Eerste stap naar toegankelijkheid

3289866245_842e64e28f_z

Wat was vorige week donderdag, 21 januari, een mooie dag voor gehandicapt Nederland. Het amendement van Otwin van Dijk om toegankelijkheid voor mensen met handicap te verplichten was aangenomen door de Tweede Kamer. Natuurlijk een hele grote stap voorwaarts. Voorheen werd het VN-verdrag inzake rechten van personen met een handicap alleen geratificeerd. Nu zijn er ook verplichtingen aan gesteld.

Natuurlijk ben ik hier hartstikke blij mee, maar we moeten ons wel beseffen dat dit pas een eerste stap is naar toegankelijkheid. Het amendement geeft aan dat toegankelijkheid een vanzelfsprekendheid moet worden. Dit zou al een hele grote stap vooruit zijn. Hoe vaak is het mij niet overkomen dat ik naar een openbare gelegenheid ga, een restaurant, en de eigenaar van het restaurant heeft er zelfs nooit over nagedacht. Of ik reserveer ergens en ik vraag of het restaurant rolstoeltoegankelijk is. Ze bevestigen dat, maar als je aankomt zijn ze even dat ene treetje vergeten. Hopelijk gaan openbare gelegenheden hier nu beter over nadenken. Dit zou dus een mooie stap zijn.

Het is logisch dat het voor een historisch gebouw moeilijk is om aan deze verplichting te voldoen en dat het voor een ondernemer niet te doen is om zijn pand van de ene op de andere dag toegankelijk te maken. Daarom zie ik het als een eerste stap. Ik kan namelijk in het amendement niet terugvinden hoelang een ondernemer er dan over mag doen om zijn pand wel toegankelijk te maken. Wat wel opgenomen is zijn regels waar een ondernemer aan moet voldoen om het pand toegankelijk te maken.

Daarnaast was het voor mij ook onduidelijk wat er wordt bedoeld met“ informatie en communicatie , op zo’n manier toegankelijk maken dat het voor een zo divers mogelijke doelgroep gegarandeerd wordt”  Wat voor een verplichtingen hebben website hierdoor, zoals mijn werkgever Telfort, om de website toegankelijk te maken voor bijvoorbeeld slechtzienden of blinden? Wat is een zo divers mogelijke doelgroep? Het is mij niet duidelijk. De W3C-toegankelijkheidsrichtlijnen geeft dus nog steeds richtlijnen. Het is nog steeds geen verplichting.

Het lijkt of ik helemaal niet blij ben dat dit amendement is aangenomen. Dat ben ik zeker. Alleen zijn er nog zoveel stappen te nemen en om de volgende stappen te nemen moet je ook wat kritiek kunnen geven. Zo kijk ik echt uit wanneer dit amendement in werking is vanaf 1 januari 2017. Zo ben ik benieuwd wat dit gaat betekenen voor de Amsterdam Arena. Vanaf dat de Arena bestaat heb ik al een seizoenkaart. Met veel plezier ga ik naar iedere thuiswedstrijd. Alleen is het probleem vanaf het begin al de liften voor de rolstoelgebruikers. Toen ik in het begin een affiche las over de Amsterdam Arena stond daar in dat iedereen de Arena binnen 20 minuten kan verlaten. Nou, voor een rolstoelgebruiker kan dit wel drie kwartier tot een uur duren. In het begin waren er maar twee liften. Eén aan de noord- en één aan de zuidkant. Vanaf 2002 zijn er ook achter het doel rolstoelplekken gekomen en is er zowel aan de noord- als zuidkant een lift bijgekomen. Maar er zijn dan ook meer rolstoelplekken gekomen. Tijdens het verlaten van het stadion gaan deze twee liften dan ook alleen maar heen en terug van de verdieping waar de rolstoelgebruikers zitten achter het doel. Wij, die zitten tussen de eerste en tweede ring, zijn nog steeds afhankelijk van de twee kleine liften die er al waren vanaf het begin.

Zal dit amendement betekenen dat de Arena grotere liften moet plaatsen? Waar in ieder geval twee elektrische rolstoelen naast elkaar kunnen staan? Ik ben dus benieuwd of onder andere de Arena vanaf 1 januari dingen moet veranderen op dit gebied. Maar ook of andere openbare gelegenheden toegankelijker worden. Tijd zal het leren. Maar wat het amendement al zegt niet van de ene op de andere dag. Dit is de eerste stap van de vele die er nog moeten komen.

Participeren geldt straks niet alleen tijdens vakanties

DSCN0107IMG_1289

September was voor mij een vakantiemaand. Eerst ging ik weer zeilen op ’t Vossenhol en daarna heb ik de zon opgezocht in Zuid-Frankrijk. Als ik op vakantie ga moet ik mij altijd bewust zijn van hoe toegankelijk de plek is waar ik naar toega. ’t Vossenhol heeft al ruim 40 jaar ervaring met het organiseren van een zeilweek voor mensen met een beperking. Al werken ze met vrijwilligers die over het algemeen geen ervaring hebben in de zorg tijdens hun dagelijkse werk. Veel vrijwilligers komen al jaren naar deze week en hebben daardoor ook ervaring opgebouwd.

Voor mij is de week zeilen op ’t Vossenhol een traditie. Als je op de parkeerplaats komt van ’t Vossenhol staan de vrijwilligers al enthousiast je op te wachten en helpen met het aannemen van je tassen. De week voor mensen met een beperking is maar één week van de in totaal tien weken die ’t Vossenhol tijdens de zomer organiseert. De andere weken zijn weken voor de jeugd of weken om instructeur te worden. ’t Vossenhol wordt daarom altijd speciaal verbouwd om het hol toegankelijk te maken voor ons. Zo worden er planken over de drempels gelegd zodat wij binnen kunnen komen. Daarnaast bouwen ze een hele oprit over de trappen naar de slaapkamers. Ook hebben ze planken gelegd over de hoger gelegen delen van de hol. Zodat wij ook op dat podium kunnen vertoeven.

De eerste dag van de week is nog wat kennismaken met de nieuwe gezichten en er achter komen hoe het met de oude bekenden gaat. Maar de dagen daarna gaat het echt om het zeilen. Na dat we ontbeten hebben gaan we ons rustig voorbereiden op de zeildag. We krijgen nog koffie op steiger. Op de steiger is een tillift gebouwd. Via deze lift worden de mensen die het nodig hebben in de boot getild. Met twee vrijwilligers en één ander vakantieganger gaan we het water op De Kaag onveilig maken. Tegen de tijd dat we gaan lunchen keren we of weer terug naar het hol of we gaan ergens onderweg ergens lunchen. Een Noorlander, een wat grotere boot, zorgt ervoor dat de duwstoelen dan ter plaatsen zijn.

Er wordt vaak vreemd gekeken als mensen zien dat we met zo’n grote groep een eetcafé onveilig willen maken. Maar het is hartstikke goed dat er mensen bestaan die dit mogelijk willen maken. Het zelfde geldt voor het vliegen met rolstoel naar Nice. Bij Transavia kon ik dit geweldig online regelen. Ik stuurde nog netjes een mailtje na met alle maten van mijn rolstoel. Breedte, lengte, hoogte, gewicht. Je krijgt netjes een mail terug met: “Dank je wel voor mailtje. We hebben het geregistreerd.” Maar als je dan op de dag zelf met je rolstoel aankomt zie je zenuwachtige gezichten. “Wat moeten we hiermee?” Uiteindelijk regelen ze wel alles en kom ik heelhuids aan in Nice.

Terwijl Frankrijk helemaal niet tot een toegankelijk land gerekend mag worden, zeker niet Zuid-Frankrijk, heb ik het voorrecht dat mijn moeder architect is geweest en mijn ouders de financiële mogelijkheden hebben om aan één van de mooiste stukjes aan de kust een rolstoeltoegankelijk huis te bouwen. Het hele terrein is rolstoelvriendelijk. Overal zijn hellingbanen gemaakt en bij het zwembad heb ik de beschikking over een lift die op waterdruk werkt. In het huis kan ik alleen maar komen op de begane grond, waar mijn kamer ook is. Op mijn kamer heb ik de beschikking over een tillift en een hoog/laag bed. Kortom de ideale ingrediënten om een fantastische vakantie te hebben met mijn familie.

Toegankelijkheid en het openstaan voor mensen met een beperking is de keyword in dit stukje. En als straks vanaf 1 januari 2015 de participatiewet werkelijk zijn intrede maakt wordt dit ook verwacht van de samenleving. Naar mijn mening komt deze wet er te vroeg zolang de toegankelijkheid nog niet goed geregeld is en zelfs Agenda 22 niet is geratificeerd. Maar op dit moment moeten we genieten van zulke vakantiemomenten en maar zien wat de toekomst ons geeft.

Nieuw jaar, nieuwe uitdagingen!

IMG_0660

Hierbij wil ik iedereen een gelukkig nieuwjaar wensen.  Voor mij is een nieuwjaar altijd weer een nieuw begin. Je gaat overdenken wat je het afgelopen jaar gedaan hebt gedaan en of je bereikt hebt wat je wilde bereiken.  Maar vooral ga je overdenken wat je komende jaar wilt bereiken.  En ondanks dat je dit allemaal doet, loopt een jaar altijd anders dan je had verwacht. Zo had ik aan het begin van vorig jaar niet verwacht dat mijn contract bij Philips verlengd zou worden en had ik niet verwacht dat ik op dit moment nog bij Philips zou werken. Voor 2014 moet ik wel weer een nieuwe uitdaging zoeken, maar uiteindelijk is het toch moeilijk om te voorspellen wat er werkelijk komt.

Dit begon eigenlijk al toen ik in 2003 aan mijn studie Media, Informatie en Communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam begon. Ik dacht dat ik archivaris wilde worden, maar na een stage twee jaar later ben ik er achter gekomen dat ik daar niet gelukkig van zou worden. Toen ik in 2009 mijn studie had afgerond schreef ik mij in bij Valid People in, een vacaturebank voor hogeropgeleide gehandicapten. Een vraag die zij toen aan mij stelden was: waar zie je jezelf over vijf jaar? Dat vond ik toen een hele moeilijke vraag. Nu is dit bijna vijf jaar geleden en ik ben er achter gekomen dat het terecht is dat ik het een moeilijke vraag vond. Want je kunt je carrière plannen wat je wil je weet toch nooit hoe alles gaat lopen.

Zo was in 2009 de crises net begonnen. Nu weten we dat dit voor net beginnende werknemers op de arbeidsmarkt betekent dat je begint met tijdelijke contracten en na twee keer verlengen kijkt de werkgever soms liever naar mensen die ze weer een tijdelijk contract kunnen geven. Dit maakt het voor mij moeilijk voorspellingen te doen over vijf jaar. Een voordeel is wel dat het makkelijker is om nieuwe uitdagingen aan te gaan.

Een ander punt is dat je ook niet kan voorspellen hoe technologieën in vijf jaar zich ontwikkelen. Ik werk nu in de Online Verkoop en dat wil ik graag blijven doen de komende jaren. Maar de standaard website waar je online kan kopen bestaat waarschijnlijk over vijf jaar niet meer en zeker niet over tien jaar. Over vijf jaar is het waarschijnlijk meer met apps en wie weet hoe het er over tien jaar uit ziet? Dit betekent dat ik mij steeds moet ontwikkelen in mijn carrière en dat ik steeds weer nieuwe uitdagingen moet zoeken. Het zal nooit meer zijn zoals vroeger, dat je veertig jaar bij dezelfde werkgever blijft.

 Is dit allemaal erg? Nee, helemaal niet. Dit is alleen maar leuk. Doordat we op verschillende plekken gaan werken en misschien ook vaak in verschillende branches ga je je breder ontwikkelen waardoor je ook een grotere kennis krijgt. Ik verheug mij nu al op de rest van mijn carrière wat één groot avontuur zal worden. Daarom doe ik niet aan goede voornemens of voorspellingen. Nou misschien een paar voorspellingen die ik niet zelf in de hand heb. Ajax wordt weer kampioen! Nederland zal geen wereldkampioen worden en 2014 zal ook wel weer over gaan in 2015.

Week vol congressen

tram

Twee weken geleden had ik twee congressen in één week, dat kun je wel een week vol congressen noemen. Het begon met het stadscongres van D66. Een mooi moment om de kandidaten te presenteren op voor de Amsterdamse gemeenteraad. Voor mij was dit een hele tocht van het oosten naar het westen van de stad. Het grappige is wel dat je deze tocht kan maken zonder over te stappen met de tram. Ik kan opstappen op het Javaplein en uitstappen bij Admiraal De Ruijterweg. Eenmaal daar aangekomen kon de weg toch niet helemaal vinden. Ik ken Amsterdam-West ook niet zo goed en kaartkijken is ook niet mijn beste eigenschap. En als ik dan aan mensen ga vragen waar Midwest is, terwijl ik denk dat het een hotel is en het blijkt een buurthuis te zijn, dan kom je ook niet veel verder.

Aangekomen bij het buurthuis blijkt het gebouw niet erg toegankelijk te zijn voor rolstoelen. Gelukkig ben ik een bekend gezicht aan het worden bij D66 in Amsterdam en vinden wat partijgenoten het helemaal niet vreemd om mij een handje te helpen. De openingsspeech van onze lijsttrekker, Jan Paternotte, was in het sporthalletje waar in klein trappetje naar leiden. Dit vroeg nog niet om zoveel tileigenschappen als wat later een uitdaging zou blijken. Jan Paternotte kondigde met trots de eerste dertien kandidaten op de lijst aan. Want zoveel, daar gaan we allemaal vanuit, komen straks in de raad.

Sinds ik actief ben voor D66 in Amsterdam ben ik er achter gekomen dat D66’ers niet zo heel tijd bewust zijn. Alles loopt uit, zo ook dit congres weer. Toen ik twee jaar geleden fractie-assistent was voor stadsdeel Oost en we hadden om acht uur een fractievergadering dan kwamen de meeste pas om kwart over acht binnen druppelen. In het begin was ik er al om tien voor acht om dat ik gewoon op tijd wilde zijn. Later kwam ik gewoon acht uur binnen dan was ik ook op tijd.  Maar ik vind het ook niet erg. Dat ze overal de tijd voor nemen betekent dat ze een gezellige en betrokken partij zijn.

Maar nu was toch echt de tijd aangebroken voor de eerste workshop. Nu werd wel wat van de tileigenschappen verwacht van mijn partijgenoten. De workshop Welzijn en Zorg was namelijk op de eerste verdieping en er was geen lift. Eigenlijk wel grappig dat ze de workshop Welzijn en Zorg boven hadden geplaatst, hierdoor dachten ze niet aan hun eigen welzijn, maar aan de andere kant hebben ze daarna wel weer zorg nodig.

Er was veel interesse voor de workshop Welzijn en Zorg. Maar ondanks deze interesse was de workshop wel goed georganiseerd. De mensen die aanwezig waren werden in groepjes van vier, vijf man verdeeld. Op papier stonden verschillende standpunten en als groepje moest je over de standpunten discussiëren. Je moest als groepje aangeven met welke twee standpunten je minder eens was en over welke standpunten je erg positief was. Op het einde van de workshop verkondigde dan één persoon van het groepje de uitkomsten van hun groepje.

Er stonden redelijk wat standpunten bij waar ik mij in kon vinden en wat naar mijn mening een logisch D66-geluid is. Zo was een heel goed standpunt een vrijere markt voor zorgverleners. Dat patiënten meer vrijheid krijgen om hun eigen zorgverlener te kiezen. Al dacht ik dat daar al een grotere vrijheid in was. Sinds staatssecretaris Terpstra in 1998 de PGB (Persoonsgebonden Budget) heeft geïntroduceerd zou er toch juist meer keuzevrijheid daar in moeten zijn. Daarnaast waren er wat negatieve geluiden over de mantelzorg. Veel mensen denken dat zij later hun oudere familieleden moet verzorgen, maar volgens mij kun je samen afspraken maken dat iemand die in de buurt woont daarvoor zorgt.

Na de workshop was er nog tijd voor wat koffie voordat de tweede workshop begon.  Het was weer in het kleine sporthalletje, dus dat vergde wat minder tilwerk. Ik nam deel aan de workshop Inkomen en Participatie. Het was een heel wat kleinere groep dan de workshop Welzijn en Zorg. Deze workshop ging over participeren in de samenleving. Ook als je werkloos bent moet je gemotiveerd worden om mee te doen in de samenleving. In het groepje zaten veel meer mensen die hier verstand van hadden dan ik, dus ik luisterde voornamelijk geïnteresseerd mee.

Het congres werd gebruikelijk afgesloten met een borrel. Voor eind september was het nog opvallend mooi weer, dus de borrel werd buiten gehouden. Nog even wat na kletsen met mensen die ik goed ken en afspraken maken om het te hebben over actiepunten voor de campagne. Ik was niet lang bij de borrel, want ik moest nog de hele reis terug maken naar oost. De volgende reis zou nog verder zijn. Helemaal naar Eindhoven voor het WGP-congres. Daar over vertel ik later.       

Londen vs. Amsterdam

DSC00156DSC00171

Afgelopen week zat ik voor een weekje in Londen. Deze stad stond al een hele tijd op mijn lijstje om een weer een keer te bezichtigen. Als jongetje van tien ben ik al een keer in deze stad geweest, maar sindsdien ben ik nooit meer die plas over geweest tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk. En nu vraagt u zich af waarom stond Londen zolang op mijn lijstje? Simpel, ik houd van grote wereldsteden. Parijs, Londen,  Berlijn, New York, het kan van mij niet groot genoeg. En als ik dan in deze steden ben wil ik het graag vergelijken met de enige ‘wereldstad’ in ons land: Amsterdam!

Londen? Kun je het vergelijken met Amsterdam? Natuurlijk Londen is een veel grotere stad. Zelfs de hele randstad bij elkaar is nog niet zo groot als Londen. En als je op de kaart van de tube kijkt zijn er wat meer lijnen dan de vier metrolijntjes die Amsterdam heeft. En dan lopen die lijnen ook nog eens flink door elkaar. Maar naar mijn mening is er zeker een vergelijking en dat zit in de manier van leven wat je in zo’n stad kan doen.

Altijd als ik op vakantie ben, ook als het niet een stedentrip, wil ik er achter komen hoe het is om te leven en te wonen op de plek waar ik op dat moment ben. Maar eigenlijk zal je daar nooit achter komen tot dat je werkelijk je leven daar hebt. De reis naar Londen was een groepsreis en dan ga je uiteraard naar de toeristische trekpleisters. Uit ervaring kan ik zeggen dat je dan inderdaad niet ervaart hoe het is om te leven en wonen in zo’n stad. Zo zien toeristen in Amsterdam de grote bekende plekken als de Dam, het Leidse- en de Rembrandtplein. Waar ze naar grote van het terras al op de toerist gerekend hebben. Trouwens is hier niets mee mis, ik ben er met regelmaat ook. Maar de toeristen zien minder snel in de kleinere buurtcafé in Oost, West of andere stadsdelen buiten het Centrum. Dus in Londen heb ik dit ook niet ervaart.

Uiteraard blijf ik in Londen een toerist, dus dan vind je juist de toeristische dingen ook leuk om te zien. Zo ben ik met veel vreugde de draaimolen van Londen Eye ingestapt. Hier kon ik de City of London en de City of Westminster goed overzien Ook drukte ik mij in de menigte met mijn rolstoel bij Buckingham Palace om de wisseling van de wacht te zien. Maar het was zeker leuk om zaterdagavond met vrienden die tijdelijk voor werk in Londen wonen iets anders te zien dan deze toeristische trekpleisters.

Zo zat ik deze specifieke zaterdagavond met vrienden in de iets wat minder toeristische wijk Shoreditch. In een populaire pizzatent op Shoreditch Highstreet om precies te zijn. Deze tent maar ook de buurt, had ik het gevoel, wordt voornamelijk gedomineerd door twintig, dertigers die nog net studeren of net met hun eerste jaren van werk begonnen zijn.  Hier kon ik veel meer zien hoe het is om te leven in Londen. Chris vertelde dat de klassenverdeling veel groter is in Engeland dan in Nederland. Shoreditch wordt gedomineerd door mensen die net begonnen zijn met werk. In dit soort tenten zouden de iets rijkeren niet gezien willen worden. Als je naar een café gaat in Amsterdam dan zou je verschillende soorten mensen daar vinden uit verschillende milieus. Misschien vind je alleen de echte rijken hier niet. Maar de klassenverdeling is dus wel veel groter in Engeland.  Na de pizza met aparte smaken, ik had een pizza met gehaktballen, gingen nog een drankje doen in café. Dit café werd gerund door wat alternatievelingen. Ze zagen er wat uit als het beeld wat ik heb van de Engelse jeugd uit de jaren 80 van de vorige eeuw. Al zijn de jongens geen skinheads meer, maar hadden ze allemaal baarden. Dus ik paste daar wel tussen.

Toen was het tijd om de rit te maken met de tube. Het was goed dat Rob mee was, het andere gedeelte van de vrienden groep. Hij wist zijn weg wel te vinden in de verschillende ondergrondse lijnen die Londen rijk is. En inderdaad na twee keer overstappen zaten we in tube die langs de halte ging die vlakbij mijn hotel stond. Natuurlijk is de Londense tube veel groter en warriger dan de Amsterdamse metro, maar één ding heeft deze tube en metro wel gemeen. De verscheidenheid van mensen. In een tube of metro zie je verschillende mensen, uit verschillende culturen en milieus en die worden zowel in de tube als in de metro altijd geaccepteerd. Zo heb ik nog steeds dat ik mijn ogen uitkijk als ik in de Amsterdamse metro zit.

Uiteindelijk kun je concluderen dat Londen en Amsterdam veel gemeen hebben. Als ‘grote’ stad hebben ze allebei mensen uit verschillende culturen en milieus. Dit is goed terug te zien als je de tube of metro neemt. Het verschil tussen Londen en Amsterdam is dat in een Amsterdams restaurant of café deze verschillende culturen en milieus meer worden geaccepteerd, terwijl je in Londen toch meer je eigen restaurants en cafés hebt. Door mijn vakantie in Londen ben ik er ook achter gekomen hoe blij ik kan zijn dat ik in een stad als Amsterdam woon. In een ‘ wereldstad’ als Amsterdam ben je meer een nummertje dan een bijvoorbeeld een Brabants dorp. Veel Brabantse collega’s vinden Brabant daarom dan ook veel socialer. Misschien is dat zo, maar je bent wel veel vrijer in een stad als Amsterdam en je wordt meer geaccepteerd zoals je bent. En sociaal zit ook in jezelf. Als je meer Amsterdammers zou aanspreken zal je merken hoe sociaal Amsterdammers kunnen zijn. Ik ga nu weer verder genieten van mijn leven in Amsterdam en mensen aanspreken.       

Intouchables, stereotypen gebruiken om stereotypen te doorbreken

Twee weken geleden keek ik voor het eerst de film die al tijden op mijn planning stond om een keer te bekijken. Intouchables, een film over een verlamde man, Philippe, van aristocratische komaf die iemand zoekt om hem te verzorgen. In zijn gigantische grote villa in het hartje van Parijs, bijna paleis te noemen, krijgt deze nieuwe kracht een kamer tot zijn bezit. Een hele reeks verzorgers reageren op deze vacature. Hieronder bevindt ook een Senegalese jonge man, Driss, dat vanwege sollicitatieplicht van de uitkeringsinstantie alleen handtekening wil van Philippe.

De sollicitatieprocedure duurt heel lang. Driss heeft niet het geduld om daar op te wachten en stormt de kamer binnen. Philippe en zijn assistent zijn verrast van de actie van Driss. Wat Driss niet had verwacht is dat de vastberaden indruk om een handtekening te krijgen juist de interesse wekte van Philippe. Daarom mag Driss de volgende dag terugkomen voor een handtekening. Als Driss de volgende dag terugkomt denkt hij snel met een handtekening weer te kunnen vertrekken. Wanneer hij hoort dat hij de baan krijgt stribbelt hij een beetje tegen, maar op het moment dat hij zijn verblijfplaats ziet is hij helemaal om.

Dit verandert snel als hij de volgende dag er achter komt dat onder andere billen schoon maken één van zijn taken is. Dit hoort er als verzorger er gewoon bij. Wat ik wel een vreemd vond is dat hij ook de benen van Philippe moest strekken. Meestal wordt dit door een specialist gedaan. De film verloopt voor de rest hoe heel veel films verlopen. Driss moet wennen aan zijn taken, maar op een gegeven is hij dat ook. Dan raken Philippe en Driss goed met elkaar bevriend en wil Philippe Driss ook niet meer kwijt. Daarna komt er een voorval waardoor Driss toch weer terug moet naar de achterbuurt waar hij vandaan komt. Op het laatst wordt dit weer goed gemaakt.

De website 8weekly.nl schreef ook een blog over deze film. In deze blog wordt benaderd dat het vooral stereotypen wordt gebruikt om de achtergronden te verklaren van de hoofdpersonages. Hierdoor zou het ook geen racisme zijn zoals veel Amerikaanse pers het beleefd. Hier ben ik volkomen mee eens. Het beeld van Driss wordt daarvoor gebruikt en niet om hem zwart te maken. Zo zie ik gehandicapten niet als zuur en verbitterd, maar dat beeld wordt ook gebruikt om de achtergrond te verklaren. Persoonlijk wil ik namelijk graag vrolijk en opportunistisch over komen. Hierdoor bereik je als gehandicapten veel meer en je omgeving krijgt dan ook een positiever beeld van gehandicapten en krijgen hierdoor ook minder medelijden.

Dit vond ik ook zo mooi uit de film. Wanneer Philippe met een vriend ergens koffie gaat drinken. En die vriend geeft aan Philippe aan dat hij niet snapt dat hij Driss heeft aangenomen omdat mensen met Driss zijn achtergrond hard, grof en geen medelijden zou kennen. Hierop geeft Philippe het antwoord dat hij ook geen medelijden wil hebben. Dat is precies wat ik ook niet wil hebben.

Intouchables is een mooie film dat een feel-good gevoel wil geven. Stereotypen worden alleen maar gebruikt om die ook weer te doorbreken. Zo’n feel-good gevoel hebben we misschien juist nu wel het meest nodig in de crisis waar we nu in zitten Positief blijven denken helpt altijd.

Sporten is leuk, maar betekent ook haasten

Na dat ik één seizoen geen rolstoelhockey gespeeld heb begon het afgelopen zomer toch weer te kriebelen. Jaren was ik lid van Kennemer Keien een club in de buurt van Haarlem. Sinds ik twee jaar geleden naar Amsterdam ben verhuisd ben ik er achter gekomen dat het moeilijk was om op de zaterdagen tien uur aanwezig te zijn in de sporthal. Daarnaast waren de spelers waarmee ik speelde een stuk jonger. Hierdoor besloot in de zomer van 2010 om te stoppen bij mijn geliefde club. Afgelopen zomer begon het toch te kriebelen en ik besloot lid te worden van een club uit Zaandam.

Afgelopen zaterdag was de eerste competitiedag van het seizoen. En ik kwam er meteen weer achter wat dat betekent: haasten. Om kwart over 8 bel ik op om op te staan. Er bleken al oproepen voor mij te zijn, dus daarom moest ik wachten. Dit duurde wel drie kwartier. En ik werd steeds zenuwachtiger in mijn bed. Om 9 uur werd ik eindelijk geholpen. Dit betekende dat ik maar een kwartier had om op te staan. Half 10 had ik namelijk al een taxi. En ja hoor, om kwart over 9 ging de bel en stond de taxichauffeur voor de deur. Zonder te douchen, tanden te poetsen of te eten ging ik mee. Wel knap dat ik dat in een kwartier gered heb.

Toen ik in de taxi zat was er al een ander hockeygenootje in de taxi en daarna moesten we nog iemand ophalen.  Nadat die persoon opgehaald was konden we richting de sporthal. De eerste competitiedag was bij mijn oude vertrouwde club in De Tetterodehal. Rond 10 uur hadden wij al bij de sporthal kunnen zijn, maar er waren veel wegen afgesloten. Hierdoor moesten we omrijden en waren we half 11 bij de sporthal. Goed genoeg, een half uur voor de eerste wedstrijd. Maar ondertussen begon mij maag wel te rommelen. Doordat ik weer oude bekenden zag moest ik even weer iedereen dag zeggen en had ik te weinig tijd om nog wat te eten.

Eigenlijk zou ik de tweede helft pas in het veld staan, maar omdat een teamgenootje te laat was moest ik haar plaats innemen. Uiteindelijk mocht ik de hele wedstrijd spelen. Dit betekende dat ik pas na de eerste wedstrijd wat kon eten. En ja hoor, half 12 en eindelijk kon ik wat eten bestellen. Het was ook niet druk aan de bar. Waarschijnlijk omdat er weer andere wedstrijden aan de gang waren. Lekker een broodje worst! Maar voor ik dat broodje zo goed en wel achter mijn kiezen had begon de volgende wedstrijd al.

En zo ging de hele dag door. Na die wedstrijd kwam snel de laatste wedstrijd. En na de laatste wedstrijd van ons moesten teamgenootjes nog fluiten. Ik wilde na afloop van de dag nog een drankje doen. Dit om mijn nieuwe teamgenootjes beter te leren kennen. Het drankje lukte, maar een kwartier later stond de taxi al klaar om mij naar huis te brengen. De sport rolstoelhockey is een leuke sport. Maar haasten van de ene wedstrijd naar de andere en weer naar taxi was iets wat ik even vergeten was.

Het ultieme voetbalweekend

Dit weekend besefte ik mij dat sinds ik Haarlem heb verlaten voor Amsterdam ik veel actiever beweeg binnen een stad. Dit kwam door het weekend wat ik mijzelf voor wilde schotelen. Lekker voetbalwedstrijden kijken en voor de rest niets! Zo’n weekend had ik veel in Haarlem, maar de Amsterdamse weekenden zijn wel wat actiever.

Al weer bijna een decennium geleden heb ik Arnhem verlaten om ‘tijdelijk’ bij mijn ouderlijke huis in Heemstede te wonen. Sinds de tijd beschik ik over een betaalzender voor sport.  Deze zender is steeds met mij meegegaan. Toen ik een paar jaar later op mijzelf ging wonen in Haarlem en daarna weer met mijn verhuizing naar Amsterdam. In mijn Haarlemse periode had ik veel van die weekenden dat ik gebruikte om mijn favoriete voetbalwedstrijd te kijken in de Premier League.

In de loop der jaren is er wel wat veranderd aan deze betaalzender. Zo verloren ze de voetbalwedstrijden uit de Nederlandse competitie en heeft deze zender al een aantal verschillende namen gehad. Nu heeft de zender gewoon de naam wat ze bieden: sport.

Mijn ideale weekend begon met goed uitslapen. Nadat ik na een goed ontbijt de boodschappen ging doen voor het weekend. Toen ik de boodschappen in mijn koelkastje had gestopt kon het voetbalfestijn beginnen. Net als vroeger begint de week met de Premier League Previewshow. Alle wedstrijden die de revue passeren worden voorbeschouwd. Een Engels programma waar een Nederlander doorheen zit te tetteren. Heerlijk!

Dan de eerste wedstrijd: Newcastle Utd – Everton. Ik had al zolang niet meer naar de Premier League gekeken dat ik niet eens wist dat Newcastle Utd zo hoog stond. Het eigen doelpunt van Heitinga was al een voorteken dat het een slecht weekend voor Nederlanders zou worden. Of in ieder geval een slecht weekend voor Nederlanders met een Amsterdamse achtergrond. Newcastle Utd daar in tegen speelden heel goed en je kon zien waarom zij bovenin meedraaien.

Wanneer ik op één dag een tweede wedstrijd ga kijken dan zie ik die toch meestal met een half oog. Zo zag ik dat Arsenal wel van West Bromwich won, maar niet hoe. Ondertussen zit ik lekker te internetten en volg ik mijn blogs en een online krant. De avond eindigt dan meestal met een vette hap en één of twee films. Op naar de volgende dag.

De zondagochtend begon met mij met eieren met spek, zoals mijn vader ook vroeger een zondagochtend ontbijt begon. Toch maar weer even naar de supermarkt, om mijn vrienden toch wat lekkers voor te schotelen tijdens Ajax. De zender waar dit komt daar beschik ik niet over, dus dan maar goede vrienden hebben die er wel over beschikken.  Het eerste doelpunt van de beer uit Rusland heb ik gemist, maar daarna heb ik de hele foutenspektakel meegemaakt. De ene blunder van een Amsterdammer was nog erger dan de andere.  Toen voor de tweede keer een Utrechter, door de fout van de Amsterdamse doelman, de bal in leeg doel kon schieten kon ik het lachten niet meer weerstaan. Ik vroeg mij af of Ajax ooit eerder zo slecht gespeeld had.

Voor mij des te meer reden om die andere betaalzender nooit aan te schaffen. Ook zit ik te denken om te stoppen met de andere sportzender. Wanneer ik afhaak na nog geen twee wedstrijden. Daarnaast Amsterdam heeft zoveel moois te bieden. Uit die tv en de stad in!

Vrijheid om te doen wat je wilt blijft!

Ik ben erg blij met de keuze die ik iets meer dan anderhalf jaar geleden maakte naar Amsterdam te verhuizen. Op de Bosk Blog (http://www.boskblog.nl/2011/07/vrijheid-om-te-doen-wat-je-wilt/) heb ik dit zelfs één van de beste keuzen uit mijn leven genoemd, en daar sta ik nog steeds achter. Dit komt onder meer door de vrijheid en zelfstandigheid die ik heb. Ik woon in een Fokuswoning, wat een bepaald type ADL-clusterwoning is. Echter, deze blijheid en vrijheid leek even erg in het nauw te komen.

Net als vele andere Fokusbewoners maakte ik mij natuurlijk ernstig zorgen over de bezuinigingsplannen van het kabinet op deze ADL-clusterwoningen. Afgelopen vrijdag 9 september j.l., is een groot deel van deze zorgen voor mij weggenomen. Een brief van staatssecretaris Veldhuijzen Van Zanten-Hyllner aan de Tweede Kamer heeft daarvoor gezorgd. In deze brief wordt naast de 24-uurs zorg met alarmopvolging ook de extramurale 24-uurs zorg op afroep als afzonderlijke AWBZ-aanspraak opgenomen. Dit betekent dat het concept van Fokuswonen voor een groot en zeer belangrijk deel blijft bestaan. De afgelopen maanden heb ik verschillende blogs gelezen van bewoners van ADL-clusterwoningen die – terecht of niet – ook hun zorgen kenbaar maakten. Soms werden er zeer onzekere of zelfs onaannemelijke, zo denk ik nu, conclusies getrokken. Ondanks het feit dat ik mij na het lezen van de verklarende brief van de staatssecretaris niet meer grote zorgen maak over het zelfstandig wonen in een Fokuswoning in de toekomst, ben ik toch van plan om morgen naar de commissievergadering te gaan over dit onderwerp (ADL-assistentie en ADL-clusters). De voornaamste reden hiervoor is dat ik een keer wil meemaken hoe het eraan toe gaat tijdens zo’n commissievergadering. Ik heb het wel eens gezien via de zender Politiek 24, maar om er echt bij te zijn in Den Haag is toch een andere ervaring. Ik zie hier erg naar uit en hoop dat het een mooie nieuwe ervaring is. Ik houd jullie zeker op de hoogte van de uitkomst van de vergadering!

Gevangen in eigen huis!

Een goede vriendin van mij kwam zaterdagavond terug van een verjaardag. Tot haar verbijstering deed de lift het niet om haar naar de woning te brengen waar ze leeft. U zou zeggen: “Wat maakt dat uit? Dan neem je toch gewoon de trap.” Maar dat ligt toch even wat anders als je aan een rolstoel gebonden bent.

Dus meteen werd het noodnummer gebeld van de liftreparateur. Deze kwam ook redelijk snel aanzetten. Wat bleek is dat hij niet over de juiste sleutels beschikte om in de kast te komen waar de draden zitten van de lift. Er werd weer iemand anders gebeld van de woonstichting, maar die moest helemaal uit Purmerend komen. Na aantal uur was de lift toch gerepareerd. Mijn vriendin ging naar haar woning. En iedereen dacht dat alles koek en ei was.

De volgende ochtend bleek de lift weer niet te werken. De reparateur die er nu was zei uiteindelijk doodleuk dat er onderdelen besteld moesten worden en dat dit waarschijnlijk wel een aantal dagen kan duren. Dit voorbeeld heeft zij en ik al zo vaak meegemaakt. Mensen denken dat omdat we in een rolstoel zitten toch niets te doen hebben. Dus een paar dagen in huis blijven is vast geen probleem.

Deze regering en de maatschappij waar wij in leven verwachten dat mensen met een handicap ook zijn steentje bijdragen in deze samenleving. Daar ben ik het ook helemaal mee eens. Ik vind het ook goed als er af en toe wat eisen gesteld worden aan mensen met een handicap, maar dan moet er de kans worden geboden om bij te kunnen dragen aan deze samenleving. De reparateur laat door het uitblijven van de reparatie van de lift zien dat hij denkt dat het niet zo’n haast heeft. Mijn vriendin is lerares en moet dinsdag gewoon weer naar haar werk. Als bij iemand anders een auto stuk is en deze persoon moet naar haar werk dan wordt er een vervangende auto geregeld. Daarnaast niemand wil gevangen zijn in zijn eigen huis, ongeacht je wel of geen werk hebt. Nu is het maar afwachten of mijn vriendin dinsdag naar haar werk kan en  ze belt zich suf om ervoor te zorgen dat de lift gerepareerd wordt. Echt een heldin op wielen!