Simone Dalgety, een pittige tante die voor de klas staat

Simone Dalgety is geboren in Suriname. Op jonge leeftijd is ze verhuisd naar Nederland. Door een vorm van spierziekte had ze op haar achtste een handbewogen rolstoel nodig. Op haar tiende kreeg ze een elektrische rolstoel. In die tijd ervaarde ze nog geen problemen met de leveranciers van hulpmiddelen.

Thuisblijven als rolstoel stuk is

Tegenwoordig werkt Simone als docent bij de afdeling Pedagogisch Werk van het ROC. Een baan dat je echt niet kan uitoefenen vanuit huis. Dus als haar rolstoel stuk is moet ze echt haar werk afzeggen. Een situatie waar een werkgever natuurlijk ook niet blij van wordt. Op haar werk zijn veel aanpassingen gemaakt. Deze zijn afdoende. Als Simone’s haar rolstoel stuk is is ze gebonden aan haar handbewogen rolstoel. Ze kan dan helemaal niet naar buiten en is afhankelijk van familie om iets wezenlijks als boodschappen in huis te krijgen. Laat staan dat ze andere activiteiten kan ondernemen om te kunnen ontspannen.

Extreem lang voor dat alles goed is

Het laatste half jaar heeft ze niet zo heel veel problemen met haar hulpmiddelen, maar daarvoor had ze wel redelijk wat mot met haar leverancier, Welzorg. Het heeft onder andere 10 tot 11 maanden geduurd voordat een reparatie aan haar rolstoel helemaal naar tevredenheid was. Een ander geval was een nieuwe douchestoel dat geleverd was. Het heeft anderhalf jaar geduurd voordat deze douchestoel helemaal goed was om mee te kunnen douchen. In de tussentijd moest haar oude douchestoel gebruiken en stond de nieuwe douchestoel maar in een hoek te verpieteren.

Meer regie

Simone vindt dat de klant zelf meer eigen regie moet krijgen over haar hulpmiddelen. Naar haar gevoel is ze toebedeeld aan Welzorg. Je kan alleen wisselen van leverancier op het moment dat je een nieuw hulpmiddel aanvraagt. De reparaties van haar rolstoel en douchestoel hebben extreem lang geduurd. Ondanks dat de klachtenafdeling geraadpleegd is, duurde de reparaties veel langer dan de termijn die ervoor staat. Vroeger kon je via de WMO de ombudsman raadplegen, maar dit heeft de WMO wegbezuinigd. Nu spreekt de WMO alleen de leverancier en is het net zo’n grote klacht als jezelf in kan dienen. Je hebt niet het gevoel dat de leverancier hierdoor harder gaat lopen. Je voelt je machteloos en niet serieus genomen.

Geen klantgerichtheid en service

De rolstoel die Simone nodig heeft zijn haar benen. Als ze zoveel maanden moet wachten voordat haar hulpmiddelen gerepareerd zijn kan ze niet haar leven leiden zoals zij dat wil. De klantgerichtheid en service van de leverancier is gewoon ronduit slecht. Daarnaast heeft de leverancier geen goede dossiervorming. Bij de overdracht gaat veel mis. Zo komt een reparateur meerdere malen met de verkeerde beensteunen die nodig waren.

Voorbeeld van participatie

Simone is het voorbeeld van participatie. Met een rolstoel voor de klas staan. Dan moet je echt een pittige tante zijn om al die MBO-studenten aan te kunnen. Een baan ook waarbij het echt belangrijk is dat je rolstoel het doet. Het kan namelijk voorkomen dat haar werkgevers studenten naar huis moet sturen alleen omdat de rolstoel van Simone stuk is. Kortom weer een schoolvoorbeeld waarbij hulpmiddelen van levensbelang zijn.

Tijd voor verandering bij hulpmiddelen

Het leven lacht mij toe de laatste tijd. Ik heb een mooie baan bij de gemeente Amsterdam. Ik woon in een mooi stukje van Amsterdam. De Indische Buurt heeft veel leuke tentjes en gelegenheden tot vermaak. De Linnaeusstraat is ook een mooie plek om uit te gaan. Sinds februari dit jaar heb ik zelfs een vast contract. ‘Wat wil je nog meer?’ zou je zeggen. En toch kost dit voor iemand in een rolstoel veel energie om dit te behouden en misschien het leven nog leuker te maken.

Afhankelijk van rolstoel

Sinds mijn vijfde levensjaar zit ik in een elektrische rolstoel. Deze rolstoel en andere hulpmiddelen, aangepast bed, douchestoel en tillift, zijn ontzettend belangrijk om het leven te kunnen leiden dat ik nu leid. Als één van deze hulpmiddelen stuk is is het ook meteen een stuk lastiger om je dagelijkse activiteiten te blijven doen. Ik woon zelfstandig. Als je geen rolstoel hebt betekent het kortweg dat je geen boodschappen kan doen, niet naar je werk kan gaan en in je bed moet blijven liggen. Vergelijk het met een reparatie van een auto. Daarvan kan je verwachten dat als je je auto wegbrengt naar een garage dat je aan eind van de dag je auto weer gerepareerd op kan halen. Bij een rolstoel is het blijkbaar normaal dat een reparatie vijf weken duurt, terwijl wij volgens mij meer afhankelijk zijn van een rolstoel dan een automobilist van zijn auto.

Weinig respect van leveranciers

Je bent afhankelijk van een leverancier om je hulpmiddel te laten repareren. Het contact met deze leveranciers was de afgelopen 32 jaar niet bepaald altijd rozengeur en maneschijn. Reparaties duren soms lang, je moet de leverancier continu achterna bellen en als een reparateur bij je langs komt heb je soms te maken met een slecht humeur. ‘Wat doe je met je rolstoel?’ is een vraag die ik al duizend keer voorbij heb zien komen de afgelopen jaren. ‘Bungeejumpen, nou goed.’ was wat ik de laatste keer maar antwoorden.

De aanbieders in Amsterdam

Amsterdam is natuurlijk één van de grootste steden van ons land. Met ruim 800.000 inwoners heeft het de meeste inwoners. Dan heeft het natuurlijk ook een groot aantal inwoners met een beperking. Hierdoor heeft Amsterdam wel vier leveranciers van hulpmiddelen waar de cliënt uit mag kiezen. Dit zijn Welzorg, Medipoint, Meyra en Hulpmiddelencentrum. Zelf zit ik bij Hulpmiddelencentrum. Een paar jaar geleden zat ik nog bij Welzorg, maar uit onvrede ben ik overgestapt naar Beenhakker, wat later overgenomen werd door Hulpmiddelencentrum. In het wooncomplex waar ik woon heb ik verschillende vrienden die weer bij andere leveranciers zitten. Zo zit er ééntje bij Meyra en een ander weer bij Welzorg. Maar uiteindelijk ervaren ze allemaal ongeveer dezelfde problemen.

Lange wachttijd op reparatie blijft

Al eerder gaf ik aan dat reparaties soms erg lang duren. De afgelopen tijd, zeker dit jaar, lijken de reparaties nog langer te duren. Voor zelfs soms op het oog kleine reparaties. Zo wacht ik op het moment al bijna zes weken op een reparatie van mijn rolstoel. Mijn armleuning is afgebroken. Je zou zeggen dat je die er weer aan kan lassen, maar dat kan blijkbaar niet. Ze hebben een onderdeel nodig en dat onderdeel is tot op heden nog niet geleverd.

Onderdelen bestellen

De vrienden die in mijn wooncomplex wonen ervaren dus ongeveer hetzelfde als ik. Dus het ligt niet bij één leverancier. Wat ik hoor is dat de leverancier een potje met geld krijgt om de onderdelen aan te schaffen voor de reparaties. Wat ze daar precies mee doen weten we niet. Maar blijkbaar is het moeilijk om de onderdelen te bestellen. Het duurt in ieder geval erg lang voordat onderdelen geleverd zijn en het duurt daardoor erg lang voordat een reparatie is uitgevoerd.

Ervaringen van anderen

De komende weken ga ik mijn vrienden interviewen die in mijn wooncomplex wonen en die met dezelfde problemen te maken hebben. Zo krijg je een vijftal blogs die gespreid worden geplaatst. Dit stuur ik naar de verschillende raadsleden van Amsterdam die gaan over zorg. Zo blijven ze herinnerd worden aan dit probleem en dat ze weten dat hier nu echt iets aan gedaan moet worden. Wij hebben namelijk nu lang genoeg gewacht. Er moet nu iets veranderen. Van ons wordt gevraagd om te participeren. Dat willen we allemaal, maar dan zijn goede hulpmiddelen met goede service van levensbelang.

Een mooi land verdient beter

Wat leven wij toch in een mooi land. Schone straten, mooie snelwegen. Het lijkt of het niet beter kan. Hierdoor krijg je de verwachting dat het op andere vlakken ook goed geregeld is. Maar één punt waar eigenlijk al jaren geen vooruitgang is te zien zijn de voorzieningen voor gehandicapten. Aan het begin van april ging mijn rolstoel stuk. Aan het einde van de eerste week van mei heb ik mijn rolstoel terug gekregen. Mijn hele leven ben ik al in discussie met leveranciers. Vroeger hadden ze in ieder geval nog wel het besef hoe afhankelijk wij zijn van een rolstoel. Misschien nu ook wel. Maar het is niet zo gemeend.

Nog steeds geen rolstoel
Uiteindelijk heb ik vijf weken gewacht op mijn rolstoel. Elke keer als ik opbelde om te vragen hoe het met mijn rolstoel stond dan begrijpen ze mijn situatie wel. Ze begrijpen ook wel dat ik het extreem lang vind duren, maar met die woorden hopen ze het op te hebben gelost. Terwijl ik nog steeds zonder rolstoel zit.

Karweitje van twee uur
Mijn kogellagers waren beschadigd. Uiteindelijk is dit max een karweitje van twee uur. Maar het duurt eerst drie weken voor ze eindelijk het onderdeel hebben. Als ik iets online bestel heb ik het twee dagen later. Al zou het uit China komen. Misschien een week. Maar drie weken! Ik begrijp het nooit echt.

Niet enige die zit te wachten
Nu hadden ze na drie weken eindelijk het onderdeel. Dan zou je zeggen mooi. Aan de slag en twee dagen later heb ik mijn rolstoel. Maar blijkbaar ben ik niet het eerste aan de beurt. Het komt er dus op neer dat er nog een heleboel anderen ook zeker vier weken aan het wachten zijn. Zo lang duurde het vroeger echt niet.

Motivatie weg
Ik begrijp het wel. Het is een vicieuze cirkel. Ik ben niet de enige die een klacht indient. Uiteindelijk hebben ze allemaal boze klanten. Daar woorden de reparateurs ook niet vrolijk van. Dan ga je niet meer gemotiveerd naar het werk en heb je ook geen zin meer in je werk. Wat ervoor zorgt dat je je werk niet meer goed doet.

Geen interesse in beroep
Er zijn te weinig mensen die kiezen voor een beroep in de techniek. Daar wordt ook op televisie oproepen voor gedaan om daarvoor te kiezen. Maar dan is daarvan zelfs reparateur voor dit soort het minst geliefd, waarschijnlijk ook omdat het minder betaald wordt. Dan komt er ook nog eens de klachten van klanten erbij dat reparaties zo lang duren en zelfs soms niet goed uitgevoerd zijn. In zo’n branche wil je niet werken.

Maakt het moeilijk om te participeren
Voor al deze dingen kan ik begrip opbrengen, maar daar hebben de mensen die afhankelijk zijn van deze voorzieningen niets aan. Sommige mensen moeten hierdoor thuis blijven en soms zich ziek melden van hun werk. Terwijl aan ons gevraagd wordt om te participeren.

Monopoliepositie
Soms wordt er naar aanleiding van klachten wel actie ondernomen. Zo waren er in de gemeente Utrecht zoveel klachten dat de gemeente ervoor gekozen heeft om het contract op te zeggen met leverancier Welzorg. Het gevolg was wel dat reparaties helemaal niet werden uitgevoerd voor een bepaalde periode. Dat krijg je dan ook nog. Een leverancier heeft zoveel macht omdat er geen concurrentie is. Als je ze erop aanspreekt weten ze dat je naar niemand anders kan. Dus hebben ze ook nog eens een monopoliepositie.

Keuze maakt ook geen verschil
In Amsterdam heb je nog drie leveranciers waar je uit kan kiezen. Welzorg, Beenhakker en Harting-Bank. Toen ik mijn eerste voorzieningen had in Amsterdam zat ik nog bij Welzorg. Toen het drie jaar geleden tijd was voor een nieuwe rolstoel koos ik maar voor een andere leverancier, Beenhakker. Het enige verschil vind ik nu is dat ze wat vriendelijker zijn bij Beenhakker. Maar daar is het mee gezegd. Ze weten het van elkaar dus hoeven zich ook niet in te spannen voor verbetering.

Positief kijken naar toekomst
Normaal gesproken wil ik een positieve blog schrijven, maar soms moet je ook dingen aan de kaak stellen. Ik weet op het moment geen oplossing. Het probleem is net als bij leraren, mensen in de zorg en mensen in de techniek. Het is geen geliefd beroep. Dus hierbij. Reparateur van rolstoelen. Iets voor jou?