Twee weken geleden had ik twee congressen in één week, dat kun je wel een week vol congressen noemen. Het begon met het stadscongres van D66. Een mooi moment om de kandidaten te presenteren op voor de Amsterdamse gemeenteraad. Voor mij was dit een hele tocht van het oosten naar het westen van de stad. Het grappige is wel dat je deze tocht kan maken zonder over te stappen met de tram. Ik kan opstappen op het Javaplein en uitstappen bij Admiraal De Ruijterweg. Eenmaal daar aangekomen kon de weg toch niet helemaal vinden. Ik ken Amsterdam-West ook niet zo goed en kaartkijken is ook niet mijn beste eigenschap. En als ik dan aan mensen ga vragen waar Midwest is, terwijl ik denk dat het een hotel is en het blijkt een buurthuis te zijn, dan kom je ook niet veel verder.
Aangekomen bij het buurthuis blijkt het gebouw niet erg toegankelijk te zijn voor rolstoelen. Gelukkig ben ik een bekend gezicht aan het worden bij D66 in Amsterdam en vinden wat partijgenoten het helemaal niet vreemd om mij een handje te helpen. De openingsspeech van onze lijsttrekker, Jan Paternotte, was in het sporthalletje waar in klein trappetje naar leiden. Dit vroeg nog niet om zoveel tileigenschappen als wat later een uitdaging zou blijken. Jan Paternotte kondigde met trots de eerste dertien kandidaten op de lijst aan. Want zoveel, daar gaan we allemaal vanuit, komen straks in de raad.
Sinds ik actief ben voor D66 in Amsterdam ben ik er achter gekomen dat D66’ers niet zo heel tijd bewust zijn. Alles loopt uit, zo ook dit congres weer. Toen ik twee jaar geleden fractie-assistent was voor stadsdeel Oost en we hadden om acht uur een fractievergadering dan kwamen de meeste pas om kwart over acht binnen druppelen. In het begin was ik er al om tien voor acht om dat ik gewoon op tijd wilde zijn. Later kwam ik gewoon acht uur binnen dan was ik ook op tijd. Maar ik vind het ook niet erg. Dat ze overal de tijd voor nemen betekent dat ze een gezellige en betrokken partij zijn.
Maar nu was toch echt de tijd aangebroken voor de eerste workshop. Nu werd wel wat van de tileigenschappen verwacht van mijn partijgenoten. De workshop Welzijn en Zorg was namelijk op de eerste verdieping en er was geen lift. Eigenlijk wel grappig dat ze de workshop Welzijn en Zorg boven hadden geplaatst, hierdoor dachten ze niet aan hun eigen welzijn, maar aan de andere kant hebben ze daarna wel weer zorg nodig.
Er was veel interesse voor de workshop Welzijn en Zorg. Maar ondanks deze interesse was de workshop wel goed georganiseerd. De mensen die aanwezig waren werden in groepjes van vier, vijf man verdeeld. Op papier stonden verschillende standpunten en als groepje moest je over de standpunten discussiëren. Je moest als groepje aangeven met welke twee standpunten je minder eens was en over welke standpunten je erg positief was. Op het einde van de workshop verkondigde dan één persoon van het groepje de uitkomsten van hun groepje.
Er stonden redelijk wat standpunten bij waar ik mij in kon vinden en wat naar mijn mening een logisch D66-geluid is. Zo was een heel goed standpunt een vrijere markt voor zorgverleners. Dat patiënten meer vrijheid krijgen om hun eigen zorgverlener te kiezen. Al dacht ik dat daar al een grotere vrijheid in was. Sinds staatssecretaris Terpstra in 1998 de PGB (Persoonsgebonden Budget) heeft geïntroduceerd zou er toch juist meer keuzevrijheid daar in moeten zijn. Daarnaast waren er wat negatieve geluiden over de mantelzorg. Veel mensen denken dat zij later hun oudere familieleden moet verzorgen, maar volgens mij kun je samen afspraken maken dat iemand die in de buurt woont daarvoor zorgt.
Na de workshop was er nog tijd voor wat koffie voordat de tweede workshop begon. Het was weer in het kleine sporthalletje, dus dat vergde wat minder tilwerk. Ik nam deel aan de workshop Inkomen en Participatie. Het was een heel wat kleinere groep dan de workshop Welzijn en Zorg. Deze workshop ging over participeren in de samenleving. Ook als je werkloos bent moet je gemotiveerd worden om mee te doen in de samenleving. In het groepje zaten veel meer mensen die hier verstand van hadden dan ik, dus ik luisterde voornamelijk geïnteresseerd mee.
Het congres werd gebruikelijk afgesloten met een borrel. Voor eind september was het nog opvallend mooi weer, dus de borrel werd buiten gehouden. Nog even wat na kletsen met mensen die ik goed ken en afspraken maken om het te hebben over actiepunten voor de campagne. Ik was niet lang bij de borrel, want ik moest nog de hele reis terug maken naar oost. De volgende reis zou nog verder zijn. Helemaal naar Eindhoven voor het WGP-congres. Daar over vertel ik later.