je bijvoorbeeld niet de lijnen aan de kant van het doel zien waar wij achter staan. Tijdens de wedstrijd kon je daarom niet goed zien of de bal uit is of niet.

Spandoek ter ere van Wim Suurbier

Toeschouwers belangrijk

De 13.000 toeschouwers die deze middag aanwezig mochten zijn waren aardig verdeeld over het stadion. Alleen de F-side was helemaal leeg. Hierdoor kon het spandoek die gemaakt was voor Wim Suurbier de hele wedstrijd blijven hangen. Hij overleed afgelopen zomer. Edwin van der Sar gaf voor de wedstrijd nog een toespraakje. Dat het belangrijk is voor de spelers dat er toch wat toeschouwers zijn.

De wedstrijd

De wedstrijd kon beginnen. Ajax begon fel aan de wedstrijd. Hierdoor kwam er ook snel een doelpunt van Tadic. Ze stormden door. Labyad maakte het tweede doelpunt, maar die werd afgekeurd na dat de VAR besloten had dat het buitenspel was. Maar niet veel later kon Labyad toch het tweede doelpunt maken. In de samenvatting ’s avonds waren Philip en ik te zien bij dit doelpunt. Uiteindelijk kon Ajax de felheid aan het begin niet volhouden. Met rust was het 2-0. De tweede helft was minder indrukwekkend. Martinez scoorde nog wel 3-0. Een goede overwinning natuurlijk.

Weg terug naar huis

Ik reed weer de hellingbaan af. Ging nog even naar het toilet. Samen met Philip namen we weer de lift naar beneden. Terug met de metro naar huis. Het bleek uiteindelijk heel bijzonder te zijn dat we dit seizoen als toeschouwer in de Arena waren. Philip was zelfs twee wedstrijden in het stadion. Hij ging ook nog naar Ajax-Vitesse.

Weer wachten tot we weer naar het stadion

Nu mogen er weer geen toeschouwers aanwezig zijn in het stadion. Ik denk dat dit nog wel zo is tot maart volgend jaar. Heel jammer, want naar een leeg stadion kijken is niet leuk. En de supporters maken ook de sfeer in het stadion, waardoor je club beter gaat presteren. Maar ik kan in ieder geval zeggen dat ik in het stadion ben geweest dit seizoen. Dat kunnen niet veel mensen zeggen. En als wij straks weer naar het stadion mogen dan ben ik de eerste die klaar staat. Ik sta altijd achter mijn club en zal ze altijd blijven steunen.

Intouchables, stereotypen gebruiken om stereotypen te doorbreken

Twee weken geleden keek ik voor het eerst de film die al tijden op mijn planning stond om een keer te bekijken. Intouchables, een film over een verlamde man, Philippe, van aristocratische komaf die iemand zoekt om hem te verzorgen. In zijn gigantische grote villa in het hartje van Parijs, bijna paleis te noemen, krijgt deze nieuwe kracht een kamer tot zijn bezit. Een hele reeks verzorgers reageren op deze vacature. Hieronder bevindt ook een Senegalese jonge man, Driss, dat vanwege sollicitatieplicht van de uitkeringsinstantie alleen handtekening wil van Philippe.

De sollicitatieprocedure duurt heel lang. Driss heeft niet het geduld om daar op te wachten en stormt de kamer binnen. Philippe en zijn assistent zijn verrast van de actie van Driss. Wat Driss niet had verwacht is dat de vastberaden indruk om een handtekening te krijgen juist de interesse wekte van Philippe. Daarom mag Driss de volgende dag terugkomen voor een handtekening. Als Driss de volgende dag terugkomt denkt hij snel met een handtekening weer te kunnen vertrekken. Wanneer hij hoort dat hij de baan krijgt stribbelt hij een beetje tegen, maar op het moment dat hij zijn verblijfplaats ziet is hij helemaal om.

Dit verandert snel als hij de volgende dag er achter komt dat onder andere billen schoon maken één van zijn taken is. Dit hoort er als verzorger er gewoon bij. Wat ik wel een vreemd vond is dat hij ook de benen van Philippe moest strekken. Meestal wordt dit door een specialist gedaan. De film verloopt voor de rest hoe heel veel films verlopen. Driss moet wennen aan zijn taken, maar op een gegeven is hij dat ook. Dan raken Philippe en Driss goed met elkaar bevriend en wil Philippe Driss ook niet meer kwijt. Daarna komt er een voorval waardoor Driss toch weer terug moet naar de achterbuurt waar hij vandaan komt. Op het laatst wordt dit weer goed gemaakt.

De website 8weekly.nl schreef ook een blog over deze film. In deze blog wordt benaderd dat het vooral stereotypen wordt gebruikt om de achtergronden te verklaren van de hoofdpersonages. Hierdoor zou het ook geen racisme zijn zoals veel Amerikaanse pers het beleefd. Hier ben ik volkomen mee eens. Het beeld van Driss wordt daarvoor gebruikt en niet om hem zwart te maken. Zo zie ik gehandicapten niet als zuur en verbitterd, maar dat beeld wordt ook gebruikt om de achtergrond te verklaren. Persoonlijk wil ik namelijk graag vrolijk en opportunistisch over komen. Hierdoor bereik je als gehandicapten veel meer en je omgeving krijgt dan ook een positiever beeld van gehandicapten en krijgen hierdoor ook minder medelijden.

Dit vond ik ook zo mooi uit de film. Wanneer Philippe met een vriend ergens koffie gaat drinken. En die vriend geeft aan Philippe aan dat hij niet snapt dat hij Driss heeft aangenomen omdat mensen met Driss zijn achtergrond hard, grof en geen medelijden zou kennen. Hierop geeft Philippe het antwoord dat hij ook geen medelijden wil hebben. Dat is precies wat ik ook niet wil hebben.

Intouchables is een mooie film dat een feel-good gevoel wil geven. Stereotypen worden alleen maar gebruikt om die ook weer te doorbreken. Zo’n feel-good gevoel hebben we misschien juist nu wel het meest nodig in de crisis waar we nu in zitten Positief blijven denken helpt altijd.

Werken voor een weekje Zeeland

Het is alweer een week geleden dat ik Zeeland onveilig maakte. Vakantie is sinds ik werk een zeldzaamheid geworden. Maar het lijkt voor mijn collega’s alsof ik continu op vakantie ben. Dat komt waarschijnlijk voornamelijk omdat er tussen twee weken Zuid-Frankrijk en een weekje Zeeland maar drie weken werken zat.

Voor het eerst ging ik mee op een vakantie georganiseerd door De Zonnebloem. Ik had altijd argwaan tegen een organisatie als De Zonnebloem. Dat kwam ook in één van mijn eerdere blogs terug. Dit komt vooral door de angst dat jouw vakantie tot in de puntjes georganiseerd wordt door de vrijwilligers. Maar het voordeel was dat ik met vrienden had opgegeven voor deze vakantie. En daardoor ging ik het vriendengroepje vooral op pad.

Zo gingen wij al na het eerste avondmaal het dorpje verkennen. Het dorpje is zo klein dat het maar de beschikking heeft over twee eetcafés. Dit heeft het effect dat als het ene café besluit om op maandag dicht te zijn het andere café daar rekening mee houdt en dinsdag de deuren sluit. Maar aan één café heb je genoeg om een gezellige avond te hebben. Daarnaast was onze vakantie begonnen en we namen het er dan ook maar van. In een rustig Zeeuws dorpje zijn op maandagavond niet veel dorpelingen in het café. Dus je papt al snel aan met de cafébaas. Na dat we op het einde van de avond vertellen dat we ook nog zijn concurrent willen bezoeken wil de cafébaas toch even kwijt dat het eten daar niet zo goed is.

Nadat we weer terugreden naar onze verblijfplaats maakten we ons klaar voor de volgende dag in Vlissingen.  De volgende dag stond er een touringbus klaar. Het grappige van alles is dat naar Vlissingen rijden minder lang duurde dan ons helemaal vastmaken in de bus. Maar uiteindelijk waren we aan het begin van de middag op bestemming. De twee koppels waar ik mee optrok wilde graag gebak om nog een verjaardag van kort geleden te vieren. Daarna gingen we rustig aan Vlissingen bezichtigen. Ik wilde uiteindelijk wel bij de boulevard eindigen. En daar stranden ik ook letterlijk. Een lekke band maakte de mooie dag wat somberder. Maar niet getreurd. Een dochterbedrijf van mijn reparateur kon de zelfde avond mijn band nog plakken. Met een goed humeur ging ik dan ook bij het andere café eten. Zo als het hoort mosselen met friet. De cafébaas van de dag ervoor had geen gelijk. Het eten was lekker.

De dag erna hadden de vrijwilligers een planning gemaakt om in het dorp te blijven. Voor mijn vrienden en mij reden om mijn tante en oom op te zoeken in Domburg. Mijn tante beheerd daar een museum van kunstwerken van kunstenaars die in Zeeland verbleven. Daarnaast kregen wij ook een klein beetje geschiedenisles over Zeeland. Het mooie van Domburg is dat het strand dicht op zee zit en daardoor kunnen schepen dichtbij het strand komen. Het strand is ook één van de schoonste van Nederland. Terwijl ik nog ging dineren met mijn tante en oom gingen mijn vrienden barbecueën met de rest van de groep.

De laatste dag was gepland voor de hoofdstad, Middelburg. Het was een mooi stadje met veel cultuur en ook een ouderwetse markt. Wat ook bleek. Een stad om in te verdwalen. Uiteindelijk konden we niet meer de plek terugvinden van de touringbus. Maar door een telefoon wisten we de weg weer te vinden. Het weekje Zeeland werd afgesloten met een ‘bonte avond‘ De dj die uitgenodigd was bleef niet lang, maar we maakten er zelf een mooie avond van.

Deze vakantie was de eerste vakantie met De Zonnebloem. Het beviel mij beter dan verwacht. Dit omdat ik de touwtjes toch zelf in handen kon houden. Toch blijf ik er bij dat het hartstikke mooi zou zijn om helemaal zelf je vakantie te organiseren. Jij bepaald waar je naar toe gaat, je neemt alleen verzorgers mee. Hier moet ik aan werken. Maar tot de kerst is het nu werken geblazen.

Op vakantie met handicap, een hele organisatie!

Voor mensen met een handicap is op vakantie gaan een grotere organisatie dan voor valide mensen. Dit laat de Belgische film Hasta La Vista wel zien.  De eerste keer dat ik over deze film hoorde was op de blog van een collegablogger bij GeenBerperking.nl, Sharp Ben. Hij komt zelf uit België en was hierdoor eerder op de hoogte van deze film. Al was de film in november vorig jaar al te zien in de Nederlandse bioscopen, ik heb de film nu net gezien. Ik stond door deze film erbij stil dat ik nu wel wat moet regelen wil aankomende zomer nog op vakantie.

Aankomende zomer ga ik in ieder geval met een groep goede vrienden naar Zeeland. Dit is een week dat georganiseerd wordt door De Zonnebloem. Eerst zag ik daar tegen op. Ik heb altijd een beeld dat De Zonnebloem een organisatie was voor zwaardere gehandicapten. Nu ben ik er toch op gewezen door mijn goede vrienden dat te vergelijken is met De Wielewaal, een organisatie waarmee ik in het verleden op vakantie ben geweest. Aankomende zomer moet ik maar ervaren hoe het is om op vakantie te gaan met De Zonnebloem.

Maar naast de week Zeeland wil ik aankomende zomer ook een week of twee weken naar het vakantiehuisje van mijn ouders in Zuid-Frankrijk. Hiervoor heb ik alleen vrijwilligers nodig en geen aanbod waarbij ook de vakantie bepaald wordt. Daarom heb ik het internet afgezocht om te kijken of dat aangeboden wordt. Maar het blijven aanbiedingen die gepaard gaan met gehele vakanties.

Het is natuurlijk mogelijk om dit uiteindelijk te realiseren. Misschien moet ik er iets harder aan trekken om dit te bereiken. Gisteren heb ik gegeten bij mijn zus en bij haar heb ik mijn wens aangekaart dat ik ook naar het huisje in Zuid-Frankrijk wil. Zij is van mening dat je dit eerder moet polsen bij vrienden of familie. Hier heeft ze misschien wel gelijk in. Je hebt dan iemand mee waar je het goed mee kan vinden en dan doet die persoon ook wat hij of zij leuk vindt. Dat weet je niet als je een vrijwilliger meeneemt.

Alhoewel ik voor aankomende zomer op deze manier een vakantie wil regelen denk ik dat het toch een gat in de markt zou zijn. Dat er een organisatie is die vrijwilligers aanbieden die met jou op vakantie willen. Waarbij, je net als onze Belgische vrienden van Hasta La Vista, je eigen reisschema en reisprogramma kan neerleggen.

Tot die tijd moet je het proberen te regelen met vrienden of familie. Wat natuurlijk extra gezellig is. Eindelijk heb ik dus de film Hasta La Vista bekeken. Als gehandicapten heb ik, net als Sharp Ben, ook gezien dat niet alles realistisch is. Dat de verzorgster in haar eentje een tentenkamp op zet en dat de rolstoel niet opgeladen wordt de twee weken dat ze op vakantie zijn. Maar dit zal de valide kijker zijn ontgaan. De film geeft voor die kijkers een beeld wat er allemaal komt kijken om met een handicap op vakantie. En dat is misschien maar goed ook.