Congres voor hoop

evaluon

Alweer anderhalf jaar. Dat is hoe lang ik alweer werk voor Philips. Tijd is een raar fenomeen. Volgens mij kwam Einstein ervoor het eerst mee dat tijd eigenlijk niet bestaat. Je kunt het niet voelen, niet ruiken of proeven. Het is niet waarneembaar. Maar toch is het lastig om het niet te gebruiken. En voor mij is het misschien nu tastbaarder geworden omdat ik nu anderhalf jaar werkervaring erbij heb. En ik heb in deze anderhalf jaar echt het gevoel dat ik zoveel geleerd heb. Dat maakt het tastbaar. En aan de andere kant ging die anderhalf jaar zo ontzettend snel.

Het gevoel dat ik de al iets ervarenere werknemer ben kreeg in aan het begin van deze maand toen ik voor de tweede keer, samen met mijn collega Nora, de bus nam naar het Evaluon voor mijn tweede WGP-congres ging. Een WGP-congres is ervoor de mensen die Werkgelegenheidscontract hebben bij meestal een multinational. Dit zijn mensen die moeilijk aan een baan komen, of doordat ze langdurig werkloos zijn geweest of omdat ze een arbeidshandicap hebben. Het is heel bijzonder dat ik voor de tweede keer aanwezig was op dit congres. Normaal gesproken mag je maar één jaar een WGP-contract hebben. In mijn geval was het contract van mij een half jaar geleden verlengt en onlangs weer voor een half jaar. Hierdoor maak ik voor de tweede keer een WGP-congres mee.

Het grappige is dat je doordat je voor de tweede keer op dit congres bent het gaat vergelijken met vorig jaar.  Het opvallende was dat er nu voornamelijk mensen waren die werkte voor Philips. Dat was vorig jaar ook de grootste groep, want dit congres wordt georganiseerd door Philips, maar vorige jaar waren er ook werknemers van andere bedrijven, zoals ABN AMRO. Maar dat hoefde de pret niet te bederven. Er stonden namelijk genoeg goede sprekers op het programma.

Na de openingsspeech van Frank Visser, manager Werkgelegenheidsplan, was het woord aan Hans de Jong, directievoorzitter Philips Benelux. Alhoewel hij ook een korte openingsspeech had vond ik dat hij mooie woorden had over waar Philips voor wil staan. Zo wil Philips mooie duurzame producten maken. Zo voorspelt hij dat in 2020 75% van de verlichting in de wereld uit LED-verlichting bestaat en daar zal Philips een groot aandeel in hebben. Daarna sprak René Boender, trendwatcher. Dit was een positieve spreker die zijn publiek weet op te zwepen. Iedereen wil na deze dag zijn zakelijk geluk najagen. Na dat iemand van het Centraal Planbureau aangaf met cijfers hoe goed het Werkgelegenheidsplan is was het pauze.

Wat de meeste indruk bij mij maakte kwam na de pauze. Er was aandacht voor regisseur Mari Sanders. Mari Sanders is net als ik ben rolstoelgebonden. Net als ik is hij spastisch. Het enige verschil is dat hij in een duwstoel zit en ik mij in een elektrische rolstoel voort beweeg. Mari wilde al vanaf zijn middelbare schooltijd regisseur worden. De korte film die van hem getoond werd was zijn afstudeeropdracht. Het ging over een jongen die rolstoelgebonden was en er altijd van had gedroomd om zijn liefde in Parijs te vinden. Parijs, de romantische stad bij uitstek. Toen hij eenmaal besloot naar Parijs te gaan bleek het allemaal één grote teleurstelling. Parijs was namelijk niet zo rolstoelvriendelijk als gedacht. De vele trappen die de stad rijk was en lantaarnpalen midden op de stoep waren grote obstakels. Dan kwam hij ook nog is bij zijn hotel aan. De hoteleigenaar, die zo gegarandeerd had dat hij een lift had, sprak de waarheid maar de lift begon pas op de eerste verdieping.

Het mooie van dit verhaal is dat ik mij hier zo goed in kan verplaatsen. Ook ik heb ervaringen van steden die niet zo rolstoelvriendelijk bleken te zijn. Alleen heb ik niet deze ervaring met Parijs. Ik ben denk ik nu al een stuk of vijf, zes keer in Parijs geweest. Natuurlijk is het niet de meest rolstoelvriendelijke stad, maar er zijn genoeg plekken die wel rolstoeltoegankelijk zijn. En als je vooraf goed opzoek gaat kun je een goed rolstoelvriendelijk hotel vinden. Maar toch ken ik de ervaring die Mari schetst alleen niet in Parijs. Zo heb ik slechte ervaring met de stad St. Petersburg. Daar hebben we inderdaad meegemaakt dat de lift veel te klein bleek te zijn in het hotel. Straten hadden alleen maar hoge stoepen en aan heel veel straten werd nog gewerkt of ze lieten het zo verpauperd. Maar ik was niet alleen, met hulp van mijn (schoon)broers werd het een hele mooie week in St. Petersburg.

De laatste spreker was een bergbeklimmer. Het was een mooi verhaal met als uiteindelijke rode draad als je wilt kan je alles bereiken wat je wilt.  Iets wat WGP’ers natuurlijk aanspreekt. Zoals veel congressen liep dit congres ook uit. Hierdoor had ik niet zoveel tijd meer voor de borrel. Mijn jas werd aangetrokken en pas toen kreeg ik commentaar op mijn sjaal.  Ik moest namelijk op tijd in Amsterdam zijn om onze jongens in de Arena aan te moedigen.