Het is alweer een week geleden dat ik Zeeland onveilig maakte. Vakantie is sinds ik werk een zeldzaamheid geworden. Maar het lijkt voor mijn collega’s alsof ik continu op vakantie ben. Dat komt waarschijnlijk voornamelijk omdat er tussen twee weken Zuid-Frankrijk en een weekje Zeeland maar drie weken werken zat.
Voor het eerst ging ik mee op een vakantie georganiseerd door De Zonnebloem. Ik had altijd argwaan tegen een organisatie als De Zonnebloem. Dat kwam ook in één van mijn eerdere blogs terug. Dit komt vooral door de angst dat jouw vakantie tot in de puntjes georganiseerd wordt door de vrijwilligers. Maar het voordeel was dat ik met vrienden had opgegeven voor deze vakantie. En daardoor ging ik het vriendengroepje vooral op pad.
Zo gingen wij al na het eerste avondmaal het dorpje verkennen. Het dorpje is zo klein dat het maar de beschikking heeft over twee eetcafés. Dit heeft het effect dat als het ene café besluit om op maandag dicht te zijn het andere café daar rekening mee houdt en dinsdag de deuren sluit. Maar aan één café heb je genoeg om een gezellige avond te hebben. Daarnaast was onze vakantie begonnen en we namen het er dan ook maar van. In een rustig Zeeuws dorpje zijn op maandagavond niet veel dorpelingen in het café. Dus je papt al snel aan met de cafébaas. Na dat we op het einde van de avond vertellen dat we ook nog zijn concurrent willen bezoeken wil de cafébaas toch even kwijt dat het eten daar niet zo goed is.
Nadat we weer terugreden naar onze verblijfplaats maakten we ons klaar voor de volgende dag in Vlissingen. De volgende dag stond er een touringbus klaar. Het grappige van alles is dat naar Vlissingen rijden minder lang duurde dan ons helemaal vastmaken in de bus. Maar uiteindelijk waren we aan het begin van de middag op bestemming. De twee koppels waar ik mee optrok wilde graag gebak om nog een verjaardag van kort geleden te vieren. Daarna gingen we rustig aan Vlissingen bezichtigen. Ik wilde uiteindelijk wel bij de boulevard eindigen. En daar stranden ik ook letterlijk. Een lekke band maakte de mooie dag wat somberder. Maar niet getreurd. Een dochterbedrijf van mijn reparateur kon de zelfde avond mijn band nog plakken. Met een goed humeur ging ik dan ook bij het andere café eten. Zo als het hoort mosselen met friet. De cafébaas van de dag ervoor had geen gelijk. Het eten was lekker.
De dag erna hadden de vrijwilligers een planning gemaakt om in het dorp te blijven. Voor mijn vrienden en mij reden om mijn tante en oom op te zoeken in Domburg. Mijn tante beheerd daar een museum van kunstwerken van kunstenaars die in Zeeland verbleven. Daarnaast kregen wij ook een klein beetje geschiedenisles over Zeeland. Het mooie van Domburg is dat het strand dicht op zee zit en daardoor kunnen schepen dichtbij het strand komen. Het strand is ook één van de schoonste van Nederland. Terwijl ik nog ging dineren met mijn tante en oom gingen mijn vrienden barbecueën met de rest van de groep.
De laatste dag was gepland voor de hoofdstad, Middelburg. Het was een mooi stadje met veel cultuur en ook een ouderwetse markt. Wat ook bleek. Een stad om in te verdwalen. Uiteindelijk konden we niet meer de plek terugvinden van de touringbus. Maar door een telefoon wisten we de weg weer te vinden. Het weekje Zeeland werd afgesloten met een ‘bonte avond‘ De dj die uitgenodigd was bleef niet lang, maar we maakten er zelf een mooie avond van.
Deze vakantie was de eerste vakantie met De Zonnebloem. Het beviel mij beter dan verwacht. Dit omdat ik de touwtjes toch zelf in handen kon houden. Toch blijf ik er bij dat het hartstikke mooi zou zijn om helemaal zelf je vakantie te organiseren. Jij bepaald waar je naar toe gaat, je neemt alleen verzorgers mee. Hier moet ik aan werken. Maar tot de kerst is het nu werken geblazen.