Participeren geldt straks niet alleen tijdens vakanties

DSCN0107IMG_1289

September was voor mij een vakantiemaand. Eerst ging ik weer zeilen op ’t Vossenhol en daarna heb ik de zon opgezocht in Zuid-Frankrijk. Als ik op vakantie ga moet ik mij altijd bewust zijn van hoe toegankelijk de plek is waar ik naar toega. ’t Vossenhol heeft al ruim 40 jaar ervaring met het organiseren van een zeilweek voor mensen met een beperking. Al werken ze met vrijwilligers die over het algemeen geen ervaring hebben in de zorg tijdens hun dagelijkse werk. Veel vrijwilligers komen al jaren naar deze week en hebben daardoor ook ervaring opgebouwd.

Voor mij is de week zeilen op ’t Vossenhol een traditie. Als je op de parkeerplaats komt van ’t Vossenhol staan de vrijwilligers al enthousiast je op te wachten en helpen met het aannemen van je tassen. De week voor mensen met een beperking is maar één week van de in totaal tien weken die ’t Vossenhol tijdens de zomer organiseert. De andere weken zijn weken voor de jeugd of weken om instructeur te worden. ’t Vossenhol wordt daarom altijd speciaal verbouwd om het hol toegankelijk te maken voor ons. Zo worden er planken over de drempels gelegd zodat wij binnen kunnen komen. Daarnaast bouwen ze een hele oprit over de trappen naar de slaapkamers. Ook hebben ze planken gelegd over de hoger gelegen delen van de hol. Zodat wij ook op dat podium kunnen vertoeven.

De eerste dag van de week is nog wat kennismaken met de nieuwe gezichten en er achter komen hoe het met de oude bekenden gaat. Maar de dagen daarna gaat het echt om het zeilen. Na dat we ontbeten hebben gaan we ons rustig voorbereiden op de zeildag. We krijgen nog koffie op steiger. Op de steiger is een tillift gebouwd. Via deze lift worden de mensen die het nodig hebben in de boot getild. Met twee vrijwilligers en één ander vakantieganger gaan we het water op De Kaag onveilig maken. Tegen de tijd dat we gaan lunchen keren we of weer terug naar het hol of we gaan ergens onderweg ergens lunchen. Een Noorlander, een wat grotere boot, zorgt ervoor dat de duwstoelen dan ter plaatsen zijn.

Er wordt vaak vreemd gekeken als mensen zien dat we met zo’n grote groep een eetcafé onveilig willen maken. Maar het is hartstikke goed dat er mensen bestaan die dit mogelijk willen maken. Het zelfde geldt voor het vliegen met rolstoel naar Nice. Bij Transavia kon ik dit geweldig online regelen. Ik stuurde nog netjes een mailtje na met alle maten van mijn rolstoel. Breedte, lengte, hoogte, gewicht. Je krijgt netjes een mail terug met: “Dank je wel voor mailtje. We hebben het geregistreerd.” Maar als je dan op de dag zelf met je rolstoel aankomt zie je zenuwachtige gezichten. “Wat moeten we hiermee?” Uiteindelijk regelen ze wel alles en kom ik heelhuids aan in Nice.

Terwijl Frankrijk helemaal niet tot een toegankelijk land gerekend mag worden, zeker niet Zuid-Frankrijk, heb ik het voorrecht dat mijn moeder architect is geweest en mijn ouders de financiële mogelijkheden hebben om aan één van de mooiste stukjes aan de kust een rolstoeltoegankelijk huis te bouwen. Het hele terrein is rolstoelvriendelijk. Overal zijn hellingbanen gemaakt en bij het zwembad heb ik de beschikking over een lift die op waterdruk werkt. In het huis kan ik alleen maar komen op de begane grond, waar mijn kamer ook is. Op mijn kamer heb ik de beschikking over een tillift en een hoog/laag bed. Kortom de ideale ingrediënten om een fantastische vakantie te hebben met mijn familie.

Toegankelijkheid en het openstaan voor mensen met een beperking is de keyword in dit stukje. En als straks vanaf 1 januari 2015 de participatiewet werkelijk zijn intrede maakt wordt dit ook verwacht van de samenleving. Naar mijn mening komt deze wet er te vroeg zolang de toegankelijkheid nog niet goed geregeld is en zelfs Agenda 22 niet is geratificeerd. Maar op dit moment moeten we genieten van zulke vakantiemomenten en maar zien wat de toekomst ons geeft.

Veel te doen. Dus alles goed met mij

DSC00274

Eigenlijk is het wel grappig hoe vaak ik een blog begin met ‘het is alweer een tijdje geleden dat ik op deze blog geschreven heb’. Toen ik twee jaar geleden begon met deze blog had ik toch als doel met regelmaat te schrijven.  Ik had één keer in de twee weken de rubriek “Uitpakken”. Het laatste stukje hierover is ook al lang geleden. Soms denk ik moet ik mij schamen dat ik zolang niets van mij laat horen op mijn blog. Maar aan de ander kant betekent het dat het goed met mij gaat. Twee jaar geleden had ik geen baan en dus tijd voor mijn blog. Nu heb ik voor de tweede keer een contractverlenging gekregen bij Philips en zit ik in het campagneteam voor D66 voor Amsterdam-Oost.

Voor mij gaat het dus goed als ik veel te doen heb. En dat heb ik. Ik maak volle werkdagen bij Philips en ben betrokken bij de campagne waar ik in de avonduren tijd voor moet maken. Hartstikke spannend nog steeds. Worden wij eindelijk groter dan PvdA in Amsterdam? Het geeft zo’n lekker gevoel om je tijd goed te gebruiken en dat je merkt dat collega’s of andere mensen waarmee je samenwerkt jouw bijdrage waarderen. Maar om weer met goede moed je nieuwe werkperiode in te gaan is het goed om even vakantie te hebben. Dat had ik de laatste twee weken van augustus.

 Het zouden eigenlijk de laatste twee weken zijn geweest van mijn contract bij Philips, daarom had ik ook de weken opgenomen omdat ik die nog had. Het enige verschil is nu dat ze nog niet van mij af zijn bij Philips. In eerste instantie wilde ik de twee weken al gaan gebruiken voor een zoektocht naar een nieuwe baan. Maar nu dat niet hoefde dacht ik dan mag ik ook wat ontspannen (als een spast dat al kan). En ontspannen? Ik koos ervoor om een weer een week te zeilen op de Kaag. Daar kom je vermoeider van terug dan dat je er heen ging. Maar het blijft altijd een topweek bij ’t Vossenhol!

Het gene waar ik niets aan kon doen was dat de zeilweek de tweede week was. Als het andersom was kon ik nog een weekje uitrusten. Maar na weer een week werken zit ik er al weer helemaal in. Het gaf minder problemen dan ik dacht.  En wat was het weer klassiek gezellig in de hol van de vos. Er was weer genoeg koffie voor René, de vrijwilligers stonden ’s avonds weer aan de oude jenever (al was dit jaar een Pietje niet genoeg en moest onze premier dit jaar de jenever leveren) en Feike begon mij weer traditioneel te ondervragen wie ik de mooiste vrijwilligster vond.

Het zeilen was wel weer even wennen. Ik had er dit jaar ook niet voor gekozen om bij Sailability te zeilen op de Nieuwe Meer. Ik moest weer even de windroos in mijn hoofd stampen. Maar ik moet zeggen dat ik maar één middag echt serieus met dat bezig was, voor de rest was het ook vakantie voor mij en genoot ik van op het water te zijn.  Lekker genieten van een goudgele rakker ’s avonds met lekkere hapjes en dan naar bed gaan waar ik op de ritme van gesnurk in slaap probeer te komen.

Wat je ook kan zeggen over ’t Vossenhol. De vrijwilligers proberen er altijd een topweek van te maken voor de gasten. En ik kan alleen maar zeggen dat is dit jaar weer gelukt. En ik moet zeggen op het water kom ik ook tot rust. Ik heb weer genoeg energie gekregen om Philips in februari te bewijzen dat ze nog voorlopig niet van mij af zijn en genoeg energie om mee te helpen dat D66 volgend jaar de grootste partij wordt van de mooiste stad van Nederland. Ik heb veel te doen dus het gaat goed.

’t Vossenhol slaapt nooit

 

Een taxichauffeur staat voor mijn deur. De chauffeur trekt  een nors gezicht omdat hij wel drie keer heen en weer moet lopen om mijn spullen in de taxi te krijgen. De bestemming is ’t Vossenhol, de oudste zeilschool van Nederland. Daar aankomend heb ik weer geen aandacht voor de chauffeur, want iedereen verwelkomt mij al. Nog even bedank ik de chauffeur snel. Dat is al het beeld van ’t Vossenhol. De staf is allervriendelijkst en wil er een mooie week voor ons van maken.

Zeilen is één van mijn hobby’s. Het op het water bruin worden zorgt voor ontspanning. En omdat ’t Vossenhol beschikt over zestienkwadraat zeilboten hoef ik niet altijd te zeilen.  Dit zorgt ervoor dat ik op het water ook even mijn hoofd kan leegmaken. Afgelopen week hadden wij het getroffen. Elke dag kon er gezeild worden. Dit is vrij zeldzaam. In de vijf keer dat ik nu ben gaan zeilen was het voor de tweede keer dat we alle dagen zeilden.

Maar ’t Vossenhol staat niet alleen maar bekend om het zeilen. De hele week draait om het groepsgebeuren. In de avonden worden er spellen bedacht of gespeeld. En drank mag in deze mindervalideweek vrolijk vloeien. Het lijkt wel of de oude jenever in ’t Vossenhol is uitgevonden. Ze hebben er zelfs een boom naar genoemd. Elk jaar moet ik een jenever drinken om daarna te beseffen waarom ik het de rest van het jaar niet drink.

Op de laatste zeildag wordt er altijd een dagtocht gemaakt naar Leiden. Hier kan prachtig aangelegd worden midden in het centrum. Een stad als Leiden zorgt er wel voor dat de zestienkwadraten niet alleen achter gelaten moeten worden. Dus één of twee leden van de staf moeten op een rietje bijten terwijl wij lekker genieten van een ‘goud gele rakker’ op het wat verder gelegen terras.

De laatste avond is er een bonte avond. Hierbij maakt de staf het meestal bonter dan de gasten. Vossenhollers zijn namelijk gewend om in de meest gekke kleding voor de dag te komen. Na dat de staf zich weer helemaal in het zweet heeft gewerkt kunnen ze toch weer de hele nacht doorhalen. Terwijl ik mijn oogjes probeer te sluiten en verlang naar een schoon bed en schone kleren hoor ik de staf boven nog herrie maken. Ik ben er afgelopen week toch achter gekomen dat ik geen echte zeerot ben. Zeerotten slapen nooit!