Naar een inclusieve samenleving

Campagne De Zonnebloem. Dit bord bestaat niet, maar het staat bijna overal

Het voetbalseizoen zit er inmiddels op. Er is niet zoveel over te vertellen na het rampzalige seizoen van mijn Ajax. Vergeten en doorgaan. Dan maar tijd maken voor de Formule 1. Hier doet Max Verstappen het natuurlijk heel goed. Het is zelfs saai om naar te kijken. Hij wint alles vrij makkelijk. Dus ik volg de Formule 1 ook nog maar met één oog open. Er zijn misschien ook belangrijker dingen dan sport. Bijvoorbeeld een toegankelijke stad voor mensen met een handicap of een inclusieve samenleving in het algemeen.

Meedoen in de samenleving

Een vriend van mij kwam onlangs nog op AT5 om aan te tonen hoe ontoegankelijk openbare gebouwen, zoals cafés en restaurants, kunnen zijn in Amsterdam. Een probleem dat al jaren aandacht nodig heeft. We staan er wel voor open om er iets aan te doen, maar zolang het niet verplicht is om je pand toegankelijk te maken willen horecaondernemers hier geen geld voor uitgeven. De groep is domweg te klein waar je het voor doet. Daarnaast is er van 23 tot en met 25 juni de Freedom Fighters Festival in De Meevaart. Een festival dat draait om inclusiviteit. Dat iedereen mee kan draaien in de samenleving ook als je een handicapt hebt. En in dit geval specifiek gericht op de Indische Buurt.

Een festival voor inclusiviteit

Het festival zal bestaan uit verschillende workshops met als doel om de saamhorigheid en inclusiviteit te bevorderen. Workshops waarbij je samen gaat lachen, of een andere groep gaat weer dichten. Daarnaast wordt er vertelt over de inclusieve basisschool Ubuntu. Een school die ervoor iedereen zal zijn, welke economische, culturele achtergrond of handicap je ook hebt. Wat zal volgen met een debat over inclusief onderwijs. Hierbij staat de vraag centraal: ‘Kunnen kinderen met een handicap samen onderwijs krijgen met kinderen zonder handicap?’

Gesprek over inclusief onderwijs

Daarnaast kunnen bewoners van de Indische Buurt in gesprek met Jan-Bert Vroege, lid van het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost en Lucia Biondelli, expert onderwijsinclusie bij de Verenigde Naties. Het VN-verdrag inzake rechten voor personen met een handicap geeft ook aan dat het discriminatie is als kinderen met een handicap en kinderen zonder handicap niet samen onderwijs kunnen krijgen. De gesprekken tussen Jan-Bert Vroege en Lucia Biondelli wordt geleid door José Smits van InclusiefOnderwijs.nl.

Mijn middelbare schooltijd

Tijdens mijn middelbare schooltijd zat ik op een mytylschool. Dit is een school voor kinderen met een handicap. Zelf zag ik het niet als een groot probleem dat ik op die school zat. Ik kreeg juist meer tijd voor alles. Zo kreeg ik tijd om eerst mijn mavo en daarna mijn havo te halen. Ze hadden juist meer tijd voor mij en ik denk dat ik daarom ook mijn havo kon halen. Maar inmiddels is dit meer dan twintig jaar geleden. En ik begrijp dat kinderen van nu met een handicap graag samen op school zitten met kinderen zonder handicap. Maar ook in mijn tijd had ik vrienden met een handicap die naar een ‘normale middelbare school’ gingen. Dus misschien is het ook gewoon wat je gewend bent.

Mijn studietijd

Na mijn middelbare schooltijd ging ik studeren aan de Hogeschool van Amsterdam. Toen kwam ik dus met studenten in de klas zonder handicap. Dit was voor het eerst in mijn leven en met groepsopdrachten vond ik het vrij lastig. In het begin kozen ze mij niet vaak in een groep. Dat ging later wel beter. Ik werd een stuk assertiever en ze wisten steeds meer wat ze aan mij hadden. Maar ik kan er wel inkomen dat als je op jongere leeftijd eerder samen met elkaar les hebt dat dit soort dingen soepeler gaat lopen.

Het kan nog inclusiever

Uiteindelijk zijn we de afgelopen jaren wel een inclusiever samenleving geworden. De vrienden die naar een ‘normale middelbare school’ gegaan zijn hadden nog geen ‘rugzakje’. Dus zij kregen geen extra aandacht. Maar het kan nog een stuk inclusiever. Kijk maar naar waar mijn vriend Tim aandacht voor vroeg op AT5. De meeste cafés of restaurants zijn nog niet toegankelijk in Amsterdam. En toegankelijkheid zorgt wel voor inclusiviteit. Dus misschien is dit festival vaan aankomend weekend wel hard nodig.

Verbeteringen beginnen lokaal

We zijn alweer een eindje op weg in 2018. Sinds begin deze maand heb ik een jaarcontract bij de gemeente. Daarnaast zijn er weer bijna de gemeenteraadsverkiezingen. Er zijn volop debatten en en wordt weer campagne gevoerd. Kortom ik kan mij niet beter voelen. Vorige week vrijdag was ik bij de lijsttrekkersdebat van De Balie. Het zegt toch wat over de stad Amsterdam dat de nationale lijsttrekkers hier komen om het over Amsterdamse onderwerpen te hebben.

Republiek Amsterdam
Ze zeggen wel eens dat Amsterdam een republiek is. En misschien is dat ook wel een beetje zo. Ze hebben hun eigen politiek, dat vaak anders gekleurd is dan de nationale politiek. De komende tijd zijn er in de stad weer veel debatten tot aan de verkiezingen op 21 maart. Dit leeft in Amsterdam als in geen enkele andere stad. Zo is er aanstaande dinsdag het verkiezingsdebat van Cliëntenbelang. In Hotel Arena verzamelen kandidaatsraadsleden van twaalf verschillende partijen om te debatteren over gelijke kansen voor iedereen, een toegankelijke en inclusieve stad en goede betaalbare zorg.

Hoe ver zijn we?
Het is nu twee jaar geleden dat de Tweede Kamer besloten heeft het VN-verdrag inzake rechten voor personen met een handicap te ratificeren. Vanaf 14 juli 2016 is het verdrag in werking. Maar wat wordt er nu werkelijk gedaan om aan de eisen te voldoen dat dit verdrag stelt? Hoe ver zijn we als stad? Dit zijn belangrijkere vragen. Naar verwachting komt dit zeker aan de orde tijdens het debat. Twee jaar geleden was ik ontzettend blij toen het verdrag geratificeerd zou worden. Ik denk nog steeds dat het ratificeren van dit verdrag leidt naar veel positieve veranderingen. Dat openbaar gebouwen toegankelijker worden, dat reizen met het openbaar vervoer nog makkelijker gaat en dat iedereen evenveel kansen heeft op onderwijs en werk.

Een kwestie van een lange adem
Natuurlijk kan Nederland en Amsterdam niet van de één op de andere dag voldoen aan de eisen van dit verdrag. Hiervoor moet je ook een lange adem hebben van wel jaren. En ik geloof ook werkelijk dat we uiteindelijk aan de eisen gaan voldoen die het verdrag stelt. Maar in oktober vorig jaar was ik bij de thema-avond ‘Stad zonder grenzen’. Hier sprak wethouder Eric van der Burg en het klonk redelijk vrijblijvend. Het zou nog wel tientallen jaren duren voordat Amsterdam echt aan de eisen voldoet wat het verdrag stelt. Hij gaf ook niet echt doelstellingen.

Langzaam stappen vooruit
Op de site van het College van de rechten van de Mens staat dat een VN-comité zal rapporteren over het implementeren van het verdrag. De eerste keer zal dat zijn in juni van dit jaar. Daarna zal dit elke vier jaar gebeuren. Maar ik ben natuurlijk geen jurist en op papier zal dit allemaal wel kloppen. Ik kan dus alleen zien wat er in de praktijk gebeurd. En dan vind ik het toch langzaam gaan en kan ik niet begrijpen waarom sommige dingen tientallen jaren moeten duren.

Het begint lokaal
Begrijp mij niet verkeerd. Ik heb een fantastisch leven en in een stad als Amsterdam kom je overal met tram, metro en bus. Maar soms kan het in Nederland zo lang duren om een besluit te nemen. En dan zie je dat landen om ons heen toch op ons voorlopen. Zoals de toegankelijkheid van toiletten van cafés en restaurants in Groot-Brittannië. Ik ben ervan overtuigd dat de beste manier om hier verandering in te brengen je naaste omgeving is. De mensen in jouw omgeving er bewust van laten worden. Daarom zet ik mij ook graag in voor Onbeperkt Oost en vind ik de lokale politiek zoveel interessanter dan de nationale politiek. Daarom kijk ik uit naar alle mooie debatten die deze stad nog in het vooruitzicht heeft. Als eerste het debat van Cliëntenbelang aanstaande dinsdag.

D66: Kansen voor iedereen

Nog een paar dagen voor de verkiezingen en de spanning stijgt. De Landelijke bustour van D66 is beland in mijn stadsdeel. De bus parkeert op het Javaplein. Zo’n grote bus heeft ook meteen de aandacht van de mensen op straat. Die komt niet zo vaak op dit plein. Door de mensen uit de bus hebben we nog nooit zo’n grote groep gehad die meedoen aan een flyeractie. Uit de bus komen onder andere kandidaten voor Tweede Kamer Ingrid van Engelshoven en Vera Bergkamp rollen. De grote stoet vergezellen de kandidaten door de Javastraat naar de Dappermarkt.

Het is het einde van de middag. Iedereen wordt overdondert door de grote stoet. Er zijn minder mensen op de markt dan campagnevoerders. Wij staan met onze flyers maar een beetje mee te lachen als de kandidaten in gesprek zijn met de kiezer. De marktkooplui ruimen hun kraampjes al op. Wij gaan richting de Meevaart. Hier houden verschillende mensen hun pitches waar Vera en Ingrid naar luisteren. Heel verrassend voor mij was dat Thiandi een pitch hield over inclusief onderwijs.

Thiandi is een bijzonder persoon die ik ongeveer vijf jaar geleden heb leren kennen bij een evenement over inclusiviteit georganiseerd door de Vrije Universiteit. Hier vertelde ze voornamelijk haar levensverhaal en promoten haar boek “Doe Normaal”. Ondanks dat ze continu geluiden maakt en niet rustig haar verhaal kan vertellen is ze wel slim en afgestuurd. In Nederland kreeg ze niet de mogelijkheid om het onderwijs te volgen die ze aan kon. Dus koos ze voor Italië, waar ze dat wel kon krijgen. Nu hield ze een pitch voor de twee dames van D66 waarin ze vertelde dat het onderwijs in Nederland nog steeds niet inclusief genoeg is.

D66 is voor kansen voor iedereen en goed onderwijs. Ik denk dat deze twee dames er echt voor staan om onderwijs echt inclusief te maken. Maar om dit werkelijkheid te maken heb je een lange adem nodig. Veel mensen in onze samenleving hebben weinig te maken met iemand met een beperking en weten daardoor niet wat het betekent om een beperking te hebben en wat daarbij komt kijken. Ik ben er dan ook van overtuigt dat mensen met een beperking zich mogen laten zien in de samenleving. Als je dat doet worden mensen er bewuster van en begrijpen beter wat het betekent. Dan kan er verandering komen. Met het onderteken van het VN-verdrag zijn we pas aan het begin.

Vandaag was ik weer vroeg bij het Amstelstation om kiezers nog op het laatste moment te overtuigen voor goed werk, goede zorg en goed onderwijs. Na ’s ochtend nog even een koffie te hebben genomen is het alleen nog maar met een lach een flyer in de hand drukken. Vertellen dat je vooral moet stemmen. Vanmiddag ga ik ook nog even naar het Amstelstation. De meeste mensen zullen hun stem dan al hebben uitgebracht. Maar al is het alleen maar om nog zichtbaar op straat te zijn. Eén ding is duidelijk de afgelopen twee maanden was D66 Amsterdam-Oost aanwezig.

Dan volgt als laatst hopelijk nog een feestje. Het zal nog lang onrustig zijn in P96 op de Prinsengracht. Morgenochtend zal ik weer met kleine oogjes aanwezig zijn op mijn werk. Maar dat maakt niet. Dat is het waard. Ik heb mijn burgerplicht gedaan. Ik stem vandaag D66. Nu maar afwachten.