Weer gezelligheid

Na dat anderhalf jaar geleden corona is uitgebroken wordt het leven steeds meer een stukje opener. Afgelopen week mochten mijn collega’s en ik weer naar het stadhuis. Via een app kan je een plek reserveren in het stadhuis. Afgelopen dinsdag had ik dat dus ook gedaan. Ik reed via de Sarphatistraat langs Artis over de Hortus naar het stadhuis. Mijn pas werkte nog, dus ik was zo binnen. Op naar de derde verdieping. Toen ik op mijn werkplek was merkte ik dat nog maar weinig collega’s ervoor kozen om op het stadhuis te werken. Martin en Fong waren er wel.

Collega’s nog steeds thuis

Martin hielp mij als vanouds uit mijn jas. Ik installeerde mij achter een computer. Al snel bleek dat mijn teamgenoten niet van plan waren naar het stadhuis te komen. Straks om 11 uur had ik wel een vergadering met ze. Dus ik moest een hokje vinden om met ze te videobellen. Videobellen kan niet via de computers op het stadhuis. Je kan met de computers op het stadhuis alleen maar op het digitale platform komen waarbinnen we werken en daar werkt MS Teams niet. Dus ging de vergadering met mijn mobiele telefoon. Het lukte mij steeds niet om op de wifi te komen van het stadhuis, dus deed ik het met de mobiele netwerk. Dit bleek uiteindelijk niet slim. Het slurpte data en mijn mobiel ging snel leeg. Een teken om na de vergadering toch maar weer naar huis te gaan.

Alles draait weer

Alles gaat steeds meer een beetje open. Sinds het begin van het nieuwe voetbalseizoen ga ik alweer naar Ajax. Na een stroef begin tegen PSV is Ajax ook beter gaan draaien. Al was het verlies tegen Utrecht een kleine hickup. Maar qua werk heb ik het gevoel dat het allemaal nog op gang moet komen. We hadden wel vorige week een teamuitje. Dit was heel gezellig. We waren naar het Nxt Museum geweest en daarna hebben we gegeten bij Kop van Oost. Je merkte dat iedereen toch weer behoefte had om elkaar weer te zien. Maar het thuiswerken vinden veel mensen toch wel lekker en makkelijk.

Ook zie ik weer familie

Maar ik merk dat er wel veel meer afspraken worden gemaakt. Vorige maand hadden we weer een familiedag met de Brockmeiers. Dit was speciaal voor de 80ste verjaardag van een tante van mij. Maar om elkaar weer te zien en met elkaar te eten dat was belangrijk. Deze kant van de familie had ik heel lang niet meer gezien, misschien wel twee jaar geleden. Daarna was twee weken later ook de eerste communie van mijn nichtje Maé. In de kerk mochten wij er niet bij zijn, nog steeds vanwege de coronamaatregelen. Maar daarna thuis bij mijn broer was er wel weer een uitgebreide lunch. Mijn broer woont met zijn gezin in België. En ze hebben daar van allerlei goede traiteurs, slagers en viszaken in de buurt. Het proeft allemaal veel lekkerder dan in Nederland. Of ik koop gewoon bij de verkeerde winkels.

Volle weekenden

Dat het allemaal weer open gaat merk ik aan mijn weekenden. Die zijn steeds voller aan het worden, elk weekend heb ik wel wat. Volgende week komen mijn nichtjes, kinderen van mijn zus, mij bezoeken in Amsterdam. We gaan naar het Scheepvaartmuseum en daarna eten in West. Zo kan ik daarna nog even Ajax kijken die het in het Abe Lenstra Stadion opnemen tegen Heerenveen in mijn stamkroeg De Oude Schaeper. Mijn weekenden zijn natuurlijk ook voller door deze grote hobby van mij. Ik mag weer naar de Arena voor de thuiswedstrijden en de uitwedstrijden mag ik weer kijken in mijn favoriete café.

Sociale dieren

Ik kijk dus weer met positivisme naar de komende weken. Waar ik weer gezellige dingen mag doen en natuurlijk naar mijn favoriete club gaan. Dat ik weer mensen ontmoet, want uiteindelijk zijn wij mensen sociale dieren. En deze sociale dieren moeten weer uit hun kooi worden gelaten.

Eindelijk weer naar de kroeg

Het is half juni. Na een aantal sombere maanden lijkt het weer wat vrolijker te worden. Door corona konden we de eerste maanden van 2021 niet veel doen. Daarnaast moesten we erg lang wachten voordat het een beetje mooi weer werd. Het is zaterdag 12 juni. Ik heb een taxi besteld naar de RAI voor mijn eerste prik van de vaccinatie tegen corona.

Mooie dag om mensen weer te zien

Ik heb mijn taxi vrij voeg besteld. Dat blijkt uiteindelijk ook goed te zijn, want ik word gecombineerd met een man die naar zijn stamkroeg gaat. Hier zie je dat we al meer open zijn en weer gaan genieten van het leven. De man woont niet ver van mij. En toch moeten we langs een opgebroken weg bij winkelcentrum Brazilië. De man vertelt vrolijk over dat hij vandaag naar zijn stamkroeg gaat. Het doet mij goed. Ik ben namelijk ook van plan om na mijn prik naar mijn stamkroeg te gaan. Andere mensen bestellen dus ook gewoon weer een AOV-taxi naar de kroeg. In de app van RMC staat nog steeds dat je alleen taxi mag bestellen als het echt noodzakelijk is. Dus ik voelde mij niet helemaal goed om het daarvoor te bestellen. Aan de andere kant vind ik het noodzakelijk, want ik heb weer sociale contacten nodig!

Gooi die prik er maar in

Uiteindelijk ben ik drie kwartier voor mijn afspraak bij de RAI. Ik merk dat ze daar helemaal niet op de tijd letten wanneer mijn afspraak is. Ik moet gewoon aansluiten in de rij. Het lijkt een erg lange rij, maar na een tijdje merk ik dat het vrij snel gaat. Op verschillende plekken vragen ze wel om de juiste papieren. Tegen de tijd dat ze mij prikken is het heel snel gebeurd. Ik rijd verder naar de plek waar ik een kwartier moet wachten om te kijken of de vaccinatie niet voor rare na effecten zorgt. Moet je voorstellen. Misschien kan ik straks lopen.

Als van ouds

De taxi van de RAI naar mijn stamkroeg had ik ook ruim na de tijd van dat ik mijn prik kreeg besteld. Dus bij de parkeerplaatsen bij de RAI moest ik nog even wachten. Rond kwart over twee was ik bij mijn stamkroeg aan de Tweede Hugo de Grootstraat. Ik had met Jelle en Philip afgesproken. Op het moment dat ik aankwam bij het café zei John al meteen tegen de chauffeur: “Neem die jongen maar weer mee.” Echt de humor dat ik gemist heb. Philip zat al aan een biertje toen ik aankwam, alleen Jelle was er nog niet. Hij moest nog even zijn baard netjes trimmen. Waarom weet ik niet. Het is niet zo dat hij Philip en mij hoeft te versieren of zo.

Philip en ik beginnen maar vast

Philip en ik begonnen maar vast te bestellen en zagen wel wanneer ‘Cinderella’ zou komen. Het was nog maar net middag. Tijd om eerst onze magen te vullen. Broodje bal is echt goed bij De Oude Schaeper. Philip begon met een tosti, maar naam daarna nog even de traditionele bal. Het bleek dat er nog iemand genoot van de gezelligheid van De Schaeper die vanochtend een prik had gekregen. Dat gaf meteen een band. Zij vroeg hoe ik mij nu voelde. Zij was twee uur eerder dan ik geprikt. Zij zou vertellen wat voor effecten zij krijgt, dan kon ik mij alvast voorbereiden.

Voetbalgelul

Toen ‘Cinderella’, Jelle, net iets na drieën er dan toch aankwam werd het echt gezellig. Ik had een paar dagen daarvoor net mijn kop kaal geschoren en Jelle doet dat al jaren. We waren net de ‘Ten Hag twins’. Terwijl Philip en ik aan de bier waren bestelde onze ‘Cinderella’, zoals altijd, rosé. Het EK was gisteren begonnen. Terwijl gisteren Italië makkelijker won van Turkije dan ik dacht was de wedstrijd Wales – Zwitserland bezig toen wij met onze drankjes bezig waren. Maar in de kroeg mocht de wedstrijd niet uitgezonden worden. De gesprekken tussen Jelle, Philip en mij gingen ook niet over het EK, maar als echte Ajacieden, over welke aankopen Ajax moet maken deze zomer. Ik vertelde over dat Valentijn Driessen het had over dat Ajax Steven Berghuis wilt kopen. Ik zou dat een slechte aankoop vinden. Volgens mij moeten ze Ihattaren kopen.

Wending gesprek

Een uur later voegde Beau zich bij onze gezelschap. We waren nog steeds over de aankopen van Ons Aller Ajax aan het discussiëren. Beau is de huisgenoot van Philip. Beau houdt niet van voetbal. Maar vaak als hij aansluit gaat het wel vaak over voetbal. Hij zegt altijd dat hij het niet erg vindt dat het gesprek over voetbal gaat, maar hij kan er binnen no time voor zorgen dat het gesprek een ander onderwerp heeft. Zo spraken we opeens over vaccineren. Of in het geval van Beau om je niet te laten vaccineren.

Amsterdamse humor

Het ging nog steeds goed met de vrouw aan het tafeltje naast ons. En John genoot ook aan dat tafeltje. De Amsterdamse humor bleef daar maar doorgaan. Jelle en Beau namen op een gegeven moment afscheid. Philip en ik bleven nog gezellig op het terras. De wedstrijd van zes uur was al begonnen tussen Denemarken en Finland. Op eens kregen we het verschrikkelijke nieuws binnen over Christian Eriksen. Hij viel neer. Philip’s en mijn gedachten keerden natuurlijk terug naar Abdelhak Nouri van een paar jaar geleden.

Dat doen we nog een keer

Later kwam Jelle nog terug. Onze ‘Cinderella’ had een schoonheidsslaapje genomen. We namen nog een biertje of rosé om het af te leren. Met zijn drieën bespraken we wat er in Kopenhagen was gebeurd. Gelukkig kregen wij nog te horen dat Eriksen bij kennis was. Rond 9 uur nam ik weer de taxi terug naar huis. Het was weer ouderwets gezellig in De Oude Schaeper. Hopelijk komen deze tijden om te genieten in je favoriete kroeg weer terug. Lekker lullen over niets en weer grappen uithalen bij elkaar. Of niets. Over voetbal praten, de belangrijkste bijzaak in het leven.

Veel te doen. Dus alles goed met mij

DSC00274

Eigenlijk is het wel grappig hoe vaak ik een blog begin met ‘het is alweer een tijdje geleden dat ik op deze blog geschreven heb’. Toen ik twee jaar geleden begon met deze blog had ik toch als doel met regelmaat te schrijven.  Ik had één keer in de twee weken de rubriek “Uitpakken”. Het laatste stukje hierover is ook al lang geleden. Soms denk ik moet ik mij schamen dat ik zolang niets van mij laat horen op mijn blog. Maar aan de ander kant betekent het dat het goed met mij gaat. Twee jaar geleden had ik geen baan en dus tijd voor mijn blog. Nu heb ik voor de tweede keer een contractverlenging gekregen bij Philips en zit ik in het campagneteam voor D66 voor Amsterdam-Oost.

Voor mij gaat het dus goed als ik veel te doen heb. En dat heb ik. Ik maak volle werkdagen bij Philips en ben betrokken bij de campagne waar ik in de avonduren tijd voor moet maken. Hartstikke spannend nog steeds. Worden wij eindelijk groter dan PvdA in Amsterdam? Het geeft zo’n lekker gevoel om je tijd goed te gebruiken en dat je merkt dat collega’s of andere mensen waarmee je samenwerkt jouw bijdrage waarderen. Maar om weer met goede moed je nieuwe werkperiode in te gaan is het goed om even vakantie te hebben. Dat had ik de laatste twee weken van augustus.

 Het zouden eigenlijk de laatste twee weken zijn geweest van mijn contract bij Philips, daarom had ik ook de weken opgenomen omdat ik die nog had. Het enige verschil is nu dat ze nog niet van mij af zijn bij Philips. In eerste instantie wilde ik de twee weken al gaan gebruiken voor een zoektocht naar een nieuwe baan. Maar nu dat niet hoefde dacht ik dan mag ik ook wat ontspannen (als een spast dat al kan). En ontspannen? Ik koos ervoor om een weer een week te zeilen op de Kaag. Daar kom je vermoeider van terug dan dat je er heen ging. Maar het blijft altijd een topweek bij ’t Vossenhol!

Het gene waar ik niets aan kon doen was dat de zeilweek de tweede week was. Als het andersom was kon ik nog een weekje uitrusten. Maar na weer een week werken zit ik er al weer helemaal in. Het gaf minder problemen dan ik dacht.  En wat was het weer klassiek gezellig in de hol van de vos. Er was weer genoeg koffie voor René, de vrijwilligers stonden ’s avonds weer aan de oude jenever (al was dit jaar een Pietje niet genoeg en moest onze premier dit jaar de jenever leveren) en Feike begon mij weer traditioneel te ondervragen wie ik de mooiste vrijwilligster vond.

Het zeilen was wel weer even wennen. Ik had er dit jaar ook niet voor gekozen om bij Sailability te zeilen op de Nieuwe Meer. Ik moest weer even de windroos in mijn hoofd stampen. Maar ik moet zeggen dat ik maar één middag echt serieus met dat bezig was, voor de rest was het ook vakantie voor mij en genoot ik van op het water te zijn.  Lekker genieten van een goudgele rakker ’s avonds met lekkere hapjes en dan naar bed gaan waar ik op de ritme van gesnurk in slaap probeer te komen.

Wat je ook kan zeggen over ’t Vossenhol. De vrijwilligers proberen er altijd een topweek van te maken voor de gasten. En ik kan alleen maar zeggen dat is dit jaar weer gelukt. En ik moet zeggen op het water kom ik ook tot rust. Ik heb weer genoeg energie gekregen om Philips in februari te bewijzen dat ze nog voorlopig niet van mij af zijn en genoeg energie om mee te helpen dat D66 volgend jaar de grootste partij wordt van de mooiste stad van Nederland. Ik heb veel te doen dus het gaat goed.

’t Vossenhol slaapt nooit

 

Een taxichauffeur staat voor mijn deur. De chauffeur trekt  een nors gezicht omdat hij wel drie keer heen en weer moet lopen om mijn spullen in de taxi te krijgen. De bestemming is ’t Vossenhol, de oudste zeilschool van Nederland. Daar aankomend heb ik weer geen aandacht voor de chauffeur, want iedereen verwelkomt mij al. Nog even bedank ik de chauffeur snel. Dat is al het beeld van ’t Vossenhol. De staf is allervriendelijkst en wil er een mooie week voor ons van maken.

Zeilen is één van mijn hobby’s. Het op het water bruin worden zorgt voor ontspanning. En omdat ’t Vossenhol beschikt over zestienkwadraat zeilboten hoef ik niet altijd te zeilen.  Dit zorgt ervoor dat ik op het water ook even mijn hoofd kan leegmaken. Afgelopen week hadden wij het getroffen. Elke dag kon er gezeild worden. Dit is vrij zeldzaam. In de vijf keer dat ik nu ben gaan zeilen was het voor de tweede keer dat we alle dagen zeilden.

Maar ’t Vossenhol staat niet alleen maar bekend om het zeilen. De hele week draait om het groepsgebeuren. In de avonden worden er spellen bedacht of gespeeld. En drank mag in deze mindervalideweek vrolijk vloeien. Het lijkt wel of de oude jenever in ’t Vossenhol is uitgevonden. Ze hebben er zelfs een boom naar genoemd. Elk jaar moet ik een jenever drinken om daarna te beseffen waarom ik het de rest van het jaar niet drink.

Op de laatste zeildag wordt er altijd een dagtocht gemaakt naar Leiden. Hier kan prachtig aangelegd worden midden in het centrum. Een stad als Leiden zorgt er wel voor dat de zestienkwadraten niet alleen achter gelaten moeten worden. Dus één of twee leden van de staf moeten op een rietje bijten terwijl wij lekker genieten van een ‘goud gele rakker’ op het wat verder gelegen terras.

De laatste avond is er een bonte avond. Hierbij maakt de staf het meestal bonter dan de gasten. Vossenhollers zijn namelijk gewend om in de meest gekke kleding voor de dag te komen. Na dat de staf zich weer helemaal in het zweet heeft gewerkt kunnen ze toch weer de hele nacht doorhalen. Terwijl ik mijn oogjes probeer te sluiten en verlang naar een schoon bed en schone kleren hoor ik de staf boven nog herrie maken. Ik ben er afgelopen week toch achter gekomen dat ik geen echte zeerot ben. Zeerotten slapen nooit!