De stad waar alles kan

De feestmaand is net begonnen. En voor mij zal het echt een feestmaand worden. Na drie maanden werkloos te zijn geweest heb ik weer een baan. Het meest ideale is dat ik iets meer dan twee kilometer woon van mijn werkplek. Ik zal elke dag reizen naar de Weesperstraat. Daar ga ik werken voor het communicatiebureau van de gemeente als webredacteur voor de pagina’s van de stadsdelen.

Reizen is omslachtig voor mij
Het afgelopen jaar had ik banen in respectievelijk Zeist en Heemstede. Alhoewel Heemstede niet zo ontzettend ver van Amsterdam ligt was het wel omslachtig om er te komen. De vorige jaren had ik met Philips en Telfort ontzettend veel geluk dat ik woonde en werkte in de zelfde stad. En dat wilde ik ook weer het liefst na mijn ervaringen van werken in Zeist en Heemstede. En nu mag ik dan weer wonen en werken in deze prachtige stad. Ik ga zelfs voor de stad werken.

Grote stad is één grote ontdekking
Ik krijg bij Amsterdam altijd het gevoel als de series en films die zich afspelen in New York. Je woont en leeft in één stad. Iets anders ken je niet. Je zoekt je weg via het openbaar vervoer zoals de metro. Ik kijk tijdens dat reizen ongelofelijk veel naar andere mensen en vind de verscheidenheid leuk. Alhoewel ik in Heemstede ben opgegroeid voel ik mij steeds meer Amsterdammer. Ik vind het heerlijk om rond te struinen in deze stad en maanden niet over de stadsgrenzen te komen. Misschien is dat een vorm van arrogantie. Maar dan wordt dat maar zo gezien. Ik wil werken en wonen in een stad die bruist.

Leven naast elkaar
In een stad als Amsterdam wonen zoveel mensen dat je heel erg naast elkaar leeft. Zo woon ik vlakbij de Indische Buurt. Hier wonen ongelofelijk veel nationaliteiten en culturen naast elkaar. Toch trek ik meer op met mensen met mijn achtergrond.
Misschien is dat niet erg, maar ik kwam er laatst wel achter dat ik niet eens weet wat er speelt bij mensen met een andere achtergrond. Zo zat ik laatst in een bus met een chauffeur met een islamitische achtergrond. Ik vertelde dat ik naar de doop van mijn nichtjes ging. Hij wist niet wat een doop was. Na dat ik het uitlegde wat het was kwam een heel verhaal over hoe de wereld was ontstaan volgens ‘zijn boek’ de koran. Toen ik vertelde dat ik zelf atheïstisch was begreep hij er al helemaal niets meer van. De hele rit bleef hij mij ervan overtuigen dat wat in ‘zijn boek’ stond het juiste was.

Inleven in een ander
Misschien is het toch goed om elkaar beter te begrijpen. De komende tijd stel ik het doel om mij in te leven in andere mensen. Al is dat heel moeilijk omdat je altijd je eigen mening vormt. Tijdens mijn studie heb ik ook geleerd dat objectiviteit niet bestaat. Zelfs het journaal is niet 100% objectief. Maar je kunt altijd proberen om je in te leven in een ander. Zo wil ik de komende tijd de bijbel en de koran gaan lezen. Al heb ik een versie van Kader Abdolah en weet ik niet helemaal precies of dat het zelfde is. Dit is misschien een goede eerste stap om een ander te begrijpen. Uiteindelijk is de stad van elke Amsterdammer en elke Amsterdammer moet zijn of haar weg vinden op de site van deze prachtige stad.

Een mooi land verdient beter

Wat leven wij toch in een mooi land. Schone straten, mooie snelwegen. Het lijkt of het niet beter kan. Hierdoor krijg je de verwachting dat het op andere vlakken ook goed geregeld is. Maar één punt waar eigenlijk al jaren geen vooruitgang is te zien zijn de voorzieningen voor gehandicapten. Aan het begin van april ging mijn rolstoel stuk. Aan het einde van de eerste week van mei heb ik mijn rolstoel terug gekregen. Mijn hele leven ben ik al in discussie met leveranciers. Vroeger hadden ze in ieder geval nog wel het besef hoe afhankelijk wij zijn van een rolstoel. Misschien nu ook wel. Maar het is niet zo gemeend.

Nog steeds geen rolstoel
Uiteindelijk heb ik vijf weken gewacht op mijn rolstoel. Elke keer als ik opbelde om te vragen hoe het met mijn rolstoel stond dan begrijpen ze mijn situatie wel. Ze begrijpen ook wel dat ik het extreem lang vind duren, maar met die woorden hopen ze het op te hebben gelost. Terwijl ik nog steeds zonder rolstoel zit.

Karweitje van twee uur
Mijn kogellagers waren beschadigd. Uiteindelijk is dit max een karweitje van twee uur. Maar het duurt eerst drie weken voor ze eindelijk het onderdeel hebben. Als ik iets online bestel heb ik het twee dagen later. Al zou het uit China komen. Misschien een week. Maar drie weken! Ik begrijp het nooit echt.

Niet enige die zit te wachten
Nu hadden ze na drie weken eindelijk het onderdeel. Dan zou je zeggen mooi. Aan de slag en twee dagen later heb ik mijn rolstoel. Maar blijkbaar ben ik niet het eerste aan de beurt. Het komt er dus op neer dat er nog een heleboel anderen ook zeker vier weken aan het wachten zijn. Zo lang duurde het vroeger echt niet.

Motivatie weg
Ik begrijp het wel. Het is een vicieuze cirkel. Ik ben niet de enige die een klacht indient. Uiteindelijk hebben ze allemaal boze klanten. Daar woorden de reparateurs ook niet vrolijk van. Dan ga je niet meer gemotiveerd naar het werk en heb je ook geen zin meer in je werk. Wat ervoor zorgt dat je je werk niet meer goed doet.

Geen interesse in beroep
Er zijn te weinig mensen die kiezen voor een beroep in de techniek. Daar wordt ook op televisie oproepen voor gedaan om daarvoor te kiezen. Maar dan is daarvan zelfs reparateur voor dit soort het minst geliefd, waarschijnlijk ook omdat het minder betaald wordt. Dan komt er ook nog eens de klachten van klanten erbij dat reparaties zo lang duren en zelfs soms niet goed uitgevoerd zijn. In zo’n branche wil je niet werken.

Maakt het moeilijk om te participeren
Voor al deze dingen kan ik begrip opbrengen, maar daar hebben de mensen die afhankelijk zijn van deze voorzieningen niets aan. Sommige mensen moeten hierdoor thuis blijven en soms zich ziek melden van hun werk. Terwijl aan ons gevraagd wordt om te participeren.

Monopoliepositie
Soms wordt er naar aanleiding van klachten wel actie ondernomen. Zo waren er in de gemeente Utrecht zoveel klachten dat de gemeente ervoor gekozen heeft om het contract op te zeggen met leverancier Welzorg. Het gevolg was wel dat reparaties helemaal niet werden uitgevoerd voor een bepaalde periode. Dat krijg je dan ook nog. Een leverancier heeft zoveel macht omdat er geen concurrentie is. Als je ze erop aanspreekt weten ze dat je naar niemand anders kan. Dus hebben ze ook nog eens een monopoliepositie.

Keuze maakt ook geen verschil
In Amsterdam heb je nog drie leveranciers waar je uit kan kiezen. Welzorg, Beenhakker en Harting-Bank. Toen ik mijn eerste voorzieningen had in Amsterdam zat ik nog bij Welzorg. Toen het drie jaar geleden tijd was voor een nieuwe rolstoel koos ik maar voor een andere leverancier, Beenhakker. Het enige verschil vind ik nu is dat ze wat vriendelijker zijn bij Beenhakker. Maar daar is het mee gezegd. Ze weten het van elkaar dus hoeven zich ook niet in te spannen voor verbetering.

Positief kijken naar toekomst
Normaal gesproken wil ik een positieve blog schrijven, maar soms moet je ook dingen aan de kaak stellen. Ik weet op het moment geen oplossing. Het probleem is net als bij leraren, mensen in de zorg en mensen in de techniek. Het is geen geliefd beroep. Dus hierbij. Reparateur van rolstoelen. Iets voor jou?